Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de werking van de adviesraad van de huurders van elk van de 16 OVM’s

Indiener(s)
Bertin Mampaka Mankamba
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 115)

 
Datum ontvangst: 13/02/2020 Datum publicatie: 06/04/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 06/04/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
27/02/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Bij ordonnantie van 22 december 2000 tot wijziging van de ordonnantie van 9 september 1993 heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor elke OVM de verplichting ingevoerd om een adviesraad van de huurders op te richten, teneinde een dialoog tussen de OVM’s en de huurders tot stand te brengen.

Uit ervaring weten we dat de oprichting van de verschillende adviesraden geen groot succes was wegens het gebrek aan deelname van de huurders en het gebrek aan enthousiasme van de beheerders van de OVM’s.

1. Kunt u ons verzekeren dat de adviesraad van de huurders van elk van de 16 OVM’s overeenkomstig de wet is opgericht sinds de fusie van de OVM’s en over welke logistieke en financiële middelen de adviesraden beschikken om hun opdracht tot een goed einde te brengen?
2. Hoeveel keer zijn ze al bijeengekomen sedert de fusie tot vandaag?
3. Welke recurrente problemen werden besproken en welk gevolg heeft de raad van bestuur van de betrokken OVM’s eraan gegeven?
 
 
Antwoord    Na de fusies van de OVM’s in juli 2014 vonden de eerste juridische verrichtingen plaats om de Adviesraden van de Huurders (ARHUU’s) te fuseren. In 2014 beschikten slechts 13 van de 33 OVM’s over een adviesraad.

De regelgeving bepaalt dat als twee OVM's met elk een adviesraad fuseren, hun adviesraden automatisch ook gefuseerd worden.

Aangezien niet alle OVM’s een adviesraad hadden, werd er slechts in één geval een ARHUU-fusie doorgevoerd: namelijk voor En bord de Soignes, waarin de Adviesraad van HLS van Oudergem en die van de Construction d'Habitations Sociales de Woluwe-St-Pierre werden gefuseerd.

In maart 2017 zouden er nieuwe ARHUU-verkiezingen worden georganiseerd. Aangezien toen nog niet alle OVM's het juridische fusieproces hadden afgerond, konden er slechts voor 13 van de 19 OVM’s verkiezingen georganiseerd worden.

Na deze verkiezingen kon voor 9 van deze 13 OVM’s een Adviesraad worden opgericht.

Vier OVM’s konden geen adviesraad verkiezen wegens onvoldoende kandidaten of onvoldoende opkomst bij de verkiezingen.

Voor de zes OVM’s die in maart 2017 nog niet gefuseerd waren, werden er verkiezingen gehouden op 1 december 2018. Zo kon er nog een adviesraad worden opgericht.

Alle gefuseerde OVM’s konden dus de noodzakelijke verkiezingen houden.

De ARHUU's krijgen jaarlijks in principe 330.000,00 euro aan financiële middelen ter beschikking gesteld. Deze 330.000,00 euro wordt verdeeld tussen de ARHUU's, de OVM’s (zowel de OVM’s met een adviesraad als die zonder adviesraad, voor de taken die hun in het kader van het ARHUU-systeem werden toegewezen) en de verenigingen die ijveren voor de integratie via de huisvesting waarmee de BGHM een jaarlijkse overeenkomst ter ondersteuning van het ARHUU-systeem sluit.

Wat de logistieke middelen betreft: naast het kantoormateriaal dat de adviesraad met de toegekende financiële middelen kan aanschaffen, worden er een of meer ruimtes ter beschikking gesteld van de OVM’s (wettelijke verplichting).

Overeenkomstig artikel 8 van een ministerieel besluit van 26 september 2016 dat betrekking heeft op de ARHUU's, moet hierbij aan volgende voorwaarden voldoen worden:

- er moet ten minste 1 lokaal ter beschikking worden gesteld;
- de terbeschikkingstelling van het lokaal gebeurt gratis;
- de ter beschikking gestelde lokalen moeten over voldoende capaciteit beschikken zodat ten minste het aantal leden van de adviesraad er kan vergaderen. De Adviesraad heeft de mogelijkheid om er minstens twee keer per maand te kunnen bijeenkomen.

Wat het aantal vergaderingen van de ARHUU's betreft, bepaalt het Huishoudelijk Reglement voor de ARHUU’s in artikel 17 dat alle effectieve en plaatsvervangende leden van de Adviesraad ten minste eenmaal per maand moeten bijeenkomen. Deze verplichting geldt niet voor de maanden juli en augustus, en ook niet voor april indien in die maand meer dan 1 week schoolvakantie valt.

Het Huishoudelijk Reglement bepaalt ook dat de Adviesraad bijeenkomt telkens de voorzitter van de Adviesraad dat nuttig acht en zodra een verzoek daartoe wordt gedaan door ten minste 1/3 van de effectieve leden of 2/3 van de plaatsvervangende leden van de Adviesraad.

Door deze gezondheidscrisis heeft de BGHM het precieze aantal ARHUU-vergaderingen niet kunnen ontvangen van de OVM’s.

Wat betreft de terugkerende problemen die tijdens de ARHUU-vergaderingen worden besproken, bepaalt artikel 19 van het Huishoudelijk Reglement voor de ARHUU's dat de agenda van de ARHUU-vergaderingen wordt bepaald door de voorzitter van de adviesraad en dat op die agenda (ten minste) de volgende punten moeten staan:

- goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering;
- een herinnering aan de vorige en volgende vergadering van de raad van bestuur van de OVM;
- de eventuele verzoeken om advies van de OVM;
- informatie over het door de BGHM te verstrekken certificaat voor akkoord over de uitgaven wanneer dat certificaat sinds de laatste vergadering werd verstrekt;
- de adviezen die de ARHUU op eigen initiatief zou kunnen uitbrengen;
- elk punt dat door de effectieve en plaatsvervangende ARHUU-leden op de agenda werd geplaatst;
- een punt ‘Varia’.

Artikel 85, §2 van de Brusselse Huisvestingscode bepaalt dat behalve in dringende gevallen, advies vereist is voor:

1° de nog niet definitief goedgekeurde onderhouds-, renovatie- en inrichtingsprogramma's voor de gebouwen en hun direct en omliggende omgeving, voor een bedrag van meer dan 62.000 euro, exclusief btw, jaarlijks aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, ongeacht de financieringswijze door de OVM;

2° de methode(s) die de OVM vaststelt om de huurlasten te berekenen, de jaarlijkse afrekening van de huurlasten te maken, opgesplitst volgens hun aard, de wijze waarop ze worden gespreid en het bedrag van de provisies die hierop betrekking hebben;

3° de goedkeuring of de wijziging van het huishoudelijk reglement, tenzij het aangepast wordt aan een wijziging in de wetgeving. In dat geval, wordt de wijziging ter informatie meegedeeld;

4° de goedkeuring of wijziging van elk programma met betrekking tot de collectieve uitrustingen van de OVM, met inbegrip van de programma's waarbij zij zich heeft aangesloten;

5° elk programma waarmee de OVM zich tot de huurders wenst te richten voor culturele of sociaal-informatieve animatie.

De OVM’s delen aan de Adviesraad op geregelde tijdstippen en ten minste één maal om de drie maanden mee welk gevolg er aan diens adviezen is gegeven.

De BGHM heeft van de OVM’s geen nadere informatie kunnen krijgen over de inhoud van de agenda van de ARHUU-vergaderingen.