Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de bestrijding van leegstand.

Indiener(s)
Fouad Ahidar
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 102)

 
Datum ontvangst: 12/02/2020 Datum publicatie: 17/03/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 17/03/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
18/02/2020 Ontvankelijk p.m.
17/03/2020 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    Leegstand blijft een heel groot probleem in het gewest. De cijfers zijn niet altijd duidelijk, maar men schat het aantal leegstaande woningen op 15.000 tot 30.000. Die cijfers circuleren al jaren, maar niemand kan bevestigen dat het er inderdaad zoveel zijn. In elk geval zijn het er te veel.

Vandaar mijn vragen:

- Welke sociale huisvestingmaatschappijen kennen de hoogste leegstandsgraad? ( Gelieve ons een overzicht van het aantal 2-3-4 en 5 kamers die per sociale huisvestingsmaatschappij leeg staan te willen overmaken). Voor welke meest voorkomende redenen zijn deze woningen leeg?

- Welke SVK’s kennen de hoogste leegstandsgraad? ( Gelieve ons een overzicht van het aantal 2-3-4 en 5 kamers die per SVK leeg staan te willen overmaken). Voor welke meest voorkomende redenen zijn deze woningen leeg?

- Hoeveel sociale woningen zijn erkend als historisch monument? Hoeveel van deze woningen zijn onbewoond? Hoeveel van deze woningen moeten gerenoveerd worden en voor welke redenen?

- In de beleidsverklaring wordt er gesproken over een herziening van het openbaarbeheerrecht met het oog op de bestrijding van ongezonde en leegstaande woningen. Hoe ver zit u in het invoeren van een nieuw mechanisme om woningen onder gedwongen beheer te brengen bij een gemeente of SVK?

- Beschikt u over andere denkpistes om leegstand in ons gewest te bestrijden?

- Welke mechanismen worden vandaag gebruikt door de verschillende gemeentes om leegstand en ongezonde woningen te bestrijden ?
 
 
Antwoord    De in uw vraag vermelde schattingen hebben over het algemeen betrekking op de situatie op de privémarkt.

Als antwoord op uw vragen over de situatie van de sociale huisvesting en de sociale verhuurkantoren, wil ik u op de volgende punten wijzen.

In bijlage 1 vindt u een grafiek met, per OVM, het percentage sociale woningen die onbewoond zijn wegens renovatie of leegstand, op datum van 31/12/2019

Zoals u kunt zien, kent de Zuiderhaard het hoogste percentage aan onbewoonde woningen, namelijk 20%, waarvan 12% wegens renovatie.

Het betreft de wijk Bempt (ook de ‘Gele Blokken’ genoemd, aan de Madelonssquare en Manonsquare in Vorst), met 252 woningen die binnenkort opnieuw zullen worden verhuurd.

Er zijn ook 11 woningen in de wijk van de Kersbeek waaraan momenteel wordt gewerkt.

LOG'IRIS, het resultaat van de fusie tussen De Etterbeekse Haard en De Koekelbergse Haard, kent eveneens een hoog percentage onbewoonde woningen, namelijk 16,1%, waarvan 12,5% wegens lopende of geplande zware werken.

De Etterbeekse Haard heeft veel woningen die in overeenstemming moeten worden gebracht met de huidige comfortnormen. Heel wat van deze woningen waren gebouwd zonder badkamer en waren zeer krap.

Wat Binhôme betreft, ligt de helft van de leegstaande woningen in de Cité Vandeuren en de Voltawijk dichtbij de begraafplaats van Elsene. Deze woningen zijn opgenomen in een renovatieprogramma.

Bijlage 2 toont per OVM het aantal onbewoonde woningen met 2-3-4-5 kamers op datum van 31/12/2019.

72% van de leegstaande woningen staat leeg door renovatiewerken.

Het betreft totaalrenovatie of vervanging van technische componenten, waarvoor de huurders de woning moeten verlaten. Deze 72% is de optelsom van 49% woningen met werken in uitvoering en 23% woningen die zijn opgenomen in een project met financiering.

24% van de woningen zijn onbewoond wegens huurleegstand. Deze tweede categorie betreft woningen die op een nieuwe huurder wachten en woningen die moeten worden opgeknapt tussen twee verhuurperiodes in.
De overige 4% bestaat uit 3% woningen die op financiering wachten en 1% waarvoor de OVM geen oorzaak voor de leegstand kon geven.


Voordat ik uw vraag betreffende de door de SVK’s beheerde woningen beantwoord, wil ik erop wijzen dat deze volledig als privéwoningen worden beschouwd.

Voor deze woningen kan de Cel Leegstaande Woningen van Brussel Huisvesting, net zoals voor elke andere privéwoning sancties opleggen bij inbreuken. Als gesubsidieerde instantie moeten de sociale verhuurkantoren ernaar streven een voorbeeldfunctie te vervullen in de strijd tegen leegstand in hun woningbestand.


Afgezien van het hierboven bindende aspect, worden de sociale verhuurkantoren er vanuit de wetgeving ook toe aangespoord woningen bewoond te houden, want behalve voor aanvaardbare ‘frictieleegstand’ (door opfrissingswerken, onderhoud en conformeren van installaties,…) zijn de sociale verhuurkantoren verplicht een maandelijkse huur te betalen aan de concessiegever. Enkel het verschil tussen de door de concessiegever gevraagde huur en de door de huurder betaalde huur wordt immers gesubsidieerd. De sociale verhuurkantoren genieten voorts een subsidieverhoging voor woningen die bewoond worden door personen met een laag inkomen.

