Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het standpunt van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de verdeling van klimaatmiddelen vanuit het Europese Just Transition Fund.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 107)

 
Datum ontvangst: 05/03/2020 Datum publicatie: 09/04/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 02/04/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
09/03/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In februari lichtte de Europese Commissie toe hoe het de middelen uit haar energietransitiefonds, ook gekend als het Just Transition Fund, wil verdelen. Het Just Transition Fund is een onderdeel van de Europese Green Deal en stelt voor de periode 2021-2027 een bedrag van 7,5 miljard euro ter beschikking aan lidstaten om de regio’s die het meest getroffen worden door de transitie naar klimaatneutraliteit te ondersteunen.

België zou echter slechts op 0,9% middelen uit het fonds kunnen rekenen, terwijl Polen bijvoorbeeld op 26% steun kan rekenen. Van die 0,9% – goed voor zo’n 68 miljoen euro – gaat bovendien niets naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, aangezien de Europese Commissie stelde dat dat bedrag prioritair naar de provincie Henegouwen zou moeten gaan.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Wat is de positie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Regering omtrent het Just Transition Fund? Hebt u deze kenbaar gemaakt aan de federale regering en de bevoegde Minister? Zo ja, op welke manier? Is dit op ministerieel of ambtelijk niveau gebeurd? Wat is het oordeel van de Brusselse Regering met betrekking tot de beslissing van de Europese Commissie om geen middelen toe te kennen aan de energietransitie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Hebt u schriftelijk of mondeling uw positie hieromtrent overgemaakt?

- Op welke manier plant de Regering verder deze kwestie aan te kaarten op het federale niveau of bij de Europese Commissie? Hebt u hierover al overleg gehad met de andere regionale overheden?

- Had de Brusselse regering een lijst opgemaakt met initiatieven of projecten die mogelijk bekostigd kunnen worden uit dat Fonds? Zal het Gewest energietransitieprojecten niet kunnen laten doorgaan omwille van deze beslissing? Zo ja, om welke projecten gaat het en welke volgende stappen zullen ondernomen worden?
 
 
Antwoord    Het Just transition Fund (JTF) kadert in het ruimere initiatief van het Just Transition Mechanism, dat drie onderdelen omvat: (1) het JTF en daarnaast (2) een energietransitie-onderdeel binnen Invest EU en (3) leningen aan de overheidssector via de EIB. Om een beroep te kunnen doen op deze drie pijlers moet een territoriaal plan voor energietransitie uitgewerkt worden. Er valt op te merken dat volgens de huidige ontwerpverordening het enkel mogelijk is op de twee laatstgenoemde pijlers een beroep te doen als dit een impact heeft voor de regio's die steun ontvangen uit het JTF.

Het JTF ondersteunt niet de klimaataanpassing als zodanig, maar biedt steun aan regio's die voor socio-economische uitdagingen staan in verband met deze omschakeling: afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, ondernemingen met hoog energieverbruik, omscholing van personeel. Brussel lijkt het op het eerste zicht moeilijk aanspraak te kunnen maken op dit fonds, maar dit neemt niet weg dat de oriëntaties die de Europese Commissie vooropstelt inzake investeringen aansluiten bij de beleidsverklaring van de regering en bij de Brusselse economische structuren (met name investering in kmo's, ontwikkeling van de kringloopeconomie, bodemsanering).

De Commissie heeft weliswaar specifieke regio's voorgesteld voor elke lidstaat (Henegouwen voor België), maar hierover kan onderhandeld worden om eventueel ook andere entiteiten toegang tot deze steun te verlenen. (Ter info: enkele lidstaten, waaronder Duitsland of Frankrijk, betwisten de keuze van de Europese Commissie.)

Ik wil er ook op wijzen dat voor België een bedrag van 68 miljoen euro wordt vooropgesteld, te verdelen over 7 jaar, wat neerkomt op iets minder dan 10 miljoen euro per jaar.

Tegen die achtergrond bestaat het standpunt van het BHG erin gebruik te willen maken van de pijlers 2 en 3 (Invest EU en EIB). Het blijft voor ons immers moeilijk om aanspraak te maken op het JTF. Het Gewest moet daarvoor een territoriaal energietransitieplan opmaken en zal ervoor pleiten dat er geen verplichting is om van de eerste pijler te moeten genieten om op de andere twee pijlers aanspraak te kunnen maken. Dit vergt een aanpassing van de ontwerpverordening, wat niet eenvoudig zal zijn wegens het gebrek aan steun van de andere lidstaten.

Zoals steeds bij een nieuw EU-voorstel heeft de FOD Buitenlandse Zaken (DGE) een vergadering georganiseerd waarop de drie regio's zich konden uitspreken over dit fonds, dat ressorteert onder het cohesiebeleid en dus een volledig gewestelijke aangelegenheid is (dus zonder noodzaak om de federale regering te raadplegen).

De BHG-vertegenwoordiging bij de EU volgt deze verordening op de voet en werkt nauw samen met de Brusselse regering met het oog op de uitwerking van een plan dat mogelijkheden zou kunnen aanreiken om steun te genieten. Ze voert ook besprekingen en onderhandelingen met de twee andere gewesten, in de wetenschap dat Vlaanderen eveneens gebruikt wenst te maken van het JTF. Hierbij hanteert het Brussels Gewest het principe dat, indien de toegang tot het JTF alsnog zou worden uitgebreid tot Vlaanderen, dat ook Brussel hier recht op zal krijgen. Ook al staat onze regio niet voor dezelfde industriële uitdagingen, dan nog zijn de uitdagingen van een transitie in een dichtbevolkte stedelijke omgeving niet minder belangrijk, met name wat betreft de vermindering van de directe uitstoot veroorzaakt door de bouw- en transportsector.

Ten slotte is het zo dat mocht het Gewest geen beroep kunnen doen op dit fonds, het toch projecten zou kunnen verwezenlijken op het vlak van de energietransitie, maar met het "Just Transition Mechanism"-label zouden de Brusselse projecten geïntegreerd kunnen worden in de Green Deal en het investeringsplan voor dit Europese groene pact.