Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de kunstwerken in de Brusselse instellingen.

Indiener(s)
Hilde Sabbe
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 172)

 
Datum ontvangst: 11/02/2020 Datum publicatie: 19/05/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 12/05/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/03/2020 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Vorige week berichtten De Standaard en Het Nieuwsblad dat er mogelijk naziroofkunst in het bezit is van de Koninklijke Bibliotheek. Het gaat om een kunstwerk van FŽlicien Rops dat indertijd bij een Franse kunsthandelaar is aangekocht. De zaak wordt onderzocht. Mocht blijken dat het om roofkunst gaat, dan moet er uiteraard gehandeld worden. Voor kunst- en cultuurvoorwerpen die werden ontvreemd tijdens de koloniale periode is er een gelijkaardige denkoefening nodig. Een ding is duidelijk. Kunst in huis halen (kopen, onderhouden, bewaren en tentoonstellen) doe je niet lichtzinnig.

De Vlaamse overheid heeft wetgeving om kunst in openbare gebouwen te integreren. Het oorspronkelijke decreet uit 1986 kreeg in 2019 een update. De kunstcel van de Vlaamse administratie Cultuur, Jeugd, Sport en Media en het Team Vlaams Bouwmeester werken nauw samen.

Brussel heeft geen dergelijke regelgeving. De Brusselse Instellingen hebben wel kunstwerken in huis. Gezamenlijke afspraken inzake aanschaf en beheer van kunstenwerken zouden effici‘nter zijn. Wellicht zou het ook tot een veelzijdiger collectie leiden.

Het grote publiek (of werknemers) kunnen in onze gewestelijke instellingen kunst ontdekken. De collectie buiten de muren laten leven is ook een optie. Maar om te beginnen is een gemeenschappelijke aanpak nodig.

Mijn vragen:

- Bestaat er een inventaris van het roerend en onroerend patrimonium van de gewestelijke instellingen? Zijn er daar ook werken bij waarvan de herkomst onduidelijk of twijfelachtig is? Hoeveel kunstwerken zijn in het bezit van onze instellingen? Hoe evolueert die collectie in de tijd?

- Welke expertise is er bij onze gewestelijke instellingen inzake kunst? Wie maakt de selectie van de kunstwerken? Wie beslist over de aankoop, het beheer en het tonen van die kunstwerken? Wordt er kennis uitgewisseld (bijvoorbeeld inzake conservering of beveiligingsmaatregelen)?

- Zijn er ook uitleen- of huurformules (bv. Kunst in Huis)? Lenen de verschillende instellingen onderling kunstwerken uit?
 
 
Antwoord    Ik dank u voor uw vraag over de kunstwerken van de Brusselse instellingen. U vestigt bijzondere aandacht op eventuele kunstwerken die buit gemaakt zouden zijn tijdens plunderingen onder het nazibewind. Ik heb geen informatie over de herkomst van de kunstwerken waarover de GOB beschikt. Indien ooit zou blijken dat wij in het bezit zijn van een geroofd kunstwerk, dan zullen wij uiteraard nagaan hoe we de beroofde eigenaars of hun rechthebbenden het werk in kwestie kunnen teruggeven of schadeloos kunnen stellen met inachtneming van de geldende internationale wetgeving en verdragen.

Uw vraag gaat ook over de kunstcollecties van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het algemeen. Daarbij verwijst u naar het decreet van de Vlaamse Gemeenschap over kunst in openbare gebouwen. Ik wil er u toch even op wijzen dat de gemeenschappen en de gewesten niet dezelfde wetgevende bevoegdheden hebben. Cultuur valt namelijk volledig onder de bevoegdheid van de gemeenschappen.

