Schriftelijke vraag betreffende de noodzakelijke wettelijke wijzigingen voor intersekse personen.
- Indiener(s)
- Bianca Debaets
- aan
- Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 135)
| Datum ontvangst: 06/03/2020 | Datum publicatie: 09/04/2020 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 19/20 | Datum antwoord: 09/04/2020 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 12/03/2020 | Ontvankelijk | p.m. |
| Vraag | In uw antwoord tijdens een discussie in de Commissie Gelijke Kansen mbt de ondersteuning aan intersekse personen, liet u zich ontvallen dat er contacten met het federale niveau zijn in het licht van de voorbereiding van een derde Interfederaal Actieplan "SOCIESC". En ik citeer u ook : "Comme vous le constatez, la Région est déjà très active sur la question du genre neutre et je veillerai à ce qu'elle poursuive ses efforts en la matière." Daarom heb ik de volgende vragen: - Hebt u uw administratie gevraagd om een juridische analyse te maken in welke gewestelijke wetgeving de invoeging van variaties in geslachtskenmerken moet opgenomen worden en hoe deze aangepast kan of moet worden? - Zo ja, welke ordonnanties moeten gewijzigd worden? Kunt u dit verder verduidelijken? Hebt u de voorstellen van wijziging reeds overlegd met het middenveld? - Mag ik vernemen welke planning er beslist is om deze wijzigingen door te voeren in het Gewest? Indien nog niet, waarom niet? - Welke prioriteiten hebt u in naam van het BHG naar voren geschoven tijdens het laatste interfederale gelijke kansenplatform voor het betrokken Interfederale Actieplan? Is er hierover een akkoord binnen uw Regering en in hoeverre had u deze prioriteiten afgestemd met het Brusselse middenveld? - Hebt u in het bijzonder gepleit bij uw regionale en federale collega's tijdens dit platform om de invoeging van variaties in geslachtskenmerken in de discriminatiewetgeving op te nemen als een van de prioritaire acties in het Interfederale Actieplan? |
| Antwoord | We hebben zopas met equal.brussels een overheidsopdracht uitgeschreven om het actieplan van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende seksuele oriëntatie, genderidentiteit en genderexpressie (SOGI) 2017-2020 te evalueren. De uitvoering van dit vierjarenplan gaat haar laatste jaar in. Met het oog op het opstellen van een nieuw plan voor de periode 2021-2024 is er een diepgaande evaluatie van het bestaande plan nodig. Uiterlijk 17 augustus 2020 moet de opdrachtnemer een rapport indienen. Dit verslag zal ook aanbevelingen bevatten betreffende het Brusselse Actieplan inzake Seksuele oriëntatie, Genderidentiteit en Genderexpressie (SOGI) 2021-2024. Deze aanbevelingen hebben betrekking op de wijze waarop betrokken partijen worden geraadpleegd, de opvolgingsindicatoren en de implementering in het kader van de gewestelijke bevoegdheden. In dat kader kan worden voorgesteld om bepaalde gewestelijke wetgeving aan te passen en er gender- en seksueel gerelateerde criteria in op te nemen. Na de evaluatie van het SOGI-plan 2017-2020 zullen we op basis van de aanbevelingen en het overleg inzake het plan 2021-2024 concrete voortgang kunnen boeken op deze punten. Met verschillende spelers van het middenveld hebben we al overleg gepleegd over de SOGI-prioriteiten voor deze regeerperiode, met inbegrip van hun participatie aan de evaluatie van het huidige plan en aan het opstellen en de uitvoering van een nieuw. In het kader van de evaluatie van het huidige plan wordt in nauwe samenwerking met het SOGI-comité voorzien in: · Focusgroepen met de verenigingen uit het middenveld die opkomen voor de rechten van LGBTQI+’s en/of deskundigen zijn, met een gewaarborgde vertegenwoordiging van elke `categorie´: lesbiennes, homoseksuelen, gays, biseksuelen, queers, interseksuelen en anderen; · De minder zichtbare maar meest kwetsbare LGBTQI+’s (de minderheid onder de minderheden) betrekken op basis van het kruispuntdenken. Bijvoorbeeld belangenorganisaties voor personen met diverse etnisch-culturele achtergrond, LGBTQI’s van het Romavolk, senioren, personen met een handicap, vluchtelingen en daklozen. Het opstellen van het nieuwe plan 2021-2024 zal als volgt verlopen: · April-september 2020: evaluatie van het huidige plan; · Januari-februari 2021: voltooiing van het plan; · Bekendmaking van het plan vóór de Pride van 2021 (april); · Ruchtbaarheid geven aan het plan tijdens de campagne omtrent Share the color in mei 2021. · Daarbij wordt ervoor gezorgd dat het plan genoeg samenhang vertoont met interfederale en lokale plannen, zonder echter de Brusselse eigenheid uit het oog te verliezen. Na de laatste vergadering van het interfederale platform werden er twee dossiers opgesteld, een met grondig uitgewerkte prioriteiten voor de formateur en een ander, zeer grondig dossier voor de toekomstige minister van of staatssecretaris voor Gelijke Kansen. Dit dossier omvatte de volgende essentiële punten: - het bevorderen van maatregelen rond positieve acties; - een koninklijk besluit rond positieve acties bij overheden; - een evaluatie van de wet inzake mystery calls; - ondersteuning van de evaluatiecommissie bij haar werkzaamheden en tenuitvoerlegging van de aanbevelingen; - ontwikkeling van het Instituut voor de bescherming en de bevordering van de rechten van de mens en de omvorming ervan in een Nationaal instituut voor de rechten van de mens; - evaluatie van het integratiebeleid m.b.t. het Romavolk; - NAP Racisme; - IAP SOGIESC; Op 7 juni werd het middenveld op een georganiseerde wijze geconsulteerd met het oog op de evaluatie van het interfederale actieplan voor LGBTI’s. Op basis van de opmerkingen van het middenveld en van de overheid werd een verslag opgesteld dat de problemen oplijst en aanbevelingen bevat. Tijdens de jongste vergadering van het interfederale platform voor Gelijke Kansen werd benadrukt dat het Brussels Gewest voor de thematiek LGBTQI+, net als voor andere thematieken, een intersectionele aanpak wil volgen. Dit wil zeggen dat enerzijds rekening gehouden wordt met het feit dat sommige mensen gediscrimineerd kunnen worden door de toevoeging van criteria zoals seksuele geaardheid, genderidentiteit, sociale, etnische of culturele achtergrond; en anderzijds dat niemand van ons zou mogen worden gereduceerd tot een van deze - reële of vermeende - eigenschappen, aangezien identiteit voor elk van ons een meervoudig, complex en persoonlijk proces is. Wat het interfederale SOGIESC-plan betreft, werd tijdens de jongste vergadering (medio maart) een methodologie en een eerste lijst met acties voorgesteld. Gezien de noodzakelijke reorganisaties en het beheer als gevolg van de coronagezondheidscrisis werd er echter meer tijd gevraagd voor de reacties. Uiteraard zal bijzondere waakzaamheid worden betracht bij het overnemen van de aanbevelingen van de verenigingen die interseksuele personen vertegenwoordigen. Voorts wil ik erop wijzen dat het interfederale platform een uitgelezen plaats is voor het opbouwen en coördineren van de verschillende maatregelen op het gebied van gelijke kansen in het hele land. Het gaat echter wel om een overleg tussen de verschillende administraties die belast zijn met gelijke kansen, op het federale niveau en op het niveau van de deelgebieden, en het betreft geen Interministeriële Conferentie die zich met deze kwesties bezighoudt. |