Schriftelijke vraag betreffende de “groene” leningen toegekend door het Woningfonds
- Indiener(s)
- Ariane de Lobkowicz
- aan
- Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 118)
| Datum ontvangst: 21/02/2020 | Datum publicatie: 23/03/2020 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 19/20 | Datum antwoord: 23/03/2020 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 27/02/2020 | Ontvankelijk | p.m. | ||
| 23/03/2020 | Bijlage aan het antwoord | p.m. | Bijlage |
| Vraag | De Brusselse groene lening is een instrument dat Brusselse gezinnen met een bescheiden of gemiddeld inkomen in staat stelt om een lening tegen lage rente af te sluiten voor het uitvoeren van werken om de energieprestatie van hun woning te verbeteren. De groene lening is het resultaat van een partnerschap tussen Leefmilieu Brussel, Homegrade, de financiële coöperatieve Crédal en het Woningfonds en biedt de begunstigden de mogelijkheid om drie grote categorieën werken te financieren tegen een lagere kostprijs: isolatie- of ventilatiewerken, de installatie van een efficiënt verwarmingssysteem en investeringen in hernieuwbare energie. Het geleende bedrag is minimaal 500 euro en kan oplopen tot 25.000 euro. De rentevoet varieert van 0 tot 2% en wordt bepaald op basis van het inkomen van de aanvrager. Er zijn twee kredietformules: enerzijds een consumentenkrediet bij Crédal tegen een vaste debetrentevoet van 0 of 1%, waarvan de aflossing kan worden gespreid over een periode van maximaal tien jaar, en anderzijds een hypothecair krediet bij het Woningfonds tegen een vaste debetrentevoet van 0 tot 2%, waarvan de aflossing kan worden gespreid over een periode van maximaal dertig jaar. Graag een antwoord op volgende vragen: 1. Kan u ons meedelen hoeveel groene leningen het Woningfonds de laatste twee jaar (2018 en 2019) heeft toegekend? Heeft de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een trendmatige stijging vastgesteld van het aantal groene leningen die het Woningfonds de laatste jaren heeft toegekend? 2. Wat was de gemiddelde rente die het Woningfonds hanteerde voor de groene leningen die het in 2018 en 2019 verstrekte? Hoeveel renteloze leningen werden de afgelopen twee jaar door het Fonds verstrekt? 3. Wat is het gemiddelde bedrag van de groene leningen die het Woningfonds in 2018 en 2019 heeft verstrekt? 4. Wat is de gemiddelde aflossingstermijn van de door het Woningfonds verstrekte groene leningen? Hoeveel gezinnen hebben een lening lopen bij het Fonds met een aflossingsperiode van meer dan 10 jaar? 5. Welke soorten werken werden de afgelopen twee jaar gefinancierd met de door het Woningfonds verstrekte groene leningen? Was het vooral isolatiewerk? 6. Kunt u ons statistieken bezorgen over de gemeente waar de begunstigden van de groene leningen van het Fonds wonen? Welke gemeenten hebben het grootste aantal leningen verstrekt? 7. Kan u ons ook informatie geven over het profiel van de begunstigden van de door het Woningfonds toegekende groene leningen? Kunt u het aandeel alleenstaanden en het aandeel paren aangeven? Kunt u ons het percentage begunstigden zonder kinderen ten laste geven, het percentage begunstigden met slechts één kind ten laste en het percentage begunstigden met ten minste twee kinderen ten laste? Wat is het percentage kredietnemers dat voldoet aan de voorwaarden voor toelating tot sociale huisvesting? 8. Het Woningfonds bepleit in zijn memorandum dat werd gepubliceerd in het kader van de gewestverkiezingen van 26 mei 2019 dat de Brusselse Hoofdstedelijke Regering een ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de Huisvestingscode zou opstellen om het Fonds in staat te stellen "groene" consumentenkredieten te verstrekken, ook aan huurders en aan eigenaars-verhuurders. Heeft de gewestregering dit door het Woningfonds geformuleerde hervormingsvoorstel al bestudeerd? Zo ja, heeft de regering beslist dit voorstel te volgen? Wordt momenteel gewerkt aan een voorontwerp van ordonnantie tot wijziging van de Brusselse Huisvestingscode om het Woningfonds in staat te stellen "groene" consumentenkredieten toe te kennen? |
