Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende MRAX-rapport over de toename van klachten tegen het aanzetten tot haat.

Indiener(s)
Ibrahim Dönmez
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 129)

 
Datum ontvangst: 21/02/2020 Datum publicatie: 06/04/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 06/04/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
06/03/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De Beweging tegen racisme, antisemitisme en xenofobie (Mrax) registreerde een toename van 26 procent in de meldingen, van 318 in 2018 naar 400 in 2019.

Naast een steeds toenemend aantal meldingen laten de gegevens van de beweging een breder scala aan vormen van racisme zien. In de eerste plaats is er sprake van vreemdelingenhaat, die verwijst naar verklaringen of handelingen die gericht zijn op buitenlanders zonder dat er sprake is van een bepaald onderscheid naar de herkomst. Vervolgens zijn er antizwartracisme (22%) en islamofobie (21%). In mindere mate heeft de beweging klachten over racisme tegen migranten of Franstaligen verzameld.

Mijn vragen zijn als volgt:

1. Hoe zit het met deze specifieke opvang voor deze slachtoffers?

2. Zijn er bewustmakingsacties gepland om deze handelingen te bestrijden, met name op sociale netwerken?

3. De website e-cops (federale politie) is een zeer goed hulpmiddel. Is de overheid van plan om dit soort instrumenten te promoten?

4. Heeft u nog andere cijfers over dit soort handelingen?
 
 
Antwoord    Uw vraag geeft me de gelegenheid het belang te benadrukken van een gecoördineerd antiracismebeleid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, een van de doelstellingen van onze legislatuur.

U haalt de cijfers van MRAX aan, waardoor ik ook het belang van ons maatschappelijk middenveld in deze strijd kan onderstrepen.

Verenigingen spelen een cruciale rol in de strijd tegen racisme. Als staatssecretaris voor Gelijke Kansen maak ik er een erezaak van hun werk te ondersteunen, meer bepaald via mijn subsidiebeleid.

Om uw vragen te beantwoorden, verwijs ik naar het werk van Unia en Brussel Preventie en Veiligheid, twee sleutelactoren in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de opvang van slachtoffers van racistische daden.

Ten eerste is er Unia, een onafhankelijke openbare instelling voor discriminatiebestrijding, die voornamelijk tot taak heeft individuele discriminatiemeldingen te behandelen.

Iedereen die met een problematische situatie geconfronteerd wordt, kan contact opnemen met Unia om dit te melden.

De opdracht van Unia bestaat erin personen die een beroep doen op haar diensten over de antidiscriminatiewetgeving te informeren. Als het instituut bevoegd is om de zaak te behandelen, gaat Unia vervolgens over tot het verdere onderzoek van het dossier, brengt ze een advies uit over de situatie en stelt ze het slachtoffer verschillende stappen voor: verzoening tussen de partijen, een rechtszaak, het sturen van een waarschuwing of herinnering aan de wet aan de betrokken persoon of organisatie, het geven van een officieel advies aan de betrokken autoriteiten, melding bij de betrokken hiërarchische of tuchtautoriteit, of het overdragen van het dossier aan instanties waarmee Unia samenwerkt (vakbonden, gespecialiseerde verenigingen, sociale inspectie, Raad voor de Journalistiek …).

Meldingen bij Unia zijn geen officiële klachten. Unia behandelt zaken met betrekking tot discriminatie, uitspraken en haatmisdrijven, maar geen gevallen van fysieke agressie. Slachtoffers van gewelddaden moeten daarom opgevangen worden door de politiediensten.

De vraag over de opvang van slachtoffers bij de politie valt onder de bevoegdheid van Brussel Preventie & Veiligheid en de federale overheid.

Wat betreft de geplande bewustmakingsacties om derdelijke daden te bestrijden, met name op sociale netwerken:

In haar algemene beleidsverklaring heeft de Brusselse Hoofdstedelijke Regering zich ertoe verbonden racisme en discriminatie in de nieuwe legislatuur te bestrijden.

Ik kan u reeds meedelen dat er weldra een gewestelijk antiracismeplan zal worden uitgewerkt, dat vanaf 2021 van kracht zal zijn en voor de hele regeerperiode zal gelden. Dit gewestelijke actieplan zal betrekking hebben op alle leden van de Brusselse regering en een reeks acties omvatten die verband houden met de verschillende gewestelijke bevoegdheden. De sensibilisering van het Brusselse publiek zal uiteraard een van de belangrijkste hefbomen zijn van dit gewestelijke antiracismeplan, met name wat betreft cyberhaat en racistische daden en uitspraken die op het internet circuleren.

De website eCops.be kan tijdens de besprekingen over de uitwerking van het volgende plan aan bod komen.

Wat de cijfers over dergelijke daden betreft, beschikken we over het cijferverslag van Unia voor 2018:
https://www.unia.be/files/Documenten/Jaarrapport/Cijferverslag_2018_NL.pdf.

Dat jaar ontving Unia voor Brussel 487 meldingen, waarvan 127 betrekking hadden op de zogeheten ‘raciale’ criteria, d.w.z. vermeend ras, huidskleur, nationaliteit, afkomst en nationale of etnische afkomst en 60 betrekking hadden op religieuze en filosofische overtuigen.