Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het gebruik van het belastingvoordeel voor nachtarbeid door de Brusselse bouwbedrijven

Indiener(s)
Christophe Magdalijns
aan
Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek (Vragen nr 32)

 
Datum ontvangst: 28/10/2019 Datum publicatie: 21/01/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 14/01/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
19/12/2019 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In het kader van de werkgelegenheidsconferentie van oktober 2003 hebben de sociale partners aan de regering gevraagd om een maatregel te voorzien die de extra kosten verbonden aan nachtarbeid en ploegenarbeid kan compenseren.

Dit gebeurde in de vorm van de programmawet van 24 december 2003, die de wettelijke basis legde voor een vrijstelling van doorstorting van een deel van de bedrijfsvoorheffing die ingehouden wordt op de belastbare bezoldiging. De maatregel is sindsdien verschillende keren versterkt. Het meest recente initiatief tot nu toe is de uitbreiding, vanaf 1 januari 2018, van het begrip “ondernemingen die ploegenarbeid verrichten” in het kader van deze vrijstelling uitgebreid naar ondernemingen wiens werknemers “in ploegen” (volgens een eigen definitie) werken in onroerende staat.

Voor de bouwsector en aanverwante sectoren zijn de vrijstellingspercentages als volgt:

- vanaf 1 januari 2018: 3% van het totale belastbare loon van alle betrokken werknemers;
- vanaf 1 januari 2019: dit percentage wordt verhoogd tot 6%;
- vanaf 1 januari 2020: dit percentage wordt verhoogd tot 18%.

Het mechanisme kon niet ten uitvoer worden gelegd wegens fouten in de wetgeving. Bij wet van 28 april is de situatie genormaliseerd. Een van de toekenningsvoorwaarden is dat de werknemers een bruto-uurloon van ten minste 13,99 euro verdienen.

Hoewel de ontwikkeling van fiscale niches soms betreurenswaardig is, moet alles wat het concurrentievermogen van arbeidsintensieve bedrijven kan verbeteren ongetwijfeld worden bevorderd, op voorwaarde dat rekening wordt gehouden met de zwaarte van het werk. Deze zwaarte kan niet zonder gevolgen zijn voor de lonen en maakt dat bedrijven uiteraard in aanmerking komen voor dit mechanisme.

In gebruik blijkt het mechanisme nog steeds aanleiding te geven tot onbegrip en misverstanden. Daardoor maakt slechts 10% van de 4.500 door Securex onderzochte bouwbedrijven gebruik van de vermindering. Veel bedrijven zijn niet op de hoogte van het mechanisme, meldde de krant “L'Echo” van 22 oktober 2019. Dit is te wijten aan het complexe karakter ervan en het gebrek aan inzicht van de betrokken bedrijven. Het niet gebruiken van dit mechanisme betekent een aanzienlijke winstderving, van ongeveer 10.000 euro gemiddeld per bedrijf.

De Brusselse bedrijven mogen de "vrijgevigheid" van de federale overheid niet negeren. Nu we een keer de begunstigden zijn van een federaal initiatief, mag de Brusselse economie niet buiten de boot vallen.

Graag een antwoord op volgende vragen ter zake.

- Wat is de situatie in Brussel? Over hoeveel Brusselse bedrijven gaat het? Bevestigt u dat er weinig gebruik wordt gemaakt van deze regeling?
- Zijn de betrokken bedrijven naar behoren geïnformeerd door onze begeleidingsvoorzieningen zoals hub.brussels en de verschillende kanalen op dit gebied (sociale secretariaten of bedrijfsfederaties)? Kunnen we verwachten dat het aantal Brusselse bedrijven dat van deze regeling gebruikmaakt nog voor de vorming van de federale regering aanzienlijk zal toenemen?
- Als het systeem te ingewikkeld blijkt te zijn, vindt u dan dat het moet worden herzien om het gemakkelijker te maken er voordeel uit te halen? Aan welke maatregelen moet de voorkeur gegeven worden?
 
 
Antwoord    Ik dank u voor deze vraag, die de aandacht vestigt op de bouwsector. Zoals u weet, is deze sector van essentieel belang voor onze Regering gezien de invoering van een ambitieuze “renovatie”-strategie om de CO2-uitstoot tegen 2030 met 40 procent te verminderen, zoals voorzien in de Gewestelijke Beleidsverklaring.
1. Wat is de situatie in Brussel? Hoeveel Brusselse bedrijven zijn er betrokken? Kunt u bevestigen dat er weinig gebruik wordt gemaakt van deze voorziening?
Zoals u in uw vraag aanhaalt, verleent de federale Regering sinds april vorig jaar een gedeeltelijke vrijstelling van de betaling van de bedrijfsvoorheffing aan bedrijven in de bouwsector en aanverwante sectoren die nachtploegenarbeiders in dienst hebben.

Helaas kan ik geen balans opmaken van deze maatregel voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest omdat een inventarisering van het aantal bedrijven dat gebruik maakt van dit belastingvoordeel niet onder mijn bevoegdheden valt.
Ik stel daarom voor dat u dit verzoek overmaakt aan uw collega's in het federale parlement.
2. Zijn de betrokken bedrijven naar behoren geïnformeerd door onze ondersteuningsmechanismen zoals hub.brussels en de verschillende kanalen die op dit vlak actief zijn (sociale secretariaten of bedrijfsfederaties)? Mogen we een aanzienlijke toename verwachten van het aantal Brusselse bedrijven dat van deze maatregel gebruik maakt nog voordat de federale Regering is gevormd?
Ik kan u ook geen informatie geven over de manier waarop sociale secretariaten en bedrijfsfederaties hun werk doen en de overdracht van informatie aan hun klanten of leden organiseren.

Wat hub.brussels betreft, is deze kwestie blijkbaar nooit officieel besproken met de begunstigde bedrijven. De informatie zou binnen het EcoBuild-cluster kunnen worden doorgegeven, hoewel dit cluster zich richt op duurzaam bouwen en niet op de bouwsector als geheel.
3. Als het systeem te ingewikkeld blijkt te zijn, vindt u dan dat het moet worden herzien met het oog op een gemakkelijkere ingebruikname? Welke maatregelen genieten de voorkeur?
Ook al valt deze vraag niet onder mijn bevoegdheden, lijkt het mij toch een beetje vroeg om nu al conclusies te trekken, aangezien de maatregel, zoals u zelf zegt, nog weinig bekend is bij de bedrijven in de betrokken sectoren.