Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de aanpassing van de oversteekplaatsen voor voetgangers aan de Wegcode

Indiener(s)
Véronique Jamoulle
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 132)

 
Datum ontvangst: 04/12/2019 Datum publicatie: 10/02/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 06/02/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
16/12/2019 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In Brussel zijn het meestal voetgangers die in het verkeer om het leven komen of zwaargewond geraken.
Tijdens de vergadering van de commissie voor de mobiliteit van 15 oktober laatstleden heb ik u erop gewezen dat een groot aantal oversteekplaatsen voor voetgangers niet voldoet aan artikel 24.4° van de Wegcode, volgens hetwelk stilstaan op de rijbaan op minder dan 5 meter voor oversteekplaatsen voor voetgangers verboden is. Anders is de strook die een goede zichtbaarheid aan beide kanten garandeert, niet groot genoeg.
Voorts streeft ons Gewest ernaar het aantal parkeerplaatsen op de openbare weg te verminderen en het aantal parkeerplaatsen voor tweewielers te verhogen. Daarom heb ik bij u gepolst naar de mogelijkheid om van die stroken bijvoorbeeld “drop zones” voor deelfietsen en -steps te maken of nog om er fietsen en steps permanent te kunnen stallen.
In uw antwoord hebt u aangegeven dat uw administratie u een nota over de oversteekplaatsen voor voetgangers had bezorgd. Daarop zou u uw acties baseren. U hebt ook aangekondigd dat u een tijdschema zou opstellen voor de inspecties, door de verkeersveiligheid, van alle oversteekplaatsen voor voetgangers op de gewestwegen.
In dat verband had ik u graag de volgende vragen gesteld:
- Bestaat er een kadaster van de oversteekplaatsen voor voetgangers die niet voldoen aan de bepalingen van de Wegcode betreffende de aanleg van een strook op beide zijden van de gewest- en gemeentewegen?
- Hoeveel parkeerplaatsen op de gewestwegen die niet voldoen aan de Wegcode, zijn er per gemeente?
- Voor hoeveel niet-conforme parkeerplaatsen op de gewestwegen is de aanpassing van de oversteekplaatsen voor voetgangers al gepland?
- Voor hoeveel niet-conforme parkeerplaatsen op de gemeentewegen is de aanpassing van de oversteekplaatsen voor voetgangers al gepland?
- Gelet op de voorgaande vragen, wanneer zullen eventueel onvolledige gegevens aangevuld worden en volledig beschikbaar zijn?
- Garanderen de renovatiewerken aan de gemeentewegen die gefinancierd worden met de driejarige investerings- of ontwikkelingssubsidies van het Gewest aan de gemeenten, dat de oversteekplaatsen voor voetgangers op de wegen waarvoor een gewestelijke subsidie wordt uitgekeerd, systematisch aangepakt worden?
- Worden die bedragen verhoogd voor goede praktijken zoals "stoeporen” of parkeerzones voor fietsen?
- Hoe staat het met de diagnoses in het kader van de toegankelijkheidsplannen voor de openbare weg en de openbare ruimte (PAVE) voor elke gemeente?
- Wordt de aanpassing van de door de Wegcode voorgeschreven stroken systematisch geregistreerd en opgenomen in de budgettaire programmering van de PAVE-plannen?
- Hoe staat het met de redactie van de PAVE-plannen voor elk van de 19 gemeenten? Wanneer zouden ze klaar zijn?
- Zijn er in het kader van de huidige herziening van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening nieuwe reglementaire bepalingen gepland om de kwaliteit van alle oversteekplaatsen voor voetgangers te verbeteren? Zo ja, welke?

1 DECEMBER 1975. - Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg [BS 09.12.1975] – Artikel 24. Stilstaan- en parkeerverbod
Het is verboden een voertuig te laten stilstaan of te laten parkeren op elke plaats waar het duidelijk een gevaar zou kunnen betekenen voor de andere weggebruikers of waar het hun onnodig zou kunnen hinderen, inzonderheid:
1. onverminderd artikel 23.4, op de trottoirs en, binnen de bebouwde kommen, op de verhoogde bermen, behoudens plaatselijke reglementering;
2. op de fietspaden en op minder dan 5 meter van de plaats waar de fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen verplicht zijn het fietspad te verlaten om op de rijbaan te rijden of de rijbaan te verlaten om op het fietspad te rijden;
3. op de overwegen;
4. op de oversteekplaatsen voor voetgangers, op de oversteekplaatsen voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen en op de rijbaan op minder dan 5 meter voor deze oversteekplaatsen;
5. op de rijbaan in de onderbruggingen, in de tunnels en behoudens plaatselijke reglementering onder de bruggen;
6. op de rijbaan nabij de top van een helling en in een bocht wanneer de zichtbaarheid onvoldoende is;
7. in de nabijheid van de kruispunten, op minder dan 5 meter van de verlenging van de naastbijgelegen rand van de dwarsrijbaan, behoudens plaatselijke reglementering;
8. op minder dan 20 meter voor de verkeerslichten op de kruispunten, behoudens plaatselijke reglementering;
9. op minder dan 20 meter voor de verkeerslichten buiten de kruispunten;
10. op minder dan 20 meter voor de verkeersborden.
De bepalingen van 9° en 10° gelden niet voor voertuigen waarvan de hoogte, lading inbegrepen niet meer dan 1,65 m bedraagt, wanneer de onderkant van die verkeersborden of lichten zich ten minste 2 meter boven de rijbaan bevindt.
 
