Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de rationalisering van het openbaarvervoersnet en het wegwerken van overlappingen tussen de MIVB, De Lijn en TEC

Indiener(s)
Marc Loewenstein
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 144)

 
Datum ontvangst: 23/12/2019 Datum publicatie: 13/02/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 12/02/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
08/01/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Een van de doelstellingen die in de beleidsnota van de gewestelijke begroting voor het jaar 2020 zijn opgenomen, is de wens van de regering om de structuur van het openbaarvervoersnet leesbaarder te maken, afgezien van de vervoerswijze of de operator. Om resoluut klantgericht te werken en de leesbaarheid van het openbaarvervoeraanbod te vergroten.
Er zijn nu meer dan 60 lijnen van De Lijn en enkele van TEC die Brussel binnenkomen. Omdat het bussen zijn, draagt dit bij aan de vervuiling en verkeersopstopping. Bovendien maken de Brusselaars nauwelijks gebruik van dit vervoer omdat het een extra abonnementskost met zich meebrengt. Tevens overlappen sommige lijnen met die van de MIVB.
Om te rationaliseren en de overlappingen weg te werken, zullen er wijzigingen moeten worden aangebracht in het prijsbeleid.
Gezien het bovenstaande:
1. Neemt de MIVB initiatieven om de lijnen te rationaliseren en een einde te maken aan deze concurrentie tussen de operatoren op het Brussels grondgebied?
2. Onderzoekt u de mogelijkheid om het gebruik van de lijnen van De Lijn en TEC te integreren in het standaard MIVB-abonnement en zo de MTB af te schaffen? Is er bovendien voorzien in wederkerigheid voor de abonnees van De Lijn en TEC op MIVB-voertuigen?
3. Zal het gratis openbaar vervoer dat sommigen wensen ook betrekking hebben op De Lijn en TEC?
 
 
Antwoord    U kan hier niet spreken van concurrentie tussen de verschillende netten. Er zijn bepaalde plaatsen waar lijnen van De Lijn en TEC boven een tram- of metrolijn rijden, dat is meestal onvermijdelijk gezien de configuratie van de wegen in Brussel.
Het alternatief is om ofwel deze lijnen om te leggen via andere straten, waar meer bewoning is of een minder vlotte doorstroming, of het net te stoppen aan de toegangspoorten van het Gewest of ter hoogte van de ov- knooppunten.
Er lopen hierover gesprekken tussen de openbaarvervoeroperatoren en de Gewesten. Daaruit blijkt dat de huidige oplossing, zelfs al lijkt ze voor sommigen niet optimaal, het beste compromis is waarbij de OV-netwerken zo complementair mogelijk op elkaar aansluiten/
(De MIVB en De Lijn hebben al onderzocht hoe ze busstations kunnen aanleggen, bijvoorbeeld in Simonis, aan COOVI of aan het Weststation, maar dat stuitte op plaatsgebrek. Overigens hebben bepaalde knooppunten zoals het Noordstation of het Zuidstation een enorme uitstraling en we kunnen alleen maar trots zijn dat ze rechtstreeks in verbinding staan met een heleboel wijken.)
De discussie over tariefintegratie is dezelfde discussie als die van gecombineerde abonnementen, zoals we vandaag het MTB-abonnement hebben, en waar de reiziger gemakkelijk van één lijn naar een andere kan overstappen, of die nu door een andere openbaarvervoermaatschappij bediend wordt of niet.
Andere initiatieven die door de MIVB worden geleid, zoals EMV, gaan dezelfde richting uit door het klanten gemakkelijker te maken bij de aankoop van tickets, bij de betaalmethode en bij de verschillende soorten specifieke tarifering.
Gratis openbaar vervoer is een bevoegdheid van de Gewesten, die het verlies aan inkomsten van hun openbaarvervoermaatschappijen compenseren.
Het is niet de bedoeling om dotaties toe te kennen aan TEC of De Lijn voor gratis ritten die werden toegekend door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering. Vanaf dan moeten reizigers die zullen genieten van gratis vervoer van de MIVB het vervoer met andere maatschappijen betalen.