Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de werking van de Directie Gewestelijke Huisvestingsinspectie (DGHI).

Indiener(s)
Mathias Vanden Borre
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 120)

 
Datum ontvangst: 26/02/2020 Datum publicatie: 08/06/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 06/04/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
28/02/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Iedereen heeft het recht op een behoorlijke huisvesting. Alle woningen in Brussel die niet aan de minimale kwaliteitsnormen voor basiscomfort, veiligheid en gezondheid voldoen, kunnen via een administratieve procedure ongeschikt of onbewoonbaar verklaard worden.

Volgens de website
huisvesting.brussels moet de Directie Gewestelijke Huisvestingsinspectie (DGHI) erop toezien dat het recht op een behoorlijke huisvesting gegarandeerd wordt voor alle huurders in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De DGHI heeft als opdracht te controleren of de criteria inzake veiligheid, gezondheid en uitrusting (zoals bepaald in de artikelen 4 t.e.m. 17 van de Brusselse Huisvestingscode) worden nageleefd alsook conformiteitscontroleattesten af te leveren (op verzoek van de verhuurder wanneer die de nodige werkzaamheden heeft uitgevoerd aan een woning waarvoor een verhuurverbod werd opgelegd door de DGHI omdat voormelde kwaliteitsnormen niet werden nageleefd).

Met de heffing op ongeschikte en onbewoonbare woningen wil de Brusselse regering de verloedering van de leefomgeving tegengaan. Ongeschikt of onbewoonbaar verklaarde woningen of gebouwen komen terecht in een inventaris dat opgemaakt en beheerd wordt door de bevoegde Gewestelijk dienst. Naast deze belasting kunnen Brusselse gemeenten ook zelf belastingen heffen en innen om leegstand en verwaarlozing tegen te gaan.

Het verhuren van een woning die niet voldoet aan de woningkwaliteitsnormen van de Brusselse Wooncode met het oog op bewoning, is ook strafbaar. De DGHI treedt strafrechtelijk op tegen verhuurders van woningen en kamers die niet voldoen aan de minimale kwaliteitsvereisten en dit volgens de vastgestelde prioriteiten. De DGHI pakt in eerste instantie de meest extreme gevallen van krotverhuur aan en treedt op waar de administratieve procedure ‘ongeschiktheid en onbewoonbaarheid’ ontoereikend is.

In de praktijk blijken er te weinig middelen om de handhaving van de minimale kwaliteitsnormen uit de Brusselse Huisvestingscode binnen het Gewest te garanderen. Ik zou dan ook graag enige verduidelijking hieromtrent willen, alsook gegevens over de handhaving van de kwaliteitsnormen uit de Brusselse Huisvestingscode.

Graag had ik u hieromtrent de volgende vragen gesteld:

1. Betreffende de
administratieve procedure ‘ongeschiktheid en onbewoonbaarheid’

a) Hoeveel administratieve procedures tot ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring werden er in 2019 opgestart? Hoe verhouden deze cijfers zich tot de cijfers van 2018? Gelieve hierbij een opsplitsing te maken per gemeente.

b) Hoeveel van voormelde administratieve procedures werden door de gemeente dan wel door andere overheden en sociale organisaties opgestart? Gelieve de gegevens te bezorgen voor de jaren 2018 en 2019.

c) Hoeveel van voormelde administratieve procedures resulteerden ook effectief in een ongeschikt- of onbewoonbaarverklaring? Gelieve de cijfers te bezorgen voor de jaren 2018 en 2019.

2. Betreffende de
belasting op ongeschikte of onbewoonbare panden

a) Hoeveel panden werden in de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare panden opgenomen met het oog op de heffing van bovenvermelde belasting in de jaren 2018 en 2019?

b) Wat is het bedrag aan belastingen dat door de DGHI werd geïnd voor ongeschikte en/of onbewoonbare panden? Gelieve de bedragen te bezorgen voor de jaren 2018 en 2019 afzonderlijk.

c) Wat is het bedrag aan belastingen dat door de verschillende gemeenten op ongeschikte en/of onbewoonbare panden werd geïnd? Gelieve de bedragen te bezorgen voor de jaren 2018 en 2019 afzonderlijk.
 
 
Antwoord    1.a. In 2018 registreerde de Directie Gewestelijke Huisvestingsinspectie 575 klachten, 30 initiatieven en 5 kennisgevingen van non-conformiteit.

