Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de boetes door Brussel Economie en Werkgelegenheid.

Indiener(s)
Hilde Sabbe
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 155)

 
Datum ontvangst: 02/03/2020 Datum publicatie: 30/03/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 30/03/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
10/03/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Volgens de door u verstrekte informatie behandelde de directie Gewestelijke Werkgelegenheidsinspectie in 2019 1.380 dossiers en stelde 415 inbreuken vast. Dat leidde tot 295 processen-verbaal, 101 waarschuwingen, 327 interne inspectierapporten en 24 rapporten voor de arbeidsauditeur.

De processen-verbaal worden aan het arbeidsauditoraat van Brussel bezorgd. Dat beslist welk gevolg eraan wordt gegeven. Een dossier dat zonder gevolg wordt afgesloten, gaat naar de dienst voor administratieve boetes van Brussel Economie en Werkgelegenheid (BEW). Die kan een administratieve boete opleggen na de onttrekking door de gerechtelijke autoriteit.

Mijn vragen :

- Hoeveel dossiers zijn zonder gevolg afgesloten door het arbeidsauditoraat en werden overgemaakt aan het BEW? Hoeveel boetes heeft het BEW op basis van die dossiers uitgeschreven? In boetes werden totaal uitgeschreven voor inning? Graag de cijfers van 2018 en 2019.

- Hoe vlot verlopen deze procedures? Graag verduidelijken hoeveel tijd er verstrijkt tussen het indienen van een pv bij het arbeidsauditoraat, de beslissing van het arbeidsauditoraat om er geen gevolg aan te geven, het terug overmaken van het dossier aan BEW en het uitschrijven van een boete door BEW.

- Hoeveel bedraagt een boete gemiddeld? Hoeveel boetes worden daadwerkelijk ge•nd? Worden er ook boetes geprotesteerd en zo ja, hoeveel en op grond waarvan? Hoeveel boetes worden geseponeerd? Wat is de totaalopbrengst (werkelijk ge•nd bedrag) van de boetes? Graag de cijfers van 2018, 2019

- Hoeveel tijd zit er gemiddeld tussen het uitschrijven en het daadwerkelijk innen van de boete van het BEW?

- Welke procedures worden allemaal doorlopen om tot een inning te komen van een boete? Wordt hierbij samengewerkt met bijvoorbeeld Gerechtsdeurwaarders of Fiscale administraties ? (federaal of gewestelijk)

- Welke andere administratieve boetes (dus niet gelieerd met pv’s die van de overige federale inspectiediensten (TSW, RVA, RSZ) komen) schrijft Brussel Economie en Werkgelegenheid (BEW) uit?

 
 
Antwoord    Sta mij toe om allereerst, als antwoord op uw vraag, uw aandacht te vestigen op het feit dat de aangelegenheid van de administratieve sancties op het vlak van werkgelegenheid het resultaat zijn van de zesde staatshervorming en dat deze sancties voorheen uitsluitend werden opgelegd door een dienst van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.

Deze administratieve sancties zijn dus niet uitsluitend het gevolg van door de Gewestelijke Werkgelegenheidsinspectie gerealiseerde controles en opgestelde proces-verbalen, maar hebben betrekking op alle controles en proces-verbalen van de verschillende overheidsdiensten die gemachtigd zijn om dergelijke controles uit te voeren en dergelijke proces-verbalen op te stellen.

Rekening houdend met het feit dat de federale overheid deze bevoegdheid voorheen uitoefende, blijft laatstgenoemde een aanzienlijk aantal dossiers continu overdragen die zich momenteel nog bij hen bevinden, maar onder onze bevoegdheid vallen.

Bijgevolg hebben de gegevens betreffende de administratieve boetes van BEW niet alleen betrekking op de door de Gewestelijke Werkgelegenheidsinspectie opgestelde proces-verbalen, maar meer in het algemeen op alle proces-verbalen en dossiers die de cel Administratieve Boetes van BEW ontvangt. Bovendien stemt het jaar waarin BEW het dossier voor de administratieve boete heeft geopend niet per se overeen met het jaar waarin het proces-verbaal werd opgesteld.

