Schriftelijke vraag betreffende beveiliging van kleine Brusselse handelszaken.
- Indiener(s)
- Ridouane Chahid
- aan
- Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek (Vragen nr 89)
| Datum ontvangst: 24/01/2020 | Datum publicatie: 27/04/2020 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 19/20 | Datum antwoord: 27/04/2020 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 06/03/2020 | Ontvankelijk | p.m. |
| Vraag | Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest stimuleert en ondersteunt verschillende projecten die de opening van kwaliteitswinkels in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aanmoedigen. Ik denk onder meer aan de beurs Opensoon die in 2010 in Atrium werd opgestart, of nog aan de gepersonaliseerde steunmaatregelen en raadgevingen voor de Brusselse ondernemers. Het Gewest kent eveneens een beveiligingspremie toe aan kleine, middelgrote en grote ondernemingen die investeren in een beveiligingssysteem (alarm, videobewaking, enz.). Sommige eenvoudige maatregelen, zoals de installatie van videobewaking, zijn vrij goedkoop, waardoor ze onder het minimumbedrag blijven dat voor de toekenning van de premie is vastgesteld. Winkelstraten blijven belangrijke centra in het Brussels Gewest. Daarom is het belangrijk dat de lokale winkels zich ook gesteund voelen op het vlak van veiligheid. In feite zorgen lokale winkels enerzijds voor een aantal banen en anderzijds hebben ze een aantrekkingskracht voor het Gewest. Het is dan ook van essentieel belang dat het Gewest een sterk beleid voert inzake beveiliging van kleine handelszaken. In dat verband had ik u graag de volgende vragen gesteld: - Beschikt u over statistieken over het aantal aanvallen en diefstallen in buurtwinkels in 2018 en 2019? Hoe zijn de cijfers de afgelopen vijf jaar geëvolueerd? - Heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest uit eigen beweging acties op touw gezet om criminaliteit te voorkomen? - Heeft het Gewest specifieke maatregelen getroffen om de beveiliging van kleine handelszaken waarvan de investeringen onder het vastgestelde minimumbedrag voor gewestelijke steun blijven, aan te moedigen? Wordt er nagedacht over de invoering van gegroepeerde aanvragen van 3-4 kleine winkeliers in dezelfde buurt bij één leverancier/dienstverlener om het minimumbedrag te bereiken? - Hoeveel lokale handelszaken hebben in 2018 en 2019 een beveiligingspremie aangevraagd? In welk beveiligingssysteem investeren ze vooral? Over welke types handelszaken ging het hoofdzakelijk? - Hoeveel lokale handelszaken hebben in 2018 en 2019 gebruikgemaakt van de diefstalpreventieadviseur? Over welke types handelszaken ging het hoofdzakelijk? |
|||||||||||||||||||||
| Antwoord | Zoals u in uw vraag uitlegt, heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest al een reeks instrumenten ingevoerd, zoals de projectoproep ‘Open Soon’, om de oprichting van kwaliteitswinkels te ondersteunen. Wat uw vragen over de veiligheid van onze handelszaken betreft, ligt de bevoegdheid bij de minister-president. U vindt hieronder de informatie die hij mij heeft bezorgd: De Algemene Nationale Gegevensbank (ANG) is een politiegegevensbank die feiten registreert op basis van processen-verbaal die voortvloeien uit opdrachten van gerechtelijke en bestuurlijke politie. Aan de hand van deze gegevensbank kunnen tellingen worden uitgevoerd voor verschillende statistische variabelen zoals het aantal geregistreerde feiten, de modus operandi, de voorwerpen die verband houden met de inbreuk, de gebruikte vervoersmiddelen, de plaatsbestemmingen e.d. De statistieken uit de ANG (als bijlage) laten echter niet altijd toe om handelszaken te onderscheiden van ondernemingen en het is niet mogelijk om de politiegegevens uit te splitsen naar grootte van de handelszaak, omdat deze entiteiten niet bestaan in de ANG. Ik vestig uw aandacht op het feit dat de gepresenteerde cijfers betrekking hebben op de periode 2014 tot de eerste helft van 2019 (extractiedatum 31 oktober 2019). De gegevens voor de tweede helft van 2019 zijn nog niet geconsolideerd en kunnen dus nog veranderen. Met betrekking tot de door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geïnitieerde preventieacties rond criminaliteit: Het Globaal Veiligheids- en Preventieplan (GVPP) legt een algemeen strategisch referentiekader vast voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het situeert zich tussen het Nationaal Veiligheidsplan en de zonale veiligheidsplannen; de lokale politiezones moeten het namelijk integreren in hun prioriteiten en bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen ervan. Het wordt aangestuurd en geëvalueerd door Brussel Preventie en Veiligheid, dat de verschillende spelers in de preventie- en veiligheidsketen coördineert bij de uitvoering van zijn opvolgings-, preventie- en reactiemaatregelen aan de hand van tien thema's die in het bijzonder betrekking hebben op de handelszaken: aanvallen op de integriteit van personen, polarisatie en radicalisering, drugs en verslavingen, mensenhandel en -smokkel, aanvallen op eigendommen, mobiliteit en verkeersveiligheid, milieu en overlast, financiële criminaliteit en cybercriminaliteit, georganiseerde criminaliteit en handel in frauduleuze