Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende Inheemse en Koreaanse eekhoorns.

Indiener(s)
Ariane de Lobkowicz
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 178)

 
Datum ontvangst: 11/03/2020 Datum publicatie: 29/04/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 29/04/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/03/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Ik heb vragen over de huidige situatie en de evolutie van de eekhoornpopulaties in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Het gaat om twee soorten. Een inheemse soort, de rode eekhoorn, en een uitheemse soort, die in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw verscheen, de Koreaanse eekhoorn.

Sinds 1992 worden de verspreiding en de populatiestatus van wilde dier- en plantensoorten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en natuurlijk ook die van eekhoorns, opgevolgd door Leefmilieu Brussel, in het kader van het informatienetwerk en de opvolging van de toestand van het milieu met behulp van bio-indicatoren.

Zeer volledige gegevens over deze dieren zijn ook opgenomen in de atlas van Brusselse zoogdieren die het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen in opdracht van Leefmilieu Brussel heeft opgesteld.

Tot slot is het niet ongewoon dat studenten deze populaties bestuderen in het kader van hun thesis, die wordt toegevoegd aan de documentatie van uw administratie.

Al deze informatie zal u, naar ik hoop, in staat stellen mij te informeren over de status van deze twee soorten.

Ik heb de indruk dat hun aantal niet afneemt en ik merk ook op dat de Koreaanse eekhoorn slechts in enkele delen van het Zoniënwoud aanwezig is (maar dan in grote aantallen).

Aangezien deze waarnemingen niet wetenschappelijk zijn, stel ik u vragen om de realiteit van de door de specialisten samengestelde waarnemingen te kennen.

Er wordt al lang gezegd dat de twee soorten eekhoorns niet dezelfde ecologische niche innemen en elkaar niet schaden. Is deze bevinding bevestigd?

Is daarentegen vastgesteld dat de aanwezigheid van de Koreaanse eekhoorn schadelijk kan zijn voor de aanwezigheid van andere dieren, zoals bijvoorbeeld zangvogels?

In het verleden is ook gezegd dat er veel teken zijn op beide soorten met een risico op overdracht van de ziekte van Lyme op de mens. Deze angst is in het verleden niet bevestigd. Wat is de situatie vandaag de dag?
 
 
Antwoord    1) Er wordt al lang gezegd dat de twee eekhoorns niet dezelfde ecologische niche innemen en elkaar niet schaden. Klopt deze uitspraak?

Inderdaad, in het Brussels Gewest komen twee soorten voor uit de familie Eekhoorns (
Sciuridae), de inheemse Eekhoorn (Sciurus vulgaris), en de uitheemse Siberische grondeekhoorn (Tamias sibiricus).

Er werden tot nu toe geen aanwijzingen voor een negatieve invloed van de Siberische grondeekhoorn op de rode eekhoorn gevonden. In het Zonienwoud worden beide soorten vreedzaam naast elkaar foeragerend aangetroffen.

De soorten van het geslacht Sciurus leven in bomen. Tamias kan goed klimmen, maar leeft vooral op de grond.

Boomeekhoorns zijn soorten die leven van bloemknoppen, schors, loof, vruchten en noten; zij hebben kiezen met een afgevlakte bovenkant. Bij grondeekhoorns (Marmotini) bestaat het voedsel uit kruiden, spruiten, paddenstoelen en vegetatieve plantendelen, en hun kiezen hebben een sterk geplooid oppervlak en hoge kroonlijsten. Het gebid van de Tamias-soorten zit daar tussen in.

De Eekhoorn komt voor in boszomen van naald- of gemengd bos. Verder in loofbos met rijke ondergroei, houtwallen, tuinen en parken en in een beboste omgeving. Vanwege de afhankelijkheid van rijpe boomzaden is de leeftijd van het bos belangrijker dan de samenstelling (20 jaar en meer voor coniferen; 40 resp. 80 jaar voor eiken en beuken). Bij aanwezigheid van voldoende voedselbronnen komen Eekhoorns ook voor in bebouwde omgeving.

Eekhoorns maken grote bolvormige nesten in een boomkroon of takvork. Soms ook in boomholtes. Ze kunnen ook oude kraaien- en eksternesten gebruiken als slaapnest. Ze zoeken behalve in bomen ook regelmatig voedsel op de grond en verplaatsen zich dan over de grond van boom tot boom.

De Siberische grondeekhoorn is een gronddier, klimt echter zeer goed (tot 30m hoog, meestal minder dan 7m). Het heeft als habitat een bosgebied met ondergroei; vooral bij Lariks en Den, ook in parken en op kerkhoven.

Ze maken een ondergrondse burcht bestaande uit een nest- en voorraadkamer, waar ze elke avond in slapen. In tegenstelling tot de Eekhoorn, houden ze een winterslaap van oktober/november tot maart/april. Als natuurlijke vijanden hebben de Siberische grondeekhoorns kleine marterachtigen en grote dag roofvogels.


2) Zou de aanwezigheid van de Koreaanse eekhoorn van invloed kunnen zijn op de aanwezigheid van andere dieren, zoals bijvoorbeeld mussen?

Voor wat betreft het Zonienwoud, in 2000 werd een studie uitgevoerd over de effecten van de aanwezigheid van grondeekhoorns op de aantallen van een aantal grondbroedende vogelsoorten, maar deze gaf geen sluitend bewijs van de mogelijk negatieve invloed van de grondeekhoorns. Daarbij komt nog het feit dat er geen agressiviteit werd waargenomen tussen naast elkaar foeragerende grondeekhoorns en koolmezen of huismussen.


3) In het verleden is ook de aanwezigheid van talrijke teken op beide soorten met een risico van overdracht van de ziekte van Lyme op de mens genoemd. Deze bezorgdheid werd in het verleden niet bevestigd. Hoe zit het hiermee vandaag?

Leefmilieu Brussel volgt het buitenlandse onderzoek, met name dat in Parijs, naar de relatie tussen grondeekhoorns en de aanwezigheid van teken, op de voet. Leefmilieu Brussel is echter geen wetenschappelijke onderzoeksorganisatie en daarom beperkt de actie zich tot een preventief beleid. Het werkveldpersoneel is uitgerust met de juiste kleding en de verantwoordelijken voor de vrijetijdsbesteding wordt geadviseerd om op de paden te blijven, de honden aan de lijn te houden en te controleren of ze na een wandeling op het platteland niet door teken werden gebeten.