Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende tarifering van het water voor de ondernemingen

Indiener(s)
Youssef Handichi
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 89)

 
Datum ontvangst: 05/12/2019 Datum publicatie: 29/01/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 28/01/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
17/12/2019 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Voor de Brusselse gezinnen is het watertarief progressief volgens het volume verbruikt water met 4 schijven op basis van het volgende principe: hoe meer water ze verbruiken, hoe meer ze betalen (zowel voor het deel van de factuur dat de distributie dekt als het deel dat de sanering door het Gewest of de gemeente dekt. Voor de ondernemingen geldt een andere principe: het deel van de waterprijs dat de sanering (door het Gewest of de gemeente) dekt, blijft ongewijzigd ongeacht het waterverbruik van de onderneming, terwijl het omgekeerde principe geldt voor het deel van de waterprijs dat de distributie dekt, aangezien de prijs per m3 daalt naarmate de onderneming meer water verbruikt.

In dat verband had ik u graag de volgende vragen gesteld:

Hoeveel water wordt in totaal verbruikt in het Brussels Gewest? Wat is het totaalbedrag van de facturen?
Hoeveel water wordt in totaal verbruikt door de gezinnen? Wat is het totaalbedrag van hun facturen?
Hoeveel water wordt in totaal verbruikt door de ondernemingen? Wat is het totaalbedrag van hun facturen?
Volgens welke criteria krijgt een onderneming de lineaire of industriële tarifering?
 
 
Antwoord    Wat is de totale hoeveelheid water die in het Brussels Gewest wordt verbruikt? Wat is het totale bedrag van de rekeningen?

In het Brussels Gewest wordt jaarlijks tussen 59 en 60 miljoen m³ drinkwater verbruikt. Dit verbruik is al meer dan tien jaar relatief stabiel. In 2018 werd ongeveer 210 miljoen euro gefactureerd aan de Brusselse afnemers – dit cijfer omvat de huishoudens en ondermingen - voor dit verbruik (dus exclusief forfaitaire abonnementsgelden, niet gekoppeld aan het verbruik).
Wat is de totale hoeveelheid water die door huishoudens wordt verbruikt? Wat is het totale bedrag van hun rekeningen?

In 2018 bedroeg de totale gezinsconsumptie 37,9 miljoen m³ (64%) voor 130 miljoen euro aan inkomsten (61,5% van de inkomsten).
Wat is de totale hoeveelheid water die ondernemingen verbruiken? Wat is het totale bedrag van hun rekeningen?

In 2018 bedroeg het totale zakelijke verbruik 21,4 miljoen m³ (36%) voor 80 miljoen euro aan inkomsten (38,5% van de inkomsten).

Er dient te worden opgemerkt dat de hierboven geciteerde cijfers inzake de verdeling tussen huishoudens en ondernemingen worden beïnvloed door het feit dat uit de historische gebouwen in Brussel duidelijk blijkt dat in veel situaties een gebouw zowel economische activiteiten als woningen herbergt, en dit met één enkele watermeter voor het hele gebouw. In deze situaties is het in het licht van de huidige factureringsregels soms het progressieve tarief dat wordt toegepast op alle verbruik, en soms het lineaire tarief, en dit, volgens een schatting van het aandeel van de "huishoud"-volumes op basis van het aantal personen dat in het gebouw is gevestigd. Het is onmogelijk om een nauwkeuriger onderscheid te maken tussen de volumes die specifiek zijn voor deze twee soorten afnemers.
Wat zijn de criteria voor een onderneming om een lineaire of industriële prijsstelling toe te kennen?
Sinds de jaren tachtig zijn de regels op dit gebied als volgt:

Het lineaire tarief is standaard van toepassing wanneer er geen persoon gevestigd is in het gebouw waar het waterverbruik wordt geregistreerd.

De volgende ondernemingen/organisaties kunnen het industriële tarief genieten:

1. zij die meer dan 5.000 m³ per jaar verbruiken. Het industriële tarief vertegenwoordigt een vermindering van 14,2% op de prijs (lineair tarief) per m³; het is alleen van toepassing op het volume dat de eerste 5.000 m³ overschrijdt en verandert niet in functie van het verbruik.

2. waarvoor water uit de openbare distributie een van de elementen vormt die nodig zijn voor hun productie of activiteit.