Hieronder volgt de uitsplitsing van de dossiers van de DGHI per gemeente:

2018

Initiatieven

Kennisgevingen van non-conformiteit

Klacht

Anderlecht

5

1

42

Oudergem

0

0

10

Berchem

0

0

11

Brussel

8

2

90

Etterbeek

0

0

26

Evere

0

0

15

Vorst

0

0

36

Ganshoren

0

0

11

Elsene

0

0

20

Jette

0

1

22

Koekelberg

0

0

7

Molenbeek

0

0

54

Sint-Gillis

0

1

53

St-Joost

0

0

19

Schaarbeek

17

0

109

Ukkel

0

0

30

Watermaal-Bosvoorde

0

0

6

Sint-Lambrechts-Woluwe

0

0

9

Sint-Pieters-Woluwe

0

0

5

30

5

575



In 2019 werden er 526 klachten, 32 initiatieven en 135 kennisgevingen van non-conformiteit opgetekend door de DGHI.

Hieronder volgt de uitsplitsing van de dossiers van de DGHI per gemeente:

2019

Initiatieven

Kennisgevingen van non-conformiteit

Klacht

Anderlecht

12

18

65

Oudergem

0

0

2

Berchem

0

2

10

Brussel

5

26

83

Etterbeek

0

4

22

Evere

0

1

10

Vorst

0

3

21

Ganshoren

0

2

12

Elsene

0

5

30

Jette

0

2

13

Koekelberg

0

3

12

Molenbeek

2

30

57

Sint-Gillis

0

8

42

St-Joost

0

5

20

Schaarbeek

13

25

94

Ukkel

0

0

15

Watermaal-Bosvoorde

0

0

3

Sint-Lambrechts-Woluwe

0

1

6

Sint-Pieters-Woluwe

0

0

9

32

135

526



1.b. In 2019 werd 9% van de klachten door gemeenten ingediend.
In 2019 werd 4% van de klachten door gemeenten en vzw’s ingediend.

1.c. In 2018 heeft de DGHI 161 onmiddellijke verbodsbepalingen opgelegd, 110 na een nieuwe inspectie en 26 wegens weigering vanwege de verhuurder om toegang te bieden.
In 2019 heeft de DGHI 165 onmiddellijke verbodsbepalingen opgelegd, 148 na een nieuwe inspectie en 23 wegens weigering vanwege de verhuurder om toegang te bieden.

2.a. Wat uw tweede vraag betreft, wil ik u er in de eerste plaats op wijzen dat er bij uw verwijzing naar de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare panden waarschijnlijk sprake is van verwarring met de Vlaamse Wooncode. Daarin staat het volgende:

- ”
De gemeente verkrijgt onder de voorwaarden, vermeld in dit artikel, een sociaal beheersrecht over de woning die minstens twee jaar opgenomen is in het leegstandsregister, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid, in de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, vermeld in artikel 26, § 1, van het Heffingsdecreet

-
of, als de woningbezitter ze niet zelf bewoont, in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, vermeld in artikel 25, § 1, van het Heffingsdecreet”.

In het Brusselse Gewest is de wetgeving anders. De Brusselse wetgeving is als volgt:

De ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode bepaalt in artikel 15 §6 het volgende:

Minstens eenmaal per jaar, delen de colleges van burgemeester en schepenen de in artikel 20, § 2 bedoelde gewestelijke dienst de bijgewerkte lijst mee van de op hun grondgebied gelegen woningen waarvan de leegstand is bewezen. De Regering bepaalt de inhoud en de vorm van die mededeling. »

Het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 juni 2014 betreffende de leegstaande woningen bepaalt in artikel 3:

Ҥ1. Elk college van burgemeester en schepenen deelt aan de gewestelijke dienst belast met de strijd tegen leegstaande woningen, de bijgewerkte lijst mee van de woningen waarvan de leegstand is bewezen en die op hun grondgebied liggen.

