Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de verschillen tussen de Gewesten op het gebied van autofiscaliteit

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 178)

 
Datum ontvangst: 13/01/2020 Datum publicatie: 10/03/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 04/03/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
17/01/2020 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Januari is niet alleen de maand van de wensen, maar ook die van het traditionele autosalon in Brussel. Dé gelegenheid om nieuwe voertuigen, alternatieve brandstoffen, innovaties die door de automobielsector worden voorgesteld, maar vooral ook de autofiscaliteit onder de loep te nemen.
Volgens een reportage die dit weekend (10/01/2020) in het RTBF-televisienieuws werd uitgezonden, bestaan er grote verschillen in België, afhankelijk van het Gewest waar men woont. In Vlaanderen bijvoorbeeld is men veel strenger met betrekking tot vervuilende wagens.
De journaliste haalt het voorbeeld aan van een SUV Kona van Hyundai – dieselmotor. De inverkeerstellingsbelasting die betaald wordt bij de aankoop van het voertuig is veel hoger in Vlaanderen (679 euro in vergelijking met 123 euro in het Brussels en Waals Gewest).
Voor hetzelfde voertuig, maar dan 100% elektrisch, betalen de inwoners van het Vlaamse Gewest 0 euro inverkeerstellingsbelasting en jaarlijkse belasting, terwijl de inwoners van het Brusselse of Waalse Gewest 61 euro inverkeerstellingsbelasting en 80 euro jaarlijkse belasting betalen.
Ook de belastingen voor hybride auto's zijn duurder in Wallonië en Brussel. Voor een Golf-benzine-hybride auto bedraagt de inverkeerstellingsbelasting 188 euro in Vlaanderen en nog veel meer in Brussel en Wallonië, namelijk 827 euro. De belasting is gebaseerd op het vermogen van het voertuig en helemaal niet op de hybride aard.
Iedereen begrijpt vandaag de dag dat er behoefte is aan milieuvriendelijke vervoerswijzen en dat er een klimaatcrisis is. Volgens mijn fractie moeten we hand in hand met de andere Gewesten werken. Dit is overigens niet het moment om belastingen toe te voegen aan andere belastingen in Brussel. Wat we nodig hebben zijn pragmatische oplossingen en alternatieven, zoals een echt en efficiënt openbaar vervoeraanbod. En dus mogen we de Brusselaars en de pendelaars niet benadelen, en vooral de Brusselaars niet aanmoedigen om in de rand of buiten Brussel te gaan wonen!
In de algemene beleidsverklaring van de regering wordt het volgende gezegd: “De verkeersbelastingen moeten eveneens herbekeken worden om een beter gebruik van de auto mogelijk te maken en er tegelijkertijd voor te zorgen dat deze geen negatieve sociale gevolgen heeft. De verkeersfiscaliteit is een instrument dat zal worden gebruikt om de doelstellingen te bereiken die het Gewest in het kader van het NEKP heeft vastgesteld.”.
In het kader van haar eigen bevoegdheden zal de regering een uitgebreide hervorming van de verkeersbelasting voorstellen die gericht is op het verbeteren van de kwaliteit van het stedelijk leven voor iedereen, als onderdeel van een rechtvaardige en wederzijds ondersteunende transitie.
Ons voorstel, bij het “Mouvement réformateur, bestaat erin een nieuwe formule uit te werken voor de berekening van de VAA op grond van de ecoscore om de meest milieuvriendelijke voertuigen sterk te bevoordelen en derhalve aan te zetten tot een vergroening van het wagenpark.
Gelet op deze cijfers en deze verschillen tussen de Gewesten wens ik u volgende vragen te stellen.
- Deze belastingverschillen tussen Brussel, het noorden en het zuiden van het land lijken me vreemd. Heeft uw departement becijferde studies uitgevoerd om de autofiscaliteit in Brussel en de verschillen tussen het Vlaams en het Waals Gewest te analyseren? Zo ja, wat zijn de belangrijkste conclusies?
- Hoe staat het met uw contacten met uw collega's in het noorden en het zuiden van het land en op federaal overheidsniveau met betrekking tot de autofiscaliteit?
- Hoe staat het met de herziening van de "Bruxell'Air"-premie, zoals aangegeven in de algemene beleidsverklaring van de Brusselse regering?
 
 
Antwoord    De verschillen die u opmerkt, zijn er vandaag de dag wel degelijk. Het Vlaams Gewest heeft het beheer van de verkeersbelasting in 2011 overgenomen, terwijl het Waals Gewest dat pas in 2014 heeft gedaan. Sinds 1 januari 2020 is het Gewest verantwoordelijk voor de inning van de taksen, zonder dat er iets werd gewijzigd aan de modaliteiten en tarieven.

In 2018 heeft de vorige Regering een taskforce opgericht om de hervorming van de autobelasting in het BHG op de rails te zetten. In deze taskforce zetelden experts inzake autobelasting, alsook vertegenwoordigers van de twee andere gewesten die a minima aanwezig zijn voor gesprekken over leasingwagens. De taskforce werd opgevolgd en geleid door Brussel Fiscaliteit en het kabinet Vanhengel.

Deze taskforce heeft, in het kader van zijn activiteiten, de verschillende berekeningssystemen en -methoden geanalyseerd die in de andere gewesten van kracht zijn. Er werden ook een aantal voorstellen gedaan voor het BHG, maar deze voorstellen moeten nog grondiger worden uitgewerkt en opnieuw worden besproken gelet op de recente keuzes en beslissingen van de huidige Regering.

Eind 2019 werd er een nieuwe task force opgericht waarin alle administraties zetelen die betrokken moeten worden bij de hervorming van de verkeersbelastingen. Zoals bepaald in het Regeerakkoord omvat deze hervormingde belasting op inverkeerstelling, de jaarlijkse verkeersbelasting en de invoering van een congestie heffing voor alle voertuigen die zich verplaatsen op Brussels grondgebied en dit gebaseerd op het Low Emission Zone-systeem.

De gesprekken over de praktische uitvoering van de hervorming van de autobelasting, de te voeren analyses, het beheer en de tijdschema’s zijn lopende en er werden werkgroepen opgericht waarin de verschillende betrokken administraties en kabinetten zetelen.

De hervorming van de verkeersbelastingen kadert in de wil van deze Regering om het congestie probleem aan te pakken en de strijd om schone lucht voor de Brusselaar te garanderen. Belangrijk is om negatieve sociale gevolgen te vermijden.

De Brusselse Regering blijft in gesprek met haar tegenhangers in de andere Gewesten en op federaal niveau om hen te overtuigen om samen naar een oplossing te zoeken.

De Regering heeft inderdaad besloten om de criteria voor de toekenning van de Brussel’Air-premie te herzien. De gesprekken hierover lopen momenteel ook.