Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de situatie en het beheer van de populaties kraaiachtigen in het Brussels Gewest.

Indiener(s)
Ariane de Lobkowicz
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 179)

 
Datum ontvangst: 11/03/2020 Datum publicatie: 27/04/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 27/04/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/03/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Het is een feit dat niet alle populaties van wilde dieren die in België aanwezig zijn, in het Brussels Gewest vertegenwoordigd zijn.

Sommige dieren zijn ondervertegenwoordigd en andere, zoals kraaien en eksters, zijn zeer sterk oververtegenwoordigd. Een kraaiachtige die zelden in Brussel te zien is daarentegen, is de Vlaamse gaai.

Mijn vraag gaat dus over de tellingen, schattingen en evolutie van populaties die uw administratie heeft opgesteld met betrekking tot de kraaiachtigen.

Ik wil nog een aanvullende vraag toevoegen over de manier waarop deze vogels door Leefmilieu Brussel worden beschouwd.

Voor sommigen horen kraaien en eksters bij de categorie van “schadelijke dieren” en moeten ze worden bestreden. Ter illustratie van die categorisering, wijs ik bijvoorbeeld op de grote schade die wordt aangericht aan vuilnisbakken. Een andere situatie die ik heb waargenomen in het Josaphatpark in Schaarbeek, is dat grote stukken grasveld werkelijk worden opengereten door kraaien op zoek naar wormen. Maar de voorbeelden zijn talrijk.

Een andere manier om ernaar te kijken is om een dier nooit als “schadelijk” te beschouwen, maar om het beheer van het bestand te helpen en te ondersteunen.

Wat is dus het standpunt en dientengevolge de houding van uw administratie ten opzichte van deze situatie?

Schadelijk of niet schadelijk?

Uitroeiing?

Beperking van de populaties zoals bijvoorbeeld bij duiven?
 
 
Antwoord    Wat het beheer van de populaties kraaiachtigen, en vogels en dieren in het algemeen, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreft, hebben mijn kabinet en mijn administratie de bedoeling om acties te ondernemen die in overeenstemming zijn met de wettelijke voorschriften van de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud.

Ons beleid zal de rol van de soorten in het stedelijke ecosysteem en het behoud van de inheemse biodiversiteit respecteren. Het beheer van de soorten zal ecologisch zijn en het dierenwelzijn respecteren.

Wat de kraaiachtigen betreft: het zijn beschermde soorten volgens de natuurordonnantie.

Om te zorgen voor een goed samengaan van deze vogels en hun omgeving, met name de mens, moeten de burgers in de eerste plaats worden geïnformeerd over het voederverbod (de beschikbaarheid van voedsel is een factor in de positieve evolutie van soorten). Hiertoe onderneemt Leefmilieu Brussel bewustmakingsacties. Momenteel zijn er geen andere maatregelen gepland om de verspreiding van deze soorten te beperken.