 
Antwoord    Vooreerst wil ik uw betoog nuanceren. Hoewel de wegcode het stilstaan of parkeren op minder dan vijf meter van een oversteekplaats voor voetgangers verbiedt op de rijbaan, verbiedt ze de wegbeheerder daarentegen niet buiten de rijbaan te voorzien in parkeermaatregelen die afwijken van dat principe.
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beschikken we echter over de GSV (Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening), die al sinds 2006 het parkeren op minder dan vijf meter van een oversteekplaats in de rijrichting verbiedt bij
elke heraanleg of aanleg van een oversteekplaats, en dit ook buiten de rijbaan. Dit aspect van de regelgeving kunnen we enkel toejuichen. Elk heraanlegproject dat het conform maken of aanleggen van een oversteekplaats omvat, moet dus voldoen aan die vereiste.


Ook artikel 13 van het regelgevend gedeelte van het GPBP verbiedt de wegbeheerders om parkeerplaatsen aan te leggen of te handhaven op locaties waar artikel 24 van het verkeersreglement verbiedt om stil te staan of te parkeren.

Daarnaast is er sinds 2014 een Raadgevende Commissie voor het Wegverkeer (RCWV), die de aanvullende reglementen bespreekt (plaatsing van verkeerstekens). Daarbij kunnen ook alle projecten voor het aanleggen van oversteekplaatsen met gewone markeringen zonder begeleidende parkeermaatregelen aan bod komen, evenals de aanleg van parkeerzones in de nabijheid van oversteekplaatsen voor voetgangers.
Ten slotte geldt er een audit- en adviesprocedure inzake verkeersveiligheid voor projecten in het Gewest. Wanneer een geplande aanleg niet voldoet aan de veiligheidsvoorwaarden, meer bepaald voor oversteekplaatsen, wordt dit gemeld met het oog op correcties/verbeteringen van het project voordat het wordt uitgevoerd.

1. Een "kadaster" van niet-conforme oversteekplaatsen voor voetgangers bestaat momenteel niet, althans niet voor de gewestwegen. Het is evenwel de wens van mijzelf en mijn administratie om tijdens deze regeerperiode alle oversteekplaatsen op gewestwegen te inventariseren en aanbevelingen te formuleren om ze veiliger te maken en die in voorkomend geval uit te voeren. Wij beschikken niet over exacte gegevens wat betreft het aantal niet-conforme parkeerplaatsen op gemeentelijk/gewestelijk niveau.
3. Met betrekking tot het conform maken van de oversteekplaatsen door het wegwerken van de niet-conforme parkeerplaatsen, weten wij niet hoever dit staat op gemeentelijk vlak.
Het gewestelijk parkeerplan voorziet in elk geval een vermindering van het globale aantal parkeerplaatsen. Dit gebeurt meer bepaald door op termijn alle gemeentelijke en gewestelijke parkeerzones conform te maken. Dit doel wordt dus wel degelijk nagestreefd.
4. Wat betreft vernieuwingswerken aan gemeentewegen die gefinancierd worden met gewestelijke driejarige investerings- of ontwikkelingsdotaties aan de gemeenten, verwijs ik u naar mijn collega dhr. Clerfayt, die bevoegd is voor de driejarige dotaties.


Met betrekking tot werken die gesubsidieerd worden via het Fonds voor de Verkeersveiligheid, is conformiteit met de wegcode, de GSV, het cahier Voetgangerstoegankelijkheid en de gewestelijke vademecums een vereiste voor de toekenning van de subsidie. Elk project wordt op dat vlak onderzocht.
Specifiek voor deze werken is dat een verhoging van het subsidiepercentage niet nodig is omdat de toegekende subsidie 100% van de geraamde kosten van de werken dekt (investering, levering en plaatsing).
5. Voor de PAVE-diagnoses beschikken de gemeenten vandaag over hun gemeentelijk PAVE (toegankelijkheidsplan voor de weg en de openbare ruimte), evenals het Gewest, dat toegang heeft tot de stand van zaken voor het volledige wegennet (3.700 km trottoirs indien de pare en de onpare kant afzonderlijk geteld worden).

De voetgangersoversteekplaatsen krijgen bijzondere aandacht in de toegankelijkheidsplannen. Wij beschikken dus over een geolocatie-overzicht van alle oversteekplaatsen die een of meer non-conformiteiten vertonen, met name: niet tot het nulniveau verlaagde trottoirranden, ontbreken of niet-conformiteit van geleidetegels, afgesleten witte verfstroken, geen verlichting, rioolkolk in het oversteektraject, paaltjes in het midden van de oversteek, oncomfortabele of gevaarlijke verharding. Er zijn ook voorstellen voor het aanleggen van nieuwe oversteekplaatsen op plaatsen waar die ontbreken.

Het PAVE verschaft helaas geen informatie over het al dan niet parkeren binnen een afstand van vijf meter vóór de oversteekplaats.
6. Zoals reeds aangegeven hiervoor, bepaalt artikel 5 §2 van Titel VII van de huidige GSV het volgende: "Wanneer op de rijbaan een permanente parkeerzone langs de voetgangersweg ligt, wordt deze laatste verbreed ter hoogte van de zebrapaden. De verbreding van de voetgangersweg wordt verlengd zodat de parkeerzone zich op minstens 5 meter van het zebrapad bevindt in de richting van het verkeer."



De tekst van de nieuwe GSV is nog niet bekend, maar zou deze verplichting niet wijzigen in het nadeel van de voetgangers.


Bovendien neemt het cahier Voetgangerstoegankelijkheid, dat ter zake het referentiedocument is voor het Gewest, dit voorschrift over en voegt eraan toe dat "de trottoiruitstulping aan de zijde vóór de voetgangersoversteekplaats stelselmatig met 5 m moet worden verbreed". Ter aanvulling worden daarbij twee schema's weergegeven die aangeven hoe het voorschrift toegepast moet worden. Die schema's tonen ook de mogelijkheid om vier fietsbogen aan te brengen op het deel van de uitstulping dat vrij blijft.