goederen, en crisisbeheer en veerkracht. Met betrekking tot de specifieke maatregelen ter bevordering van de beveiliging van kleine handelszaken en de stand van een reflectie over de invoering van eventuele gegroepeerde aanvragen van drie à vier kleine handelszaken: De minister-president heeft mij meegedeeld dat het Brussels Observatorium voor Preventie en Veiligheid, verbonden aan Brussel Preventie en Veiligheid, een gewestelijke veiligheidsenquête heeft gehouden bij Brusselse ondernemingen en zelfstandigen over hun onveiligheidsgevoel en slachtofferervaringen, risico's, kosten van schade/investeringen en veiligheidsmaatregelen die zij al toepassen in het kader van hun activiteiten. De enquête werd uitgevoerd tussen juni en augustus 2019 bij een representatieve steekproef van 800 respondenten uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De analyse van de gegevens is momenteel aan de gang en op basis van de resultaten, die in de loop van 2020 zullen worden gepubliceerd, zullen aanbevelingen worden geformuleerd met betrekking tot de beveiliging van ondernemingen en handelszaken. Wat de beveiliging van de handelszaken als zodanig betreft, ondersteunt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals u in uw vraag vermeldt, de installatie van beveiligingssystemen via de ‘Premie voor beveiliging van de onderneming’, die 40% van de investering dekt. Het bedrag van de investering moet ten minste 3.000 euro bedragen. De wetgeving met betrekking tot de beveiligingspremie is door mijn voorganger Didier Gosuin hervormd bij de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen. Ze wordt sinds 25 maart 2019 toegepast. Het is niet mogelijk voor meerdere bedrijven om zich te groeperen om het uitgavebedrag van 3.000 euro te bereiken. Ik hoor uw belangstelling voor de mogelijkheid om toegang te krijgen tot deze premie voor uitgaven onder 3.000 euro of de mogelijkheid voor meerdere handelaren om zich te verenigen om een gezamenlijke aanvraag in te dienen. Ik zal hiermee rekening houden bij de evaluatie van de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen. Anderzijds wil ik uw aandacht vestigen op informatie die de minister-president mij heeft meegedeeld betreffende het feit dat het proces van investeringen of groepsaankopen voor bepaalde mechanische en elektronische apparaten voor de beveiliging van handelszaken al wordt toegepast op het niveau van het Nationaal Strategisch Comité voor Diefstalpreventie van de dienst van de Directie Lokale Integrale Veiligheid van de Algemene Directie Veiligheid en Preventie van de FOD Binnenlandse Zaken. Betreffende het aantal handelszaken dat een premie heeft aangevraagd om hun onderneming in 2018 en 2019 te beveiligen: de voorafgaande toelatingsaanvragen die vóór 25 maart 2019 zijn ingediend, vallen onder het toepassingsgebied van de organieke ordonnantie van 13 december 2007 betreffende de steun ter bevordering van de economische expansie. De volgende gegevens hebben dus enkel betrekking op de aanvragen voor de beveiliging van handelszaken waarbij het begrip ‘handelszaak’ is gedefinieerd op basis van bijlage 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 februari 2019 betreffende de forfaitaire schadevergoeding voor handelszaken die getroffen worden door een bouwplaats op de openbare weg. Voor het jaar 2018 waren er: - 94 voorafgaande toelatingsaanvragen; - 74 definitieve aanvragen; - 50 beslissingen tot toekenning voor een totaalbedrag van 212.543,81 euro. In datzelfde jaar waren de handelszaken die de meeste steun hebben aangevraagd en gekregen, horecazaken (40%) en niet-gespecialiseerde detailhandelszaken waar voeding overheerst (27%). Voor het jaar 2019 waren er: - 112 voorafgaande toelatingsaanvragen; - 60 definitieve aanvragen; - 4 beslissingen tot toekenning voor een totaalbedrag van 12.445,90 euro. De handelszaken die het vaakst om deze steun vroegen, waren horecazaken (50%), niet-gespecialiseerde detailhandelszaken waar voeding overheerst (20%) en apotheken (12%). Van de 4 toekenningen hadden 2 dossiers betrekking op apotheken, 1 dossier op een horecazaak en 1 dossier op een niet-gespecialiseerde detailhandelszaak waar voeding overheerst. Ik kan u echter geen informatie meedelen over het soort beveiligingssystemen dat is geïnstalleerd, aangezien Brussel Economie en Werkgelegenheid geen statistieken over dit onderwerp heeft. Wat het aantal lokale handelszaken dat in 2018 en 2019 een beroep deed op de diefstalpreventieadviseur betreft, volgt hieronder het antwoord van de minister-president: De diefstalpreventieadviseur is een functie die zowel in de lokale politiezones als in de gemeentelijke preventiediensten bestaat. Afhankelijk van de gemeente worden de aanvragen voor een bezoek door een diefstalpreventieadviseur gericht aan en verwerkt door een gemeentelijke dienst of door de politiezone. Wij beschikken slechts over de aanvragen die aan de lokale politiediensten zijn gericht en kunnen dus slechts een gedeeltelijk beeld van de aanvragen geven. Het is niet mogelijk om een onderscheid te maken tussen aanvragen afkomstig van een handelszaak en andere (burgers, ondernemingen, scholen, enz.). Voor het jaar 2018:
Voor het jaar 2019 zijn nog geen gegevens beschikbaar. |
|||||||||||||||||||||