Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het Brussels beleid ten aanzien van Congo en Afrika.

Indiener(s)
Nadia El Yousfi
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 123)

 
Datum ontvangst: 17/02/2020 Datum publicatie: 09/04/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 01/04/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/03/2020 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Afrika is door zijn geografische nabijheid en de bestaande en historische banden belangrijk voor het ‘Oude Continent’. Dat geldt uiteraard ook voor ons land en in het bijzonder ons gewest. Brussel telt onder haar inwoners 184 nationaliteiten, waarbij – ongetwijfeld – alle landen van Afrika zijn vertegenwoordigd. De problemen van deze landen zijn grotendeels dezelfde als de onze, zoals blijkt uit de grote vragen waarover de staatshoofden van de leden van de Afrikaanse Unie zich hebben gebogen op hun bijeenkomst in Addis Abeba van 6 tot 11 februari 2020.

Deze staatshoofden hebben ons signalen gegeven, en de secretaris-generaal van de Verenigde Naties alsook de voorzitter van de Europese Raad waren bij de eersten om ze te horen. Het is belangrijk gehoor te geven aan hun signalen, ook op ons bescheiden gewestniveau.

De gewestelijke beleidsverklaring heeft betrekking op Afrika in haar economische hoofdstuk en internationale hoofdstuk. In het economische hoofdstuk wordt aangekondigd dat de regering een geïndividualiseerde exportbegeleiding zal uitwerken en instrumenten invoeren om de Brusselse bedrijven ertoe aan te zetten zich te wagen op markten met een groot groeipotentieel, in geografische gebieden zoals Zwart-Afrika. Uw oriëntatienota bij het ontwerp van begroting 2020 is heel gedetailleerd op het gebied van doelstellingen, opdrachten en succesvoorwaarden, maar minder wat een tijdsschema betreft. In het internationale hoofdstuk wordt uitdrukkelijk verwezen naar Congo en Marokko – en meer bepaald naar de partnerregio’s Kinshasa en Rabat – in het deel over ontwikkelingssamenwerking, die de regering wil versterken. In uw oriëntatienota is bij de projecten de economische missie met een luik ontwikkelingssamenwerking vermeld.

Dat lijkt een feit met de economische missie van het Brusselse en Waalse Gewest van 28 tot 31 maart.
1 Deze missie heeft betrekking op de sectoren van de civiele infrastructuur (gezondheid, water, energie, wegen enz.) en diverse diensten (banken, verzekeringen, multimedia enz.) – verschillende sterke punten van onze economie. Heel graag vernemen we meer over dit niet louter economische luik. Ik denk natuurlijk aan de ontwikkelingssamenwerkingsprojecten, maar ook aan de culturele en sociale aspecten.

Onze Waalse vrienden hebben oog voor het diplomatieke luik, dat verder gaat dan de loutere economische dimensie van de missie, aangezien minister-president Di Rupo aan de missie zal deelnemen. Het is een sterk signaal, na het bezoek van de eerste minister begin februari en dat van de minister-president van de Franse Gemeenschap van 9 tot 11 maart, a fortiori dit jaar waarin de 60e verjaardag van de onafhankelijkheid van Congo op 30 juni 2020 wordt gevierd. Dit is uiteraard een belangrijke datum, waarop ons land in Congo aanwezig zou moeten zijn.

Verschillende zaken dienen te worden onthouden. Ten eerste zullen de afwezige bedrijven de kans hebben deel te nemen aan een andere economische missie naar Congo, die gepland is van 27 september tot 3 oktober dit jaar, in uw aanwezigheid en die van de minister-president. Ten tweede is dit jaar bijzonder belangrijk voor de relaties tussen België en Congo, die nieuw leven worden ingeblazen. Ten derde staat Afrika over het algemeen hoog op de agenda bij tal van actoren in België en in de rest van Europa, maar gelukkig telt ook Brussel genoeg projecten.

Mijn vragen zijn de volgende:

· Hoever staat het met de doelstelling om een geïndividualiseerde exportbegeleiding uit te werken en stimulansen te ontwikkelen voor de bedrijven om zich te wagen op markten zoals Zwart-Afrika?

· Hoe staat het met de reflectie over de versterking van het Brusselse beleid inzake ontwikkelingssamenwerking in de twee partnerregio’s Kinshasa en Rabat? Wat zijn de doelstellingen van de regering in dit verband?

· Wat is de balans van de samenwerking tot nu toe met deze twee regio’s?

· Meer in het algemeen: wat is de globale visie van de regering op haar beleid ten aanzien van de partnerregio’s en het hele Afrikaanse continent?

· Komt in de toekomst bij economische missies een grotere focus op niet loutere handelsaspecten, zoals samenwerkingsverbanden op het gebied van cultuur, burgerschap of hoger onderwijs, of zullen naast de ondernemingen ook vakbonden aanwezig zijn?

· De gewestelijke beleidsverklaring vermeldt bijvoorbeeld dat synergieën met de gemeenten en universiteiten zullen worden aangemoedigd. Kunt u toelichting geven bij dit punt en de gewestelijke projecten in dat verband?

· Is er een politieke vertegenwoordiging gepland bij de economische missie van 28 tot 31 maart 2020, zoals van het Waals Gewest?

· Zal ons gewest vertegenwoordigd zijn in Kinshasa op de vieringen die de Congolese autoriteiten wellicht zullen organiseren voor de 60e verjaardag van de onafhankelijkheid van Congo?


1 https://hub.brussels/nl/events/economische-missie-democratische-republiek-congo/ geraadpleegd op 13 februari 2020.
 
 
Antwoord    Minstens 11 % van de actieplannen van hub.brussels inzake uitvoer betreffen Afrika.

Meer bepaald in subsaharaans Afrika reist hub.brussels jaarlijks naar 5 tