Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de opvolging van de huurcontracten van bepaalde duur in de sociale huisvestingssector.

Indiener(s)
Arnaud Verstraete
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 134)

 
Datum ontvangst: 06/03/2020 Datum publicatie: 09/04/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 09/04/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
12/03/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In 2012 keurde het Brussels Parlement een ordonnantie goed tot wijziging van de Brusselse Huisvestingscode. Met deze ordonnantie werd het huurcontract van bepaalde duur ingevoerd in de sociale huisvestingssector. De huurcontracten met een inwerkingtreding vanaf 1 januari 2013 werden contracten van een bepaalde duur van 9 jaar, verlengbaar per periode van 3 jaar na controle van de evolutie van de inkomsten en van de gezinssamenstelling.

De eerste contracten van bepaalde duur lopen dus af ten vroegste begin 2022. De eerste controles wat betreft de situatie van de gezinnen wat betreft samenstelling en inkomen gebeuren vanaf 2021, zijnde vanaf acht jaar na het sluiten van de overeenkomst.

Een van de redenen voor de invoering van dat type contract, was het vrijmaken van sociale woningen voor gezinnen op de wachtlijst, door na 9 jaar te evalueren of de bewoners nog voldoen aan het inkomenscriterium.

Mijn vragen:

- Hoeveel contracten zullen er zich in 2020 in het achtste jaar van de huurovereenkomst bevinden?

- Hoeveel gezinnen met een woning met een contract van bepaalde duur bevinden zich momenteel boven de 150% van het voor het gezin toepasselijke toegangsinkomen?

- Hoeveel boven 100%?

- Hoeveel sociale woningen verwacht de Staatsecretaris te kunnen “vrijmaken” voor gezinnen op de wachtlijst aan de hand van deze maatregel?
 
 
Antwoord    In artikel 47 van het Besluit van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de BGHM staat het volgende: “[...] gaat de maatschappij [...] na acht jaar de situatie van het gezin na voor wat betreft zijn inkomen en samenstelling”.

Voor huurovereenkomsten voor bepaalde duur die zijn ingaan vanaf 1 januari 2013 (datum van de invoering van de huurovereenkomsten voor bepaalde duur) en dus zullen aflopen vanaf 31 december 2021, zal de controle van het inkomen op het einde van het achtste jaar, dus na 31 december 2020 gebeuren.

Volgens de cijfers van de BGHM waren er in 2013 2.063 gezinnen die in een sociale woning zijn ingetrokken. De BGHM kan echter niet met nauwkeurigheid zeggen hoeveel van deze 2.063 gezinnen vandaag nog in de woning zitten.

Op basis van de gegevens op 31 december 2018 heeft de BGHM wel zicht op bijna twee derde van de data van het intrekken in en het verlaten van de sociale woning. Het betreft de gegevens van 10 van de 16 OVM’s, wat neerkomt op een steekproef van 64,9%.

Op basis hiervan en door extrapolatie van de 2.063 gezinnen die in 2013 in een sociale woning zijn ingetrokken, kan de schatting gemaakt worden dat er op 31 december 2018 nog
1.683 gezinnen in de sociale woning zaten.

Wat uw eerste vraag betreft, kunnen we dus stellen dat er bij benadering 1.683 of iets minder gezinnen zijn met een
huurovereenkomst waarvan het achtste jaar in 2020 valt.

Op basis van de steekproef van gegevens van 64,9% van de gezinnen zoals hierboven vermeld, en opnieuw op basis van extrapolatie, zou het aantal lopende huurovereenkomsten voor bepaalde duur (ongeacht het aanvangsjaar van de overeenkomst) ergens rond de 8.576 moeten liggen. Van dat aantal zouden er

-
390 gezinnen zijn met een inkomen hoger dan 100% van het toelatingsinkomen;
-
40 gezinnen zijn met een inkomen hoger dan 150% van het toelatingsinkomen.

Van deze 40 gezinnen zouden er slechts
9 gezinnen in 2013 in hun sociale woning zijn ingetrokken. Het is dus dit aantal woningen dat tegen 2021 zou vrijkomen. Dit aantal moet uiteraard aan het voorziene einde van de huurovereenkomst in 2021 nog worden bevestigd op basis van de bijgewerkte inkomenssituatie.