Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de aanwending van de begroting Actiris (Opdracht 18) “Overdrachten aan privé-ondernemingen in verband met de RSZ-kortingen, patronale bijdragen doelgroepen, Gesco's, Bonus Jongeren in de non‑profitsector - 6e Staatshervorming”

Indiener(s)
Luc Vancauwenberge
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 127)

 
Datum ontvangst: 11/02/2020 Datum publicatie: 30/03/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 30/03/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
18/02/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In de begroting van Actiris (ref.: A-36/1 vervolg 4, Opdracht 18, Programma 11, blz. 82) stelt men vast dat er 106.373.000 euro wordt uitgetrokken voor “Overdrachten aan privé-ondernemingen in verband met de RSZ-kortingen, patronale bijdragen doelgroepen, Gesco's, Bonus Jongeren in de non‑profit sector - 6e Staatshervorming”.

Ik had graag meer geweten wat de precieze bestemming van die overheidsmiddelen is. Als u de cijfers voor 2019 niet hebt, dan neem ik genoegen met de cijfers van de rekeningen 2018.

- Kunt u de transfers aan de privé-ondernemingen toelichten? Wat is het doel? Volgens welke procedure kunnen ondernemingen middelen uit die begroting krijgen?
- Over welke privé-ondernemingen gaat het? Graag meer details over deze ondernemingen wat hun omvang en sector betreft. Graag een uitsplitsing van de bedragen die aan de betrokken ondernemingen werden overgedragen.
 
 
Antwoord    Wat betreft de overdrachten aan privéondernemingen, gaat het om een vermindering van de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid voor ondernemingen met een zetel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het kader van het beleid inzake de tewerkstelling van werknemers uit een bepaalde categorie of uit bepaalde doelgroepen.

Deze verminderingen en aanverwante budgetten hebben voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vooral betrekking op de verminderingen voor oudere werknemers (40,3 miljoen gepland in 2020) en gesubsidieerde arbeidscontractanten waarvan 65,4 miljoen gepland in 2020, alsook op het statuut van Artiest dat recht geeft op verminderingen van de bijdragen (5,4 miljoen gepland in 2020).

Door de totale loonkosten te verlagen, maakt de Brusselse Regering deze banen aantrekkelijker voor werkgevers en maakt ze het zo gemakkelijker voor mensen in deze categorieën om weer aan het werk te gaan.

De volledige regeling wordt door de RSZ beheerd op basis van het beleid dat in de gewesten wordt gevoerd.

Concreet betekent dit dat de werkgever bij de aanwerving aan de RSZ meedeelt dat de betrokkene deel uitmaakt van een doelgroep en recht heeft op een korting.

Het recht op deze vermindering van de RSZ-bijdragen voor ondernemingen die hun zetel in Brussel hebben, geldt niet volgens criteria die specifiek zijn voor deze Brusselse ondernemingen, maar wel voor de tewerkstelling van werkzoekenden die behoren tot doelgroepen die door verschillende reglementeringen worden bepaald.

De statistische gegevens die rechtstreeks bij de RSZ beschikbaar zijn, laten ons momenteel niet toe de gestelde vragen te beantwoorden.

In Actiris wordt momenteel gewerkt aan de opvolging van de maatregelen die onder de Brusselse budgetten vallen. Het zal eind 2020 worden afgerond. Deze controle, die wordt gevoed door verschillende administratieve stromen (authentieke bronnen), zal het mogelijk maken het bedrag van de toegekende steun uit te splitsen naar het soort reductiemaatregel, de omvang van de werkgever en de sector waarin hij werkzaam is.

Op een algemeen niveau, kan ik u zeggen dat de "Gesubsidieerde Contractuelen” (GECO)"-kortingen beperkt zijn tot bedrijven in de non-profitsector, d.w.z. de vzw’s en de Brusselse overheidssector (administratie). Op basis van de resultaten van het derde kwartaal van 2019 hebben bijna 1.150 werkgevers gebruik gemaakt van de GECO-kortingen. Al deze bedrijven hebben een overeenkomst met Actiris.

Op basis van de resultaten van het derde kwartaal van 2019 hebben de "oudere werknemers"-verminderingen betrekking op bijna 4.334 bedrijven in alle economische sectoren. Deze verlagingen worden verhoudingsgewijs meer gebruikt door bedrijven die tot de volgende sectoren behoren: Handel (19%), Horeca (10%), Administratieve en ondersteunende diensten (10%), Vastgoed (9%) en Overige diensten (6%). De overige ondernemingen die steun ontvangen bevinden zich in andere, niet eerder genoemde sectoren, met een intensiteit van maximaal 5%: Bouw, Kunst en Amusement, Communicatie, Industrie, enz.