Tot slot is het ook belangrijk op te merken dat een bij de cel Administratieve Boetes geopend dossier betrekking kan hebben op meerdere proces-verbalen en dat een opgelegde administratieve boete van toepassing kan zijn op meerdere dossiers, en dus ook op meerdere proces-verbalen.

In 2018 heeft de cel Administratieve Boetes 663 dossiers geopend en 481 seponeringsadviezen van het openbaar ministerie ontvangen. Wat deze dossiers betreft, werd er 22 keer beslist om een administratieve boete op te leggen. De volledige opbrengst van deze boetes werd nog niet ontvangen.

In 2019 heeft de cel Administratieve Boetes 319 dossiers geopend en 108 seponeringsadviezen van het openbaar ministerie ontvangen. Wat deze dossiers betreft, werd er twee keer beslist om een administratieve boete op te leggen. De volledige opbrengst van deze boetes werd nog niet ontvangen.

Wat uw vraag over de procedure betreft, kan ik u meedelen dat deze procedure wordt geregeld door de ordonnantie van 9 juli 2015 houdende geharmoniseerde regels betreffende de administratieve geldboeten. In dit opzicht wordt in artikel 18 van de ordonnantie het volgende gesteld: "
De administratieve geldboete kan niet meer worden opgelegd vijf jaar na de feiten die de bij de wetten en reglementen bedoelde inbreuken opleveren.

De daden van onderzoek of van vervolging, met inbegrip van de kennisgevingen van de beslissingen van het openbaar ministerie omtrent het al dan niet instellen van strafvervolging en het verzoek ten aanzien van de inbreukpleger om verweermiddelen in te dienen, verricht binnen de in het eerste lid bedoelde termijn, stuiten evenwel de loop ervan. Met die daden vangt een nieuwe termijn van gelijke duur aan, zelfs ten aanzien van personen die daarbij niet betrokken waren.
".
Ik kan u daarentegen geen preciezer antwoord geven, aangezien deze informatie niet beschikbaar is. Bovendien is het onmogelijk om met de geopende dossiers die van de federale overheid komen op deze vragen te antwoorden. Zoals in het begin van mijn antwoord in herinnering is gebracht, stemt het jaar waarin BEW het dossier voor de administratieve boete heeft geopend immers niet per se overeen met het jaar waarin het proces-verbaal werd opgesteld. Dit geldt in het bijzonder voor de door de federale overheid overgedragen dossiers.
Wat de in 2018 en 2019 effectieve beslissingen tot oplegging betreft, werden er in totaal 161 beslissingen genomen om een administratieve boete op te leggen voor een gemiddeld bedrag van ongeveer € 6.300. Ik wil toch doen opmerken dat het merendeel van deze boetes betrekking heeft op processen-verbaal die van vóór 2018 dateren. Het is belangrijk op te merken dat de ordonnantie van 9 juli 2015 opdeciemen toepast (die in dit gemiddelde zijn inbegrepen), maar ook in de toepassing voorziet van de principes van meerdaadse samenloop van inbreuken, eendaadse samenloop van inbreuken en samenloop door eenheid van opzet. Dit gemiddelde houdt overigens ook geen rekening met het feit dat de Wet voor sommige inbreuken bepaalt dat het bedrag van de boete wordt vermenigvuldigd met het aantal bij de inbreuk betrokken werknemers.

Op de 161 beslissingen om een administratieve boete op te leggen, werden vijftien beroepen bij de rechtbanken ingediend. De voornaamste betwistingsgrond tegen de beslissing om een administratieve boete op te leggen, is dat de dader van het misdrijf betwist dat hij/zij de hem/haar verweten inbreuken heeft gepleegd.

Tot dusver werden vier beroepen tegen de beslissingen om een administratieve boete op te leggen over de hele lijn bevestigd door de rechtbanken. Voor een beroep werd een minnelijke regeling getroffen, waarbij de dader van de inbreuk de opgelegde boete zal betalen. Een beslissing werd ingetrokken, aangezien de dader van de inbreuk strafrechtelijk werd vervolgd en de cel Administratieve Boetes hier niet van op de hoogte was. De overige beroepen bij de rechtbanken zijn nog steeds hangende.

