Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de kaderovereenkomst met de ICT-sector.

Indiener(s)
Emin Özkara
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 152)

 
Datum ontvangst: 02/03/2020 Datum publicatie: 30/03/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 30/03/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
09/03/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Op 18 februari 2020 werd een kaderovereenkomst gesloten tussen de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, het College van de FGC en vertegenwoordigers van de informatie- en communicatietechnologiesector (ICT).

Naar aanleiding van de ondertekening van die kaderovereenkomst wil ik u de volgende vragen stellen:

1. Wanneer zijn de onderhandelingen begonnen en wie heeft eraan deelgenomen? Wie zijn de partners van deze kaderovereenkomst? Wat zijn de voornaamste doelstellingen?

2. Welke gevolgen heeft deze kaderovereenkomst voor het aanbod van beroepsopleidingen en diensten die verband houden met de ICT-sector en wat is de verwachte meerwaarde? Wat zijn de gevolgen voor de huidige referentiecentra? Staat een samenwerking tussen Actiris en de verschillende opleidingsinstellingen op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op de agenda? Zo ja, hoe en vanaf wanneer?

3. Worden partnerschappen gepland tussen betrokkenen van de openbare en de privésector? Zo ja, welke en hoe?

4. Heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest financiële steun toegekend? Zo ja, welke, voor welke bedragen en welke periodes?

5. Op hoeveel ondernemingen, banen en werkzoekenden heeft deze kaderovereenkomst een impact?
 
 
Antwoord    De onderhandelingen begonnen in januari 2018.

Aan werknemerszijde werden ACLVB, ACV Puls en BBTK betrokken, aan werkgeverszijde AGORIA en BECI. Dit zijn ook de ondertekenaars van het kaderakkoord samen met de Minister-president, de Minister bevoegd voor Tewerkstelling en Beroepsopleiding en de Staatssecretaris bevoegd voor Economische transitie.

Belangrijke doelstellingen uit het kaderakkoord zijn onder andere: Brusselse werkzoekenden meer en beter begeleiden naar digitale beroepen en opleidingen, de inschakelingsgraad na een opleiding verhogen, via promotie meer ondernemingen overtuigen om een beroep te doen op stagiairs, het ondernemerschap en opleiding voor ondernemers stimuleren en de voortgezette opleiding voor werknemers verhogen.

Dankzij de kaderakkoorden zorgen we voor een gestructureerd overleg tussen het gewest en de economische sectoren. Zo zoeken we een win-win waarbij het publieke aanbod beter kunnen afstemmen op de noodzaken van de arbeidsmarkt. Dit is voordelig voor onze bedrijven en voor onze Brusselse werknemers en werkzoekenden. De bedoeling is om het aantal opleidingen voor zowel werkzoekenden als werknemers te verhogen, om de opleidingen beter af te stemmen op de noden van de arbeidsmarkt (vandaar dat de sociale partners worden betrokken) maar om concurrentie met bestaande initiatieven in Brussel te voorkomen (complementariteit is cruciaal). Naast de effectieve leden, worden ook andere vzw’s en organisaties die werken rond opleiding voor digitale beroepen uitgenodigd voor de Algemene Vergadering van Digitalcity (MolenGeek, BeCode,…).

Het huidig referentiecentrum Evoliris (Paalstraat, Molenbeek) zal verdwijnen en overgaan in de vzw Opleidings en Tewerkstellingspool Digitalcity.brussels met een nieuwe maatschappelijke zetel (Jules Cockxstraat, Oudergem). Digitalcity neemt de activiteiten van Evoliris over en breidt deze uit.

Een samenwerking tussen Actiris en de instellingen voor opleiding zal er zijn aangezien zowel Actiris als Bruxelles Formation en VDAB vertegenwoordigd zijn in het bestuursorgaan van Digitalcity.

Binnen het directiecomité van Digitalcity zetelen zowel Actiris als Bruxelles Formation (het directiecomité is al sinds eind 2019 actief).

Zoals eerder vermeld: ook andere opleidingsinstellingen worden uitgenodigd op de Algemene Vergadering van Digitalcity en zullen met deze vzw (en dus per definitie met Actiris) samenwerken.

Digitale beroepen vinden we terug in alle sectoren en digitale vaardigheden zijn nodig in veel beroepen buiten de ICT-sector (gezondheidszorg, bank- of verzekeringswezen,…), vandaar dat BECI als interprofessionele werkgeversvertegenwoordiger betrokken is. De samenwerking van Digitalcity met andere sectoren, en de toekomstige ondertekening van kaderakkoorden met die andere sectoren, is dus mogelijk.

Het kaderakkoord voorziet de volgende bepaling voor een duurtijd van vier jaar na de ondertekening:

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest draagt bij tot de uitvoering van de bepalingen van het akkoord via de volgende bestaande bepalingen:

-   Een werkingssubsidie via Actiris voor een bedrag van 795.025 euro;
-   Een GesCo-subsidie via Actiris voor een bedrag van 104.000 euro.

De Franse Gemeenschapscommissie draagt bij tot de uitvoering van de bepalingen van het akkoord doorheen de volgende bestaande bepalingen:

- De jaarlijkse valorisatie van Bruxelles Formation, die meer dan 3.000.000 euro bedraagt en die human resources, partnerschapskosten en kosten met betrekking tot vergoeding van stagiairs omvat.

Het kaderakkoord engageert in de eerste plaats de bedrijven behorende tot (of waarvan een deel van de werknemers behoort tot) het aanvullend paritair comité voor de bedienden (paritair comité 200), aangezien er in België geen ICT-sector op zich bestaat. Dit kaderakkoord wil echter de nadruk leggen op “digitale competenties” die nodig zijn in haast alle sectoren, eerder dan zich te beperken tot “beroepen” binnen één sector. Vandaar ook het belang van BECI, als interprofessionele werkgeversfederatie, als ondertekenaar.

Van de 89.836 NWWZ ingeschreven bij Actiris op 30 november 2018 hadden er 1.349 (of 1,5%) een hoofdberoepencode behorend tot ICT.

Echter: doordat digitale vaardigheden zich niet beperken tot één sector, zijn er sowieso positieve effecten te verwachten voor bedrijven en werknemers buiten het paritair comité 200, en voor werkzoekenden die niet ingeschreven zijn met als beroepencode IT/ICT.