Schriftelijke vraag betreffende de demografische barometer 2019 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
- Indiener(s)
- Geoffroy Coomans de Brachène
- aan
- Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 90)
| Datum ontvangst: 05/02/2020 | Datum publicatie: 26/03/2020 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 19/20 | Datum antwoord: 26/03/2020 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 13/03/2020 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van het Parlement |
| Vraag | In 2018 kwamen er ongeveer 10.000 Brusselaars bij, waardoor Brussel op 1 januari 2019 meer dan 1,2 miljoen inwoners telde. De resultaten van de onlangs verschenen studie van het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA) zijn bijzonder leerrijk. Om te beginnen stellen we sinds 2012-2013 een terugkerende trend vast in de bewegingen van de populatie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De barometer van 2018 bevestigt die trend, de groei is het nettoresultaat van de natuurlijke aangroei met +8.548 eenheden, met daarbij een internationale migratie van +16.996 eenheden. Samen compenseert dat de sterke negatieve binnenlandse migratie van -14.908 eenheden. Alle Brusselse gemeenten krijgen er inwoners bij, zo leert de studie ons nog, maar de spreiding is ongelijk. De sterkste groeiers zijn Brussel Stad (met 2.400 nieuwe inwoners), gevolgd door Anderlecht (+1.300) en Ukkel (+750). Tussen 1992 en 2018 is het aantal overlijdens gestaag blijven dalen, zo onderstrepen de onderzoekers verder, en dat dankzij een constante verjonging van de leeftijdspiramide van de Brusselse bevolking. Daardoor is het aandeel van de (zeer) bejaarde bevolkingsgroep – waar het risico op overlijden het grootst is – progressief gedaald, terwijl tegelijk in de onderzochte periode de levensverwachting dermate steeg dat de gemiddelde leeftijd van overlijden steeds later komt te liggen. Dit bevestigt de thesis van verschillende experts. De demografische boom ligt nu wel echt achter ons, daar hamert het BISA op. Van een echte boomende bevolkingsaangroei is volgens de studie slechts sprake geweest in de periode 2007-2012, toen er in het hele Gewest op amper zes jaar tijd 123.500 inwoners bijkwamen (een gemiddelde van 20.000 per jaar dus). Daarna verliep de demografische evolutie grilliger, met enkele zeer bescheiden jaren (de jaren 2013, 2016 en 2017), wat de totale groei tussen 2013 en 2019 op 54.000 eenheden bracht ( een gemiddelde van 9.000 per jaar).1 Aansluitend bij de cijfers die ik hierboven heb geschetst, zou ik graag enkele verduidelijkingen krijgen: - Hoe interpreteert de Brusselse regering de conclusies van de demografische barometer 2019 voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ? - Bevestigt u de analyse uit de barometer dat de demografische boom achter ons ligt? - Waarom blijft de regering zich dan systematisch beroepen op deze zogenaamde explosieve aangroei? - Welke conclusies trekt men uit de studie op het vlak van inrichting van het grondgebied, densificatie en gewestelijke ontwikkeling? 1 http://ibsa.brussels/fichiers/publications/focus-de-libsa/focus_34_janvier_2020 |
| Antwoord | Als minister bevoegd voor de Statistiek hecht ik veel belang aan de conclusies van de studies van BISA. De cijfers vormen dus een rode draad in de uitvoering van ons Brussels beleid. Demografie moet continu worden gemonitord, omdat het een continue impact heeft op tal van domeinen, zoals huisvesting, onderwijs, mobiliteit, fiscaliteit, ruimtelijke ordening, enz. Wat betreft het einde van de demografische boom: het klopt inderdaad. De demografische boom heeft bijna tien jaar geleden en meer in het bijzonder van 2007 tot 2012 gevolgen gehad voor het Brussels Gewest. Tijdens deze periode was de jaarlijkse bevolkingsgroei: • gemiddeld 20.000 inwoners per jaar; • elke keer meer dan +15.000 inwoners per jaar; • bereikte een record in 2010 (bijna 30.000 extra inwoners). Vervolgens was de jaarlijkse demografische groei tussen 2013 en 2019 veel minder en onregelmatiger: • gemiddeld nam de bevolking toe met 9.000 inwoners per jaar; • de jaarlijkse groei varieerde tussen +3.700 (in 2016) en +12.700 (in 2015), wat aanzienlijk lager is dan in de periode 2007-2012. De tijdspanne van demografische boom die zich tussen 2007 en 2012 voordeed, is wel degelijk voorbij, hoewel de bevolkingsgroei zich in een gematigder tempo voortzet. Waarom hebben we het dan nog steeds over een demografische boom? Het is mogelijk dat we desgevallend verwijzen naar de periode tussen 2009 en 2019, toen de groei in elk van de 19 gemeenten zeer aanzienlijk was en toenam. De groei bedroeg 140.000 inwoners. We beseffen dat misschien onvoldoende, maar met andere woorden, is het alsof een gemeente als Schaarbeek in tien jaar tijd aan ons gewest werd toegevoegd. Het spreekt voor zich dat dit cijfer enorm is en dat dit uiteraard gevolgen heeft op veel van de hierboven genoemde gebieden. Dit spreekt alleszins tot de verbeelding. Bovendien voorspellen de laatste demografische projecties van het Federaal Planbureau en Statbel tegen 2025 een matige demografische groei in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In de toekomst zullen we het daarom minder over een boom hebben. In de tussentijd moet er misschien een ander woord worden gevonden om de verwachte bevolkingsgroei te duiden. Ten slotte volgt de Regering daarom de demografische evoluties op de voet. Niemand kan de toekomst voorspellen. Daarom voert BISA juist dit soort onderzoeken. De Regering zal concrete en aangepaste antwoorden moeten bieden die gedeeltelijk zullen passen in het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling van 2018, rekening houdend met uitdagingen op het gebied van sociale mix, dichtheid en klimaatuitdaging. Meer nog, het Gewest voert ook een beleid om het wonen in Brussel aantrekkelijker te maken, in het bijzonder voor de middenklasse en draagt op die manier bij tot de demografische ontwikkeling van het Gewest. |