Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het parkeren in het Brussels Gewest.

Indiener(s)
Arnaud Verstraete
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 158)

 
Datum ontvangst: 19/12/2019 Datum publicatie: 13/02/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 12/02/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
09/01/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Het Brusselse regeerakkoord toont zich ambitieus in haar parkeerbeleid. Naast het verminderen van de invloed van parkeren op de openbare ruimte door het stimuleren van parkeren buiten de openbare weg maakt de regering ook werk van de uniformisering van de tarieven, vrijstellingskaarten en bewonerskaarten en een wijziging van de parkeernorm voor woningbouwprojecten naar een maximum i.p.v. een minimum.

Dat is geen toeval. Uit onderzoek van De Standaard (DS, 28 november) blijkt bijvoorbeeld dat bouwpromotoren het steeds moeilijker hebben om de parkeerplaatsen binnen hun projecten te verkopen. Transporteconoom Klaas De Brucker pleitte naar aanleiding van dit onderzoek voor een omgekeerde logica. "In plaats van de eigenaars van appartementen te verplichten een of meer parkeerplaatsen aan te kopen, zou men auto-eigenaars moeten verplichten om een garage of private parkeerplaats te hebben." Een interessante piste waarbij het principe wordt vooropgesteld dat private goederen thuishoren op het private domein en dat het publieke domein moet worden voorbehouden voor publiek gebruik. Publiek domein mag niet (permanent) worden geprivatiseerd. Het is dan ook belangrijk om zicht te krijgen op de private inname van de publieke ruimte.

Daarom heb ik voor de Minister de volgende vragen:

· Uit cijfers van de gemeente Schaarbeek blijkt dat het aantal uitgereikte parkeerkaarten groter is dan het aantal beschikbare plaatsen op de openbare weg. Hoeveel parkeerkaarten worden er uitgereikt door de 19 Brusselse gemeenten, aan welke voorwaarden (o.a. prijs) en van welk type?
· Welke gemeenten passen een benadering met parkeersectoren toe voor de uitgereikte parkeerkaarten die in overeenstemming is met de desbetreffende gewestelijke regelgeving?
· Wat is de verhouding tussen het aantal uitgereikte parkeerkaarten en het aantal beschikbare parkeerplaatsen op de openbare weg?
· Hoeveel parkeerplaatsen zijn er in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zowel op als buiten de openbare weg? Hoe groot is de onderbenutting van de plaatsen buiten de openbare weg?
· Welke concrete maatregelen plant de Brusselse regering m.b.t. volgende onevenwichtigheden:
o De maatschappelijke en financiële kosten voor parkeerplaatsen op de openbare weg liggen aanzienlijk hoger dan de werkelijk bijdrage van gebruikers. Beschikt de Minister over een schatting van die maatschappelijke kosten? Hoe wil de regering de bijdrage van de gebruiker beter afstemmen op de maatschappelijke kost?
o Als het aantal parkeerkaarten hoger ligt dan het aantal beschikbare plaatsen, leidt dat tot onrealistische verwachtingen bij parkeerkaarthouders en dus tot problemen. Welke maatregelen kan de regering hiervoor nemen? Klopt het dat 30% van het verkeer 'zoekverkeer' is dat op zoek is naar een parkeerplaats?
· Kan de Minister een overzicht bezorgen van de jaarlijks geïnde parkeerinkomsten per gemeente en de doorgestorte bedragen aan het Gewest in het kader van de parkeerordonnantie (15% van de inkomsten), en dit sinds 2018?
· Hoeveel gemeenten hebben de controle en inning van parkeergelden uitbesteed aan Parking.Brussels?

 
 
Antwoord    1. Het Gewest beschikt over cijfers voor 15 van de 19 gemeenten. De gemeenten Etterbeek, Sint-Joost, Sint-Pieters-Woluwe en Sint-Lambrechts-Woluwe gebruiken niet dezelfde software om deze kaarten te beheren. Binnen die 15 gemeenten zijn momenteel ongeveer 215.000 vrijstellingskaarten actief. Hun prijs schommelt tussen 5 en 28 euro voor particulieren voor het eerste voertuig. Vrijstellingskaarten voor bedrijven kunnen enkele honderden euro's kosten. Voor het tariefoverzicht per gemeente verwijzen we u naar de website van parking.brussels.

2. Volgende gemeenten hebben een sectorindeling of een soortgelijk systeem ingevoerd: Anderlecht, de Stad Brussel, Elsene, Jette, Sint-Gillis, Ukkel en Sint-Lambrechts-Woluwe.


3. In 2018 beschikten acht van de door parking.brussels beheerde gemeenten (Anderlecht, Berchem, Vorst, Ganshoren, Jette, Molenbeek, Elsene en Schaarbeek) over 97.224 gereglementeerde parkeerplaatsen, terwijl er in datzelfde jaar 160.306 actieve vrijstellingskaarten waren. Dat is een verhouding van 1,65 kaarten per gereglementeerde plaats. Het Parkeeragentschap leverde dat jaar nog geen vrijstellingskaarten af voor de gemeente Evere.


4. On-street: op de openbare weg zijn er ongeveer 263.500 parkeerplaatsen (gereglementeerde, niet-gereglementeerde en voorbehouden plaatsen, zonder echter rekening te houden met parkeerplaatsen vóór de inritten van eigendommen). Merk op dat er voor dit jaar een algemene telling is gepland. Off-street: buiten de openbare weg zijn er ongeveer 645.000 parkeerplaatsen, waarvan bijna 295.000 in appartementsgebouwen en circa 200.000 voorbehouden voor kantoren. Het gaat hier om een maximale raming.



5.
5.1. Het is mogelijk om een studie naar de maatschappelijke en financiële kosten van parkeerplaatsen op de openbare weg uit te voeren, maar er zijn op dit moment geen exacte gegevens beschikbaar.
5.2. De maatregelen die door de Brusselse overheid kunnen worden genomen, vallen niet onder de bevoegdheid van parking.brussels. Sareco, een Frans onderzoeksbureau dat in parkeerbeleid is gespecialiseerd, publiceerde in een studie van februari 2005 dat 30% van het stadsverkeer op zoek is naar een parkeerplaats. Dit percentage wordt sindsdien regelmatig in de pers aangehaald, zonder specifieke bronnen te vermelden.
6. Het is nog te vroeg om cijfers voor 2019 te geven. Voor de gemeenten die hun parkeerbeleid aan parking.brussels hebben overgedragen, zijn de jaarlijkse inkomsten per 31/12 voor het jaar 2018 als volgt:
Anderlecht: € 2.691.549,70
Berchem: € 122.437,9
Evere: € 294.638,68
Ganshoren: € 210.390,37
Vorst: € 498.223,77
Jette: € 421.641,15
Molenbeek: € 1.052.437,53
Op deze bedragen moet 15% van de aan parking.brussels betaalde retributies in mindering worden gebracht, dus respectievelijk:
Anderlecht: € 403.732,77
Berchem: € 18.365,68
Evere: € 44.195,80
Ganshoren: € 31.558,55
Vorst: € 74.733,56
Jette: € 63.246,17
Molenbeek: € 157.865,62

7. Op 1 januari 2019 hebben 10 gemeenten hun parkeerbeheer aan parking.brussels overgedragen.