Wat betreft het door u gevraagde overzicht van het aantal leegstaande woningen met 2-3-4-5 kamers per SVK, deel ik u mee dat er geen cijfers bestaan betreffende leegstand van door de Brusselse SVK’s beheerde woningen, omdat de huurleegstand in deze sector zeer gering blijft.



Hieronder vindt u de informatie betreffende het aantal sociale woningen die als historisch monument zijn erkend:

OVM

Geklasseerde woningen

Le Logis-Floreal

583

De Brusselse Woning

236

Comensia

255

Totaal

1074



- 25 onbewoonde woningen van Logis Floreal zijn geklasseerd;
- 44 onbewoonde woningen van Comensia zijn geklasseerd;
- 3 onbewoonde woningen van De Brusselse Woning zijn geklasseerd.

Van de 44 onbewoonde woningen van Comensia die in het register van de Directie Monumenten en Landschappen staan, moeten er 20 volledig gerenoveerd worden.

Voor de woningen van De Brusselse Woning en ook voor 24 van de 25 woningen van Logis Floréal, betreft het leegstand tussen twee verhuurperiodes in. Eén onbewoonde woning moet worden gerenoveerd, maar aangezien er nog geen onderzoek werd uitgevoerd, is nog niet bekend welke werken daarvoor nodig zijn.


Wat betreft het nieuwe systeem om woningen onder gedwongen beheer van een gemeente of SVK te plaatsen, werd er een nieuwe werkgroep met de verschillende stakeholders opgericht, die de juridische en materiële struikelpunten moet bepalen, teneinde een systeem te kunnen voorstellen dat aantrekkelijker is voor de openbare actoren.

Het besluit van 30 november 2006 zal dan in die zin worden aangepast.

Voordat ik de vraag beantwoord betreffende de denkpistes om leegstand van de sociale woningen in het Brussels Gewest tegen te gaan, wil ik erop wijzen dat er een forse toename is van het gebruik van de kredieten voor renovatie-uitgaven, zoals weergegeven in bijlage 3.


In 2014 bedroeg het totale verbruik nog 335.185.000 euro, en in 2019 is dat bedrag opgelopen tot 87.688.000 euro, wat neerkomt op een stijging van 149%. Dit betekent dat de OVM’s elk jaar meer renovatiewerken uitvoeren, wat getuigt van een professionalisering van de sector.


Concreet werkt de BGHM aan een actieplan dat onder meer gericht is op het versnellen van investeringsprogramma’s voor renovaties via volgende pistes:

- streven naar kortere uitvoeringstermijnen voor de werken;
- zoeken naar innovatieve herhuisvestingsoplossingen;
- een programma van 50 miljoen euro extra voor de financiering van bepaalde werken en haalbaarheidsstudies;

- het bundelen van overheidsopdrachten van de sector (voor projectontwerpers en bedrijven).
 ​

Op mijn verzoek voert Brussel Huisvesting momenteel een evaluatie uit van het openbaar beheersrecht en ook een vergelijkend onderzoek naar de praktijk in de andere Gewesten en in het buitenland. 

Daartoe werd op 6 februari 2020 reeds een vergadering gehouden met Brussel Huisvesting en de operatoren die al gebruikmaakten (of willen gebruikmaken) van het openbaar beheersrecht, teneinde de good practices te beoordelen en de remmende factoren van dit systeem te bepalen. 


Eind maart zal mijn kabinet Brussel Huisvesting ontmoeten om kennis te nemen van de conclusies van de evaluatie en van het onderzoek. Op basis daarvan zal er een actieplan worden opgesteld. 


Hieronder enkele van de mechanismen die vandaag door de verschillende gemeente worden gebruikt ter bestrijding van de – in uw vraag geschatte 15.000 tot 30.000 – ongezonde en leegstaande woningen:


· De Directie Gewestelijke Huisvestingsinspectie, die haar personeelsbestand sterk heeft uitgebreid. De bedoeling is om de samenwerking met de gemeenten te versterken en te optimaliseren, om beter maatregelen te kunnen nemen tegen ongezonde woningen en zo de kwaliteit van de privéhuurwoningen in het hele Gewest te verbeteren, en op die manier bij te dragen in de strijd tegen huisjesmelkers;

· De Cel Leegstaande Woningen van Brussel Huisvesting, die als taak heeft na te gaan welke woningen onbewoond zijn, onderzoek te voeren, de leegstand te melden aan de eigenaar en de inbreuk te sanctioneren. De Cel werkt nauw samen met de gemeenten, en opent dossiers op eigen initiatief of op basis van klachten die worden ingediend door de 19 Brusselse gemeenten of de daartoe erkende verenigingen;
· De gemeentelijke observatoria. De regering wilde de samenwerking versterken met de lokale besturen, die over een grondige kennis beschikken van hun grondgebied. Daarom ondersteunt ze momenteel 12 gemeentelijke observatoria. De bedoeling is om een overzicht te maken van de leegstaande woningen te