Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de toegankelijkheidsproblemen van het MIVB-netwerk voor PBM's

Indiener(s)
Anne-Charlotte d'Ursel
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 218)

 
Datum ontvangst: 05/02/2020 Datum publicatie: 19/05/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 18/05/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
07/02/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Onlangs verscheen in de pers een getuigenis van de voorzitter van het CaWaB, het Collectif Accessibilité Wallonie Bruxelles. Hij reageerde verheugd op de aankondiging dat een lift geïnstalleerd zou worden in het station Vandervelde. Over de andere zwarte punten voor de toegankelijkheid van het Brussels openbaar vervoer voor personen met beperkte mobiliteit nuanceerde hij echter zijn woorden.

Zijn eerste struikelblok was het feit dat iemand in een rolstoel momenteel nog steeds niet zelfstandig de metro kan nemen wegens de ruimte tussen het metrostel en het perron. Ook is het niet mogelijk om op elk moment waarop het netwerk gebruikt wordt te reserveren. Het tweede struikelblok was dat de app van de MIVB bij het uitstippelen van een traject geen rekening houdt met een defecte lift. Het laatste struikelblok was gericht tegen de signalisatie van de multimodale stations, die volgens hem niet voldoende zijn aangepast aan mensen met een visuele handicap, die moeite hebben om er de weg te vinden.

Aangezien het openbaar vervoer voor iedereen toegankelijk moet zijn, ongeacht hun handicap, omdat het een grondrecht is om zich vrij te kunnen verplaatsen en een zelfstandig en waardig leven te leiden, wil ik graag met u de balans opmaken van deze verklaringen en van de maatregelen die op dat gebied worden genomen.

Staat u mij dus toe u de volgende vragen te stellen:

- Hebt u, in het algemeen, reeds gelijkaardige getuigenissen ontvangen inzake die drie punten? Welke contacten onderhoudt u met de verenigingen die personen met een handicap vertegenwoordigen, met name het CaWaB?
- Welke maatregelen hebt u getroffen zodat mensen in een rolstoel alleen de metro kunnen nemen? Zijn er technische aanpassingen (van het type “intrekbare brug”) mogelijk om op verzoek de ruimte tussen het metrostel en het perron te overbruggen? Wat zijn de voornaamste hindernissen die een dergelijke stand van zaken verantwoorden?
- Waarom mogen personen met beperkte mobiliteit niet hetzelfde voorrecht als iedereen genieten door zich op gelijk welk uur te verplaatsen? Welke hindernissen staan in de weg dat zij op elk moment kunnen reserveren? Is een gebrek aan personeel de voornaamste reden? Ziet u andere manieren om tegemoet te komen aan dat verzoek van de PBM’s?
- Werd een studie uitgevoerd over de moeilijkheden voor mensen met een visuele handicap om zich te verplaatsen in de nieuwe multimodale stations? Wat zijn de voornaamste moeilijkheden die werden vastgesteld? Welke maatregelen worden getroffen om die moeilijkheden te verbeteren?
 
 
Antwoord    De toegankelijkheid van het MIVB-net voor personen met beperkte mobiliteit was al het voorwerp van verschillende antwoorden op parlementaire vragen.

Ik verwijs u onder andere naar de antwoorden op de schriftelijke vraag nr 179 van de heer Koyuncu, naar de samengevoegde interpellaties van de heer Loewenstein en mevr Czekalski, naar de mondelinge vraag van de heer De Lille en naar de samengevoegde interpellaties van de heer Uyttendaele, mevr Delforge, de heer Loewenstein en mevr Sidibe.

Bezorgd om de problematiek van personen met beperkte mobiliteit onderhoudt de MIVB een zeer constructieve overlegrelatie met de CAWaB, en met de verenigingssector in het algemeen. Dit wordt voortaan omkaderd door de Task Force Toegankelijkheid van Brussel Mobiliteit en erkend door de PBM-afdeling van de Gewestelijke Mobiliteitscommissie.

De MIVB ontvangt uiteraard, in de context van dit overleg en in haar relaties met de onmiddellijk betrokken personen, uiteenlopende getuigenissen die meestal de reële verbeteringen van de afgelopen jaren erkennen en op prijs stellen, terwijl ze ook de vinger leggen op blijvende tekortkomingen.

De reacties van de MIVB-klanten op dat vlak (verzameld via verschillende communicatiekanalen) zijn eerder zeldzaam. In 2019 kwamen er voor de aangehaalde onderwerpen:

- 2 reacties over de ruimte tussen het metroperron en het voertuig;
- Geen enkele reactie over de uurroosters van de assistentiedienst in de metro;
- 1 reactie na de aankondiging van de informatie over de beschikbaarheid van de liften, maar ook 3 bedankingen over dit onderwerp;
- Geen enkele reactie over onvoldoende aangepaste signalisatie voor slechtzienden in de metrostations.

De leemte perron-voertuig in de metrostations is inderdaad te groot (en zeer wisselend van station tot station) om de autonome toegankelijkheid voor een persoon in een rolstoel mogelijk te maken.

Dat resulteert uit het ontwerp en de bouwmethoden bij de ontwikkeling van het metronet, dat teruggaat naar de jaren 1960-1970. En het is niet mogelijk om er op een eenvoudige en efficiënte manier aan te verhelpen buiten de grote renovatiewerken die zowel de perrons als het spoor betreffen.

Daarom werd de assistentiedienst opgezet.

De vermindering van de leemte perron-voertuig ligt ter studie in het kader van het moderniseringsprogramma van de metrolijnen 1-5 en van het omvormingsprogramma tot metro van de as Noord-Albert. Het gaat om een verplichting voor het verlengingsproject Metro-Noord (Bordet-Noord).

Daarom steunt de MIVB onder andere op de ervaring die ze verwerft op het tramnet, waar ze perronboorden toevoegt aan de perrons om de ruimte gevoelig te beperken.

De assistentiedienst in de metro is sinds enkele jaren beschikbaar van 7 tot 22 uur en dit elke dag van het jaar, met een mogelijkheid om vooraf te reserveren en, zonder reservatie, de zekerheid te hebben om binnen het uur na de aanvraag te worden bediend.

De MIVB heeft vandaag de capaciteit niet om op dat vlak een voldoende kwaliteitsvolle dienst te kunnen verzekeren buiten deze tijdstippen (vooral wat de wachttijd betreft), wanneer het aantal medewerkers op het net beperkt is. Wij bekijken de mogelijkheden om de dienst uit te breiden en verder te verbeteren.

Wat de moeilijkheden betreft voor personen met een visuele beperking om zich te oriënteren in de nieuwe mulitmodale stations, tekende de MIVB geen enkele reactie op van de klanten.

De signalisatie van een nieuw station (of van een gerenoveerd station) maakt altijd voorwerp uit van bijzondere zorg en de geleidingssystemen voor blinden en slechtzienden worden er geïnstalleerd zoals in alle stations van het net.

De MIVB bespreekt dit punt met de CAWaB in het kader van haar overleg om problemen te identificeren.