Op een totaal van 161 opgelegde boetes kon er tot dusver zo'n € 159.000,00 worden gerecupereerd.

Wat de termijnen betreft wordt in de ordonnantie van 9 juli 2015 het volgende gesteld: "
De administratieve geldboete moet betaald worden binnen een termijn van drie maanden, die ingaat op de dag van de kennisgeving van de beslissing tot oplegging van de administratieve geldboete of op de dag waarop de gerechtelijke beslissing in kracht van gewijsde is gegaan.

De bevoegde administratie kan evenwel de inbreukpleger op diens verzoek en indien daartoe aanleiding bestaat een langere termijn toekennen die geenszins de verjaringstermijn van de rechtsvordering tot invordering van de geldboete als bedoeld bij artikel 30 mag overschrijden.
". De administratieve boete moet aldus binnen drie maanden en in een keer worden betaald. De dader van de inbreuk kan ook een gemotiveerde aanvraag voor een afbetalingsplan indienen die concreet wordt beoordeeld aan de hand van de door de dader bezorgde elementen.
Ik kan u echter geen preciezer antwoord geven over de tijd die nodig is om de betaling uit te voeren, aangezien deze informatie niet beschikbaar is.

Wat de procedures voor de invordering van administratieve boetes betreft, kan ik u meedelen dat de invordering verloopt overeenkomstig de artikelen 28 en 29 van de ordonnantie van 9 juli 2015 houdende geharmoniseerde regels betreffende de administratieve geldboeten en overeenkomstig de artikelen 4, 8 en 9 van het BBHR van 14 juli 2016 tot uitvoering van de ordonnantie van 9 juli 2015 houdende geharmoniseerde regels betreffende de administratieve geldboeten bepaald bij de wetgeving op het vlak van werkgelegenheid en economie en de ordonnantie van 8 oktober 2015 houdende algemene regels betreffende de inhouding, de terugvordering en de niet-vereffening van subsidies op het vlak van werkgelegenheid en economie.

De invorderingsprocedure start door de interne fase bij BEW (termijn van drie maanden door de wetgeving):

Mededeling van de beslissing om een administratieve boete op te leggen aan de rekenplichtige van de ontvangsten die de staat van de betalingen verifieert (al dan niet naleving van de betalingstermijn, naleving van het eventuele afbetalingsplan, enz.) en die zich vergewist van herinneringen en ingebrekestellingen.

Voornoemd wettelijk kader bepaalt dat de met fiscale materies belaste rekenplichtige van de ontvangsten overgaat tot de invordering bij niet-betaling van de boete binnen de wettelijke termijn of bij niet-naleving van het afbetalingsplan.

Hiertoe wordt het dossier overgemaakt aan Brussel Fiscaliteit met het oog op een invordering zodat het bestuur, indien nodig, een dwangbevel kan uitvaardigen en aldus gerechtsdeurwaarders kan inschakelen (de invorderingstermijn hangt af van BF en zijn verwerkingsprocedures).

De cel Administratieve Boetes (waar momenteel twee voltijdse juristen en een voltijdse administratieve kracht werken) is, naast de sancties op het vlak van werkgelegenheid, verantwoordelijk voor de administratieve sancties op het vlak van economie.

Artikel 2 van de ordonnantie van 9 juli 2015 houdende geharmoniseerde regels betreffende de administratieve geldboeten bepaald bij de wetgeving op het vlak van werkgelegenheid en economie stelt immers het volgende: "Voor zover deze daarnaar verwijzen, zijn de bepalingen van deze ordonnantie van toepassing op de wetgeving en reglementering aangenomen of geldend krachtens artikel 6, § 1, VI en IX, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen die in een stelsel van administratieve geldboeten voorzien."

In dit opzicht komt de cel momenteel hoofdzakelijk tussenbeide op het vlak van de toeristische logies, waarvoor een aanzienlijke groei in ons Gewest wordt waargenomen.