| Antwoord | Het Woningfonds heeft 252 groene leningen toegekend in 2018 en 265 in 2019. Er is dus een lichte stijging van het aantal groene leningen, maar die hangt samen met de toename van het aantal algemene kredietverrichtingen (839 in 2019 ten opzichte van 776 in 2018) De voorbije jaren ging gemiddeld ongeveer 30 % van de verrichtingen gepaard met een groene lening. Deze stagnatie kan worden verklaard door het feit dat er een groot deel van de gezinsinkomens gaat naar de aankoop van woningen en naar de werken die nodig zijn om de woning veilig en gezond te maken. De aankoop van een woning is nog steeds een goede gelegenheid om energiebesparende werken uit te voeren. Die zijn immers moeilijker uit te voeren in een bewoonde woning. De gemiddelde rentevoet die het Woningfonds aanrekent voor groene leningen bedroeg 0,57% in 2018 en 0,46% in 2019. De tabel in bijlage 1 geeft het aantal renteloze leningen weer die het Woningfonds de voorbije twee jaar heeft verstrekt. Het gemiddelde bedrag van een door het Woningfonds verstrekte groene lening was 7.741 euro in 2018 en 8.365 euro in 2019. De gemiddelde terugbetalingsduur van een groene lening bedroeg in 2018 14 jaar en 7 maanden en in 2019 16 jaar en 3 maanden. In 2019 waren er 208 gezinnen die een lening van het Woningfonds hebben afgesloten met een terugbetalingsduur van meer dan 10 jaar. Dankzij de groene leningen konden werken zoals gevelisolaties, dakisolaties, vervangingen van buitenschrijnwerk, ventilatiewerken, installaties van verwarming, plaatsingen van zonnepanelen, gefinancierd worden. Gezinnen vroegen voornamelijk om werken voor het vervangen van buitenschrijnwerk (51%) en het installeren van verwarming (35%). De meeste leningen zijn bestemd voor de aankoop of renovatie van appartementen. Voor het isoleren van gevels en daken is immers de instemming nodig van de algemene vergadering van mede-eigenaars die, bij gebrek aan voldoende reservemiddelen, niet geneigd is om dit soort uitgaven goed te keuren. In een tabel in bijlage 2 vindt u de cijfers met betrekking tot de gemeenten waar de begunstigden van een groene lening van het Woningfonds wonen. De gemeenten waar de meeste leningen worden verstrekt, zijn Anderlecht met 27,56%, Molenbeek met 13,21% en Schaarbeek met 8,3%. De profielen van de begunstigden van groene leningen van het Woningfonds zijn: Voor 2018: - 23,81% alleenstaanden - 14,68% koppels. Voor 2019: - 20,38% alleenstaanden - 12,83% koppels. In de tabel in bijlage 3 vindt u de percentages van begunstigden zonder kinderen ten laste, met één kind ten laste en met twee of meer kinderen ten lasten. Wat uw laatste vraag betreft, voert de regering in het kader van de strategie ter verlaging van de milieu-impact van het bestaande gebouwenbestand in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tegen 2030-2050, een grondige hervorming door om de toegankelijkheid te verbeteren van de verschillende premies die door de gewestelijke overheden aan particulieren worden toegekend om hun huis te renoveren. De herziening van het mechanisme van de groene lening past in dit kader. De bedoeling is om het traject voor de burger te vergemakkelijken en de obstakels weg te nemen die renovatiewerken in de weg staan. Aangezien renovatiewerken vaak erg duur zijn en relatief lang kunnen duren, is het essentieel om kredietoplossingen aan te bieden die aangepast zijn aan de behoeften van particulieren. Daarom wordt momenteel onderzocht of het wenselijk is de Huisvestingscode te wijzigen zodat het Woningfonds ook groene leningen in de vorm van consumentenkredieten kan verstrekken. |