Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het huurwoningenbestand van het Woningfonds

Indiener(s)
Joëlle Maison
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 113)

 
Datum ontvangst: 19/02/2020 Datum publicatie: 17/03/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 17/03/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
20/02/2020 Ontvankelijk p.m.
17/03/2020 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    Naast zijn activiteiten inzake “sociale leningen” (toekenning van hypothecaire leningen tegen verlaagde tarieven, groene leningen of steun voor de vorming van de huurwaarborg), beheert het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een groot huurwoningenbestand voor gezinnen met een bescheiden inkomen. Dit is het huurhulpbeleid.

Graag een antwoord op volgende vragen ter zake:

1. Hoeveel woningen telt het door het Woningfonds beheerde bestand huurwoningen met sociaal doeleinde momenteel volgens de laatste beschikbare statistieken? Hoeveel nieuwe woningen moeten nog worden voortgebracht door het Fonds in het kader van de Alliantie Wonen?
2. Kunt u ons verduidelijkingen geven over de samenstelling van het huurwoningenbestand van het Woningfonds, meer bepaald:
- het aandeel van de studio's en eenkamerappartementen;
- het aandeel van de tweekamerappartementen;
- het aandeel van woningen met drie slaapkamers;
- het aandeel van grote woningen met ten minste vier slaapkamers?
3. Kunt u ons een raming geven van de gemiddelde maandelijkse huur die momenteel binnen het huurwoningenbestand van het Woningfonds in rekening wordt gebracht? Is deze gemiddelde huurprijs hoger dan de gemiddelde huurprijs bij de sociale woningen die door de Openbare Vastgoedmaatschappijen (OVM’s) worden beheerd?
4. Hoeveel gezinnen die een aanvraag voor een woning bij het Fonds hebben ingediend, staan volgens de meest recente statistieken waarover u beschikt op dit moment op de wachtlijst voor het huurhulpprogramma? Hoe lang moeten deze kandidaat-huurders gemiddeld wachten voordat ze een woning krijgen aangeboden die geschikt is voor de samenstelling van hun gezin? Is de gemiddelde wachttijd bij het Woningfonds aanzienlijk korter dan de gemiddelde wachttijd bij de OVM’s?
5. Wat is de bezettingsgraad van het huurwoningenbestand van het Woningfonds? Kunt u ons het aantal momenteel onbewoonde woningen in het patrimonium van huurhulp aangeven?
 
 
Antwoord    Eind 2019 bestond het huurwoningenbestand van het Woningfonds uit 1471 woningen.

Het programma Alliantie Wonen dat aan het Woningfonds werd toegewezen, omvat 1.000 koopwoningen.

Het Huisvestingsplan en andere programma’s samen omvatten in totaal 164 huurwoningen in aanbouw.

Op termijn zal het woningbestand 1.635 woningen tellen, plus nog 54 woningen van het proefproject Requette-Lemaire, die oorspronkelijk bestemd waren voor de huurhulpsector en dan werden overgedragen aan kandidaat-huurders met recht van opstal.

Wat de samenstelling van het huurwoningenbestand van het Woningfonds betreft:

- 22 % studio’s en appartementen met slechts één kamer;
- 31 % woningen met twee kamers;
- 28 % woningen met drie kamers;
- 19 % woningen met ten minste vier kamers.

De gemiddelde huurprijs die momenteel gevraagd wordt voor de huurwoningen van het Woningfonds is 629 euro per maand.

In bijlage 1 vindt u een tabel met de gezinssamenstelling, de huurprijs en de inkomsten van de huurdersgezinnen.

De gemiddelde huurprijs voor sociale woningen die door de OVM’s worden beheerd, ligt veel lager. Volgens de meest recente gegevens op 31 december 2018 bedraagt die gemiddeld 304 euro.

De woningen van de OVM’s en van het Woningfonds zijn niet vergelijkbaar (cf. bijlage 2): het Woningfonds heeft een groter aandeel ruime woningen. Om een relevante vergelijking te kunnen maken, zouden de huurprijzen dus moeten worden teruggebracht tot de bewoonbare bruto-oppervlakte.

3471 gezinnen staan momenteel op de wachtlijst voor een woning bij het Woningfonds, dit is 2,36 keer zoveel als het aantal woningen van het woningbestand eind 2019.

72 % van de nieuwe huurders van het Woningfonds in 2019 heeft langer dan 4 jaar, en 28 % heeft minder dan vier jaar gewacht op een woning.

Bij de OVM’s is de gemiddelde wachttijd voor een eenkamerwoning 9 jaar en 8 maanden. De wachttijden voor woningen met twee, drie en vier kamers zijn respectievelijk 10 jaar en zeven maanden, 11 jaar en 8 maanden, en 14 jaar en 5 maanden.

De gemiddelde wachttijd bij het Woningfonds is dus veel korter dan die bij de OVM’s.

Eind 2019 bedroeg de percentage bewoonde woningen bij het Woningfonds 95,17 %.

64 woningen waren eind 2019 onbewoond om de volgende redenen:

- 25 woningen wachten op een nieuwe huurder;
- 5 woningen hebben schade;
- 34 woningen moeten zware renovatiewerken ondergaan. Het Woningfonds is in 2000 begonnen met het fundamenteel renoveren van woningen die vrijkomen.