Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende daling van de werkloosheid bij de Brusselse jongeren

Indiener(s)
Farida Tahar
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 120)

 
Datum ontvangst: 10/02/2020 Datum publicatie: 10/04/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 10/04/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
12/02/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Op de internetsite van de RTBF van dinsdag 4 februari vernemen we dat de werkloosheid bij de Brusselse jongeren gedaald is.

Volgens Actiris bedraagt de werkloosheid onder de jongeren van minder dan 25 jaar 24,5% (het gewestelijk gemiddelde bedraagt 15,7%). Actiris verbetert de cijfers van vorig jaar, die voor dezelfde periode 24,3% bedroegen. Concreet betekent dit dat er 342 jonge werkzoekenden minder zijn.

We kunnen de gestage daling van de jeugdwerkloosheid toejuichen, maar we weten ook dat er uitsluitingsmechanismen bestaan en dat sommige statistieken met de nodige voorzichtigheid dienen te worden geïnterpreteerd.

In dat verband had ik u graag de volgende vragen gesteld :

- Welke soorten contracten worden gesloten met jongeren die een baan hebben gevonden?

- Hoeveel jongeren onder de 25 jaar zijn uitgesloten van de werkloosheidsuitkering?

- Wat is het sociologische profiel van die uitgesloten jongeren?

- Hoeveel jongeren zijn ten laste van de OCMW’s? Hoe staat het met degenen die van onze radar zijn verdwenen?

- Wat is uw strategie om een proactief beleid te voeren dat ertoe strekt deze kwetsbare doelgroep te resocialiseren?
 
 
Antwoord    Om uw vraag over het soort arbeidsovereenkomsten dat aan jongeren wordt toegekend te beantwoorden, baseer ik mij op de gegevens uit de arbeidskrachtenenquête. Omdat deze gegevens ons in staat stellen om de werkgelegenheid op te splitsen naar soort betrekking, waarbij we vaste betrekkingen onderscheiden van tijdelijke betrekkingen. De meest recente gegevens van de AKE zijn beschikbaar voor het jaar 2018.

Laten we hierbij opmerken dat 30,9% van de jongeren (jonger dan 30 jaar) een tijdelijk betaalde job heeft. Tijdelijke betrekkingen komen bij jongeren juist vaker voor dan bij andere werknemers. Het fenomeen doet zich ook voor op algemeen niveau in België, waar de tijdelijke werkgelegenheid voor jongeren 29,9% bedraagt.

Wat uitsluitingen betreft, moet enerzijds een onderscheid worden gemaakt tussen uitsluitingen op het einde van het recht op inschakelingsvergoeding (ERIV) en uitsluitingen in het kader van de controle op de beschikbaarheid van werklozen.

Wat betreft de uitsluitingen die verband houden met het einde van het recht op inschakelingsvergoeding werden volgens de gegevens van de RVA in 2019 68 jongeren jonger dan 25 jaar uitgesloten, waarvan 35 mannen en 33 vrouwen.

Er is geen enkele jongere onder de 25 jaar die in 2019 werd uitgesloten in het kader van de controle op de beschikbaarheid.

Voor een kwalitatieve en sociologische beschrijving van werkzoekenden die zijn uitgesloten van een vergoeding, stel ik voor dat u de volgende studie leest: "De ervaringen van uitsluiting van werkloosheid" van Marc Zune, Didier Demazière en Elise Ugeux. Deze kan u raadplegen op de website van Actiris :
http://www.actiris.be/Portals/36/Documents/FR/Rapport-exclus-chomage-Actiris_UCL_Avril_2017.pdf

Onderstaande tabel toont het aantal leefloon-begunstigden (gemiddelde 1ste helft 2019) per leeftijdsgroep.

Ik vestig uw aandacht op het feit dat meer dan 50% van de leefloonjongeren studeert (leefloonstudenten). Zo telt men vast dat 6.103 jongeren begunstigden zijn van een leefloon (buiten de categorie studenten).

Tableau 3 : Nombre de bénéficiaires du Revenu d’intégration sociale (RIS) par classe d’âge (< 65 ans) pour la Région bruxelloise – moyenne du 1er semestre 2019

Tabel 3 : Aantal begunstigden van een leefloon per leeftijdscategorie (<65 jaar) voor het Brussels Gewest – gemiddelde van het 1ste helft 2019

Bénéficiaires du RIS / Begunstigden van het leefloon

Dont RIS-étudiant / Waarvan leefloon-student

Bénéficiaire du RIS (hors étudiant) : Begunstigde van het leefloon (niet student)

< 25 ans

12.665

6.562

6.103

25 - 29 ans

5.198

728

4.470

30-39 ans

7.821

83

7.738

40-49 ans

6.161

13

6.149

50-64 ans

6.509

5

6.504

Total (< 65 ans)

38.355

7.391

30.964

Sources / Bronnen : SPP intégration sociale, Calculs view.brussels



Wat betreft de vroegtijdige schoolverlaters, vindt u hieronder de gegevens over de evolutie 2010-2018 van het percentage NEET’s (15-24 jarigen) voor het Brussels Gewest.

De term NEET wordt gebruikt om jongeren aan te duiden die niet aan het werk zijn, niet studeren en geen opleiding volgen. De gegevens worden berekend op basis van de Arbeidskrachtenenquête. Voor het Brussels Gewest is er een duidelijke daling van het aandeel NEET’s.

Tableau 4 : Evolution du taux NEETS (15 à 24 ans) par sexe

Tabel 4 : Evolutie van het percentage NEET’s (15 tot 24 jaar) per geslacht

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

Région bruxelloise – Brussels Gewest

17,0

18,8

19,2

18,7

15,8

17,5

15,2

13,3

13,3

Sources: Statbel - EFT, Calculs Steunpunt WSE



Er moet benadrukt worden dat het concept van de NEET’s een breed concept is dat zowel werkloze jongeren als schoolverlaters op zoek naar een job omvat, maar ook jongeren in andere situaties zoals jongeren die niet beschikbaar zijn op de arbeidsmarkt:

- om familiale redenen (bv. voor de zorg voor een geliefde of een jong kind);
- wegens ziekte, handicap, ...;
- omdat ze hun studie tijdelijk hebben onderbroken en deze zullen hervatten);
- omdat ze reizen of constructief bezig zijn met andere activiteiten zoals kunst of zelfstudie…

In het kader van het Operationele Programma ESF 2014-2020 en van de Brusselse maatregel Jongerengarantie, heeft Actiris in 2018 een projectoproep NEET’s gelanceerd. Het doel van dit partnerschap is om jongeren die aanvankelijk beschouwd worden als schoolverlaters de mogelijkheid te geven om opnieuw in contact te komen met en vertrouwen te hebben in de instellingen zodat ze een beroepsproject kunnen uitwerken. Na afloop van deze bemiddeling zullen diegenen die aanvankelijk als “afvallers” werden beschouwd, het contact met de instellingen hebben hervat en actief en duurzaam een zoektocht naar of de implementatie van oplossingen hebben gestart (werkgelegenheid, stage, opleiding, hervatting van studies …)