Het is echter wel zo dat het Brussels Gewest door de zesde staatshervorming op dat vlak bepaalde bevoegdheden heeft gekregen. Zo nam het Brussels Parlement op 25 april 2019 de ordonnantie over het roerend en immaterieel erfgoed van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan. Die ordonnantie voorziet in de aanmaak van een inventaris van het roerend cultureel erfgoed van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Urban.brussels staat in voor de uitvoering van het gewestelijk beleid inzake het behoud van het erfgoed. Voor meer informatie daarover verwijs ik u naar mijn collega Pascal Smet, die bevoegd is voor erfgoed.

Voor de schone kunsten hebben wij gewoon een beheerscontract gesloten met de Stichting Kanal, die op haar beurt een overeenkomst heeft met het Centre National d’Art et de Culture Georges Pompidou. De Stichting Kanal heeft vandaag geen kunstwerken in eigendom.

In de gebouwen van de GOB bevinden zich inderdaad een aantal kunstwerken. De secretaris-generaal van de GOB heeft mij bevestigd dat hij de directie Facilities de opdracht heeft gegeven om al die kunstwerken en ook de toekomstige aankopen te beheren. Eind 2019 werd een inventaris opgemaakt. Die bevat een overzicht en foto’s van elk werk. Ik kan u die lijst bezorgen. In een volgende stap zal samen met de directie Cultureel Erfgoed van urban.brussels grondig werk verricht worden om de kunststukken nauwkeuriger in te delen. Dan pas zullen we de herkomst van de verschillende werken al dan niet kunnen achterhalen.

Aangezien het gaat om kunstwerken die gemaakt werden na de Tweede Wereldoorlog, is het echter weinig waarschijnlijk dat zij ergens geroofd zijn. Weinige daarvan blijken erfgoedkundige waarde te hebben.

De diensten van de secretaris-generaal hebben mij laten weten dat er geen specifiek beleid is voor de aankoop van kunstwerken. In het verleden deed ieder bestuur dat zelf met zijn eigen middelen. Dat beleid is nu toevertrouwd aan de directie Facilities die de selectiecriteria zal bepalen.

Van alle Brusselse overheidsinstellingen is Brussel Mobiliteit de grootste eigenaar van kunstwerken. Denk maar aan alle kunstwerken in de metrostations en langs de gewestwegen. Ik raad u aan om daarover een vraag te stellen aan mijn collega die bevoegd is voor mobiliteit, want naar ik verneem, zou Brussel Mobiliteit een inventaris daarvan bijhouden. Ik kan u daarvan een kopie bezorgen. Bij de inrichting van wegen en metrostations is het altijd de Brusselse Regering die beslist over de aankoop van kunstwerken.

De BGHM past de regel van het 101
ste procent toe. Dat wil zeggen dat bij iedere investering van honderd procent in huisvesting één procent besteed wordt aan het integreren van cultuur in de sociale woongebouwen, met de bedoeling om de gemeenschappelijke ruimten te verfraaien en het welzijn van de huurders van de OVM’s te bevorderen.

De BGHM geeft de voorkeur aan participatieve kunst en kunst in dialoog met de bewoners. Op de website van de BGHM staat een overzicht van alle projecten. De werken worden doorgaans besteld door de BGHM en zijn eigendom van de OVM’s.

U vraagt mij of er formules bestaan om kunstwerken en dan in het bijzonder die van de GOB uit te lenen of te huren. Ik heb geen weet van een uitleendienst voor deze kunstwerken. De collectie lijkt mij ook niet waardevol genoeg daarvoor.

Via mijn bevoegdheden in de COCOF ondersteun ik echter wel de artotheek van Wolubilis, een geconventioneerd cultureel centrum in Sint-Lambrechts-Woluwe. Die artotheek beschikt over een grote verzameling moderne en hedendaagse kunst die zij te huur aanbiedt. Zij is zowel voor privépersonen als voor bedrijven toegankelijk. Zij leent kwaliteitsvolle kunstwerken uit. Een groot deel daarvan is van de hand van hedendaagse kunstenaars die afkomstig zijn uit of die werken in Brussel. De artotheek organiseert ook initiatieven voor de scholen om jongeren warm te maken voor beeldende kunst.