Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de stand van zaken in het opsporen van roetfilterfraude.

Indiener(s)
Arnaud Verstraete
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 138)

 
Datum ontvangst: 20/12/2019 Datum publicatie: 13/02/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 12/02/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
08/01/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In 2017 bracht de VRT het probleem van roetfilterfraude op de Belgische politieke agenda. Er bleken tien duizenden dieselwagens rond te rijden zonder of met defecte roetfilters. Begin 2019 werd in het keuringscentrum ATC in Evere de nieuwe PN (particle number)-meter voorgesteld, die autokeuringscentra in staat moet stellen om roetfilterfraude of slecht werkende roetfilters vast te stellen. De keuze voor de PN-meter gebeurde na uitgebreid onderzoek door GOCA, de Groepering van erkende ondernemingen voor autokeuring en rijbewijs.

Inzake het opsporen van roetfilterfraude in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heb ik daarom de volgende vragen:

1. Is het eindrapport van het onderzoek door GOCA al beschikbaar? Zo ja, waar is dat raadpleegbaar? Welke conclusies verbindt de Minister aan de resultaten?
2. Wat is de huidige stand van zaken m.b.t. de uitrol van de PN-meter bij de keuringscentra in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Hoeveel keuringsstations beschikken momenteel al over een PN-meettoestel? Hoeveel meetstations wachten nog op een meettoestel?
3. Wat is de stand van zaken m.b.t. tot het regelgevend kader rond de installatie van de PN-meters in de keuringscentra?
4. Zijn er resultaten bekend van de meetstations die al beschikken over een PN-meettoestel (o.a. het centrum in Evere)? Zo ja, wat zijn de resultaten? Hoeveel (aantal en percentage) dieselwagens hadden geen of een slecht werken de roetfilter? Bij welk type motor (Euro 4, 5, …) werden de meeste vaststellingen gedaan van een ontbrekende of slechtwerkende roetfilter? Welke maatregelen werden getroffen en wat waren de resultaten daarvan?
5. Wat is de stand van zaken i.v.m. het bijkomende onderzoek van GOCA naar het gebruik van PN-meettoestellen tijdens wegcontroles? Zijn deze meettoestellen al in gebruik? Zo neen, wat is dan de verwachte timing om deze toestellen te gebruiken bij wegcontroles?
6. Welke vervolgstappen plant de minister nog om de dieselroetfilterfraude een halt toe te roepen? Op welke manier maakt de minister werk van onaangekondigde uitstootcontroles op de weg?
7. Maakt de minister werk van het introduceren van softwarecontroles in de autokeuringscentra?
 
 
Antwoord    1. Het eindverslag is beschikbaar. GOCA, dat instond voor de studie, heeft het verslag naar het kabinet van voormalig Brussels staatssecretaris Bianca Debaets gezonden.
De studie is op verzoek verkrijgbaar bij de Brusselse administratie (mobiliteit@gob.brussels).
Met de huidige opaciteitsmeting (roettest) kunnen problemen met de roetfilters niet vastgesteld worden. De studie toont aan dat een nieuwe test met behulp van een toestel dat het aantal roetdeeltjes meet het mogelijk zou maken de uitstoot van roetdeeltjes zeer nauwkeurig te controleren. Die controle moet geïmplementeerd worden zodra de toestellen beschikbaar en gehomologeerd zijn en alle testprocedures beschreven zijn.
2. De aankoop van de PN-toestellen die het mogelijk maken de partikelfilters te controleren is niet opgenomen in de begroting van de technische keuringsinstellingen voor 2020. Dit valt te verklaren doordat de toestellen momenteel nog ontwikkeld worden en nog niet gehomologeerd kunnen worden. Het is gepland om dit op te nemen in de begroting voor 2021.
Op dit ogenblik beschikt geen enkel Brussels keuringscentrum over een toestel waarmee de uitstoot van fijne stofdeeltjes gemeten kan worden.
3. Er bestaat vandaag geen Europees regelgevend kader voor het gebruik van de PN-meters volgens richtlijn 2014/45.
Een wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 ligt momenteel niet in het verschiet.
4. De resultaten van de uitgevoerde tests bij de Belgische keuringscentra zijn beschikbaar in het eindverslag. Dit betreft momenteel een studiefase. Er werden nog geen maatregelen ingevoerd. Enkel het toesteltype werd geselecteerd.


De tests vonden plaats met euro 5- en euro 6-voertuigen, omdat enkel die voertuigen met zekerheid voorzien zijn van een roetfilter.
Het is mogelijk om met de PN-tests voertuigen op te sporen met een slecht werkende filter of zonder filter.
5. Leefmilieu Brussel volgt aandachtig de studie van MOW Vlaanderen. Die studie en bijhorende tests betreffen "remote sensing". Het gaat om een toestel waarmee roetfilterfraude of een slecht werkende filter opgespoord kan worden terwijl het voertuig rijdt.
Het protocol voor het gebruik van die toestellen is vrij strikt. Voor een goede werking van de test en het verkrijgen van betrouwbare resultaten moeten bepaalde voorwaarden vervuld zijn:
· Stabiele snelheid (geen acceleratie)
· Vlakke weg
· Geen regen
6. De getroffen maatregelen betreffen het implementeren van PN-meters in de technische keuringscentra.
Diezelfde toestellen kunnen gebruikt worden voor controles langs de weg.
Met betrekking tot de "remote sensing" werd er nog geen beslissing genomen, aangezien de studie nog niet voltooid is.
7. Er bestaan momenteel geen plannen om de software van de voertuigen te controleren.