§ 2. Deze lijst vermeldt voor elk goed dat voor huisvesting is bestemd en als leegstaand wordt beschouwd:

- het precieze adres;
- de contactgegevens van de houder(s) van een zakelijk hoofdrecht
op het leegstaande pand;
- de nauwkeurige aanduiding van de leegstaande bouwlagen;
- de vermoedelijke duur van de leegstand en de datum van de eerste
vaststelling van leegstand;
- de bewoonbare oppervlakte en het aantal kamers;
- of deze vaststelling het voorwerp van een proces-verbaal heeft uitgemaakt, opgemaakt door een gemeentelijke ambtenaar;
- de toekenning van een stedenbouwkundige vergunning en de datum hiervan;
- of het goed het voorwerp uitmaakte van een verhuurverbod;
- of het goed het voorwerp uitmaakte van een onbewoonbaarheidsbesluit;
- desgevallend de woningen waarvoor
de gemeente tijdens het
voorbije aanslagjaar een taks heeft opgelegd omdat het verlaten is of leeg staat.

§ 3. Deze lijst wordt ieder jaar vóór 1 juli verstuurd naar de Directie Huisvesting-cel Leegstaande Woningen, Vooruitgangstraat 80, te 1035 Brussel. 

Hieronder volgt de lijst van gemeenten die hun inventaris in 2018 en 2019 hebben meegedeeld:

Indiening inventaris

Gemeente

2018

2019

Anderlecht

/

/

Oudergem

/

/

Sint-Agatha-Berchem

/

/

Brussel-Stad

Ja

Ja

Etterbeek

/

/

Evere

/

/

Vorst

Ja

/

Ganshoren

/

/

Elsene

/

/

Jette

/

/

Koekelberg

/

/

Sint-Jans-Molenbeek

Ja

Ja

Sint-Gillis

Ja

Ja

Sint-Joost

/

Ja

Schaarbeek

/

/

Ukkel

Ja

Ja

Watermaal-Bosvoorde

/

/

Sint-Lambrechts-Woluwe

/

/

Sint-Pieters-Woluwe

/

/

Aantal ontvangen inventarissen:

5

5



Wat de administratieve geldboetes betreft die de cel Leegstaande Woningen aan de eigenaars oplegt, wil ik erop wijzen dat het bij de volgende bedragen enkel om boetes gaat waarvoor een vastgesteld recht werd verklaard, d.w.z. de boetes die aan de boekhouding zijn doorgegeven en waartegen geen beroep werd ingesteld of die na beroep werden bevestigd.

2018: 1.190.335,00 euro.
2019: 1.008.026,50 euro.

2.B In 2018 heeft de Directie Gewestelijke Huisvestinginspectie (DGHI) 382.204,70 euro aan administratieve geldboetes geïnd.

In 2019 gaat het om een bedrag van 412.742,91 euro.

2.c. De volgende tabel geeft de door de gemeenten in 2018 geïnde bedragen weer van de belasting op krotwoningen, onbewoonde of verwaarloosde gebouwen en onafgewerkte bouw:

Gemeenten

2018

Anderlecht

131.997,18

Oudergem

195.293,56

Sint-Agatha-Berchem

309.032,09

Brussel

2.536.361,98

Etterbeek

11.288,68

Evere

3.254,54

Vorst

303.600,00

Ganshoren

17.831,76

Elsene

242.275,50

Jette

573.904,10

Koekelberg

-

Sint-Jans-Molenbeek

352.276,80

Sint-Gillis

687.499,35

Sint-Joost-ten-Node

Schaarbeek

839.830,54

Ukkel

597.142,91

Watermaal-Bosvoorde

Sint-Lambrechts-Woluwe

56.618,40

Sint-Pieters-Woluwe

-

TOTAAL

6.858.207,39



De onderstaande gegevens voor 2019 zijn voorlopige cijfers (gewijzigde begroting 2019) omdat de gemeenten nog bezig zijn met de afsluiting en hun rekeningen voor 2019 nog niet meegedeeld hebben aan Brussel Plaatselijke Besturen:

Gemeenten

2019

Anderlecht

450.000,00

Oudergem

220.000,00

Sint-Agatha-Berchem

150.000,00

Brussel

3.385.000,00

Etterbeek

20.000,00

Evere

3.000,00

Vorst

603.898,02

Ganshoren

Elsene

300.000,00

Jette

808.200,00

Koekelberg

-

Sint-Jans-Molenbeek

399.000,00

Sint-Gillis

801.000,00

Sint-Joost-ten-Node

Schaarbeek

800.000,00

Ukkel

500.000,00

Watermaal-Bosvoorde

Sint-Lambrechts-Woluwe

99.000,00

Sint-Pieters-Woluwe

-

TOTAAL

8.539.098,02