Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de omzetting van Europese richtlijnen.

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 109)

 
Datum ontvangst: 04/03/2020 Datum publicatie: 09/04/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 01/04/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
10/03/2020 Ontvankelijk p.m.
01/04/2020 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    Zodra een richtlijn is aangenomen, moet elke EU-lidstaat deze binnen de voorgeschreven termijn in zijn nationale wetgeving omzetten. In België is elk bestuursniveau verantwoordelijk voor de omzetting van de Europese richtlijnen in zijn bevoegdheidsgebied.

Elke vertraging bij de omzetting van een richtlijn kan leiden tot het instellen van een inbreukprocedure, die uiteindelijk kan leiden tot het opleggen van zware financiële sancties door het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Binnen de FOD Buitenlandse Zaken is het Directoraat-Generaal Europese Zaken en Coördinatie (DGE) verantwoordelijk voor de coördinatie van de werkzaamheden voor de omzetting van Europese richtlijnen en EU Pilot-dossiers. De DGE biedt een meerwaarde door de onderhandelaar in een vroeg stadium in contact te brengen met de verantwoordelijke voor de omzetting. Tijdens de coördinatievergaderingen binnen de DGE moet ook de haalbaarheid van de omzetting binnen de termijn worden besproken en moeten de verschillende actoren die bij het omzettingsproces betrokken zijn, daarvan op de hoogte worden gebracht.

Graag een antwoord op volgende vragen:

- Wat is de stand van zaken met betrekking tot de omzetting van Europese richtlijnen?

- Hoeveel richtlijnen worden er jaarlijks omgezet?

- Hoeveel wachten er op de omzetting?

- Wat is de gemiddelde termijn voor de omzetting van een Europese richtlijn?

- Vastgesteld wordt dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest doorgaans te laat is met de omzetting van de Europese richtlijnen.

o Hoeveel werden binnen de termijn omgezet en hoeveel buiten de termijn?

o Is er een overtredingsprocedure tegen het Gewest na de niet-omzetting van de richtlijnen? Zo ja, kunt u ons dan de lijst met de teksten bezorgen?

- Neemt een of meer vertegenwoordigers van het Gewest deel aan de coördinatievergaderingen op Belgisch niveau?
 
 
Antwoord    Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is bevoegd voor de omzetting van de richtlijnen in de domeinen die onder zijn bevoegdheden vallen. In dat verband zorgen de administraties en de regering er in het bijzonder voor dat ze zo snel mogelijk volledige omzettingsmaatregelen goedkeuren.

Zodra er een richtlijn gepubliceerd wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie, wordt ze geanalyseerd om te bepalen of ze betrekking heeft op de gewestelijke bevoegdheden. Het aantal richtlijnen dat elk jaar omgezet wordt, is sterk afhankelijk van het aantal richtlijnen die de Europese Unie aanneemt, de omzettingstermijnen waarin deze richtlijnen voorzien en de domeinen die door deze richtlijnen beoogd worden. Zo heeft het Gewest van oktober 2017 tot september 2018 vijftien richtlijnen integraal omgezet verklaard en van oktober 2018 tot september 2019 werden er veertien integrale omzettingen gemeld. De voorbije jaren zijn echter enkele gedeeltelijke omzettingsmaatregelen aangenomen en aan de diensten van de Europese Commissie meegedeeld, en enkele maatregelen die in 2019 zijn aangenomen, waren gedeeltelijke maatregelen met betrekking tot richtlijnen waarvan de volledige omzetting zal worden bereikt door het treffen van maatregelen in de volgende jaren.

Ter info, op 1 maart 2020 was in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de omzetting van 22 richtlijnen aan de gang (zie bijlage 1). Bovendien worden er ook zes richtlijnen geanalyseerd om na te gaan of ze al dan niet onder de bevoegdheden van het Gewest vallen.

Wanneer een richtlijn omgezet moet worden op gewestelijk niveau stelt het betrokken bestuur/stellen de betrokken besturen alles in het werk om de omzettingsmaatregelen zo snel mogelijk aan te nemen en te melden. Er valt op te merken dat elke richtlijn voorziet in een andere omzettingstermijn: die kan variëren van enkele weken tot meerdere jaren. Het is dan ook onmogelijk een gemiddelde omzettingstermijn te berekenen of hoeveel tijd het Gewest gemiddeld nodig heeft om alle vereiste omzettingsmaatregelen goed te keuren, aangezien de kalender voor het nemen van de maatregelen afhangt van de complexiteit van de bedoelde maatregelen en van de termijn die in de tekst van de richtlijn wordt voorgeschreven. Wat dat betreft, bevat het jaarverslag van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering inzake de omzetting en uitvoering van het Unierecht in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat jaarlijks aan het Parlement wordt voorgelegd, de volledige lijst van alle richtlijnen die op dat ogenblik worden omgezet, evenals alle lopende procedures.

Hoewel het Gewest alles in het werk stelt om de omzettingsmaatregelen tijdig goed te keuren en aan de Europese Commissie mee te delen, stellen we nog steeds vertragingen vast, hoewel die steeds minder groot zijn. Het is ook nuttig eraan te herinneren dat de Europese Unie steeds meer transversale richtlijnen aanneemt, d.w.z. teksten die onder de bevoegdheden van meerdere politici en departementen vallen. Zo kan het zijn dat een richtlijn betrekking heeft op een aangelegenheid waarvoor zowel het federale, het gewestelijke als het gemeenschapsniveau bevoegd is, of op een aangelegenheid waarvoor verschillende Brusselse besturen en instellingen van openbaar nut bevoegd zijn. In zo'n geval is een intraregionale en vaak ook een intra-Belgische coördinatie nodig om de richtlijn op een vlotte en homogene manier om te zetten, wat de duur van het omzettingsproces verlengt.

In geval van een laattijdige omzetting van een richtlijn start de Europese Commissie een inbreukprocedure op. Ze doet dat trouwens steeds vaker. Tot op heden hebben 10 van de 28 tegen België ingestelde inbreukprocedures betrekking op het Brussels Hoofdstedelijk Gewest omdat het de Commissie niet in kennis heeft gesteld van de omzettingsmaatregelen. Een gedetailleerd overzicht werd als bijlage aan dit document toegevoegd (zie bijlage 2). De Commissie stelt een inbreukdossier op zodra haar diensten van mening zijn dat de omzetting niet volledig is. Als één enkele Belgische entiteit niet alle omzettingsmaatregelen meedeelt die onder haar bevoegdheden vallen of als de Commissie van oordeel is dat de mededeling onvolledig is, dan wordt in dat geval een dossier ingesteld tegen de Belgische Staat. Bijgevolg gebeurt het dat er dossiers worden ingesteld met betrekking tot richtlijnen waarvoor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in orde is, maar waarvoor een of meerdere andere entiteiten de maatregelen die onder hun respectieve bevoegdheden vallen niet aangenomen of meegedeeld hebben. We benadrukken dan ook dat in 7 van de 10 ingestelde dossiers het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verklaard heeft dat het de richtlijn in kwestie integraal heeft omgezet.

Tot slot bestaan er op Belgisch niveau verschillende coördinatiemechanismen om een richtlijn zo snel mogelijk en op de meest homogene wijze te kunnen omzetten. Een van deze mechanismen dat interessant is om in de kijker te plaatsen, zijn de coördinatievergaderingen die regelmatig georganiseerd worden op Belgisch niveau. De eurocoördinator van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest woont deze algemene vergaderingen bij en nodigt de experts van de betrokken besturen en kabinetten uit voor de bijzondere coördinatievergaderingen die betrekking hebben op een specifieke richtlijn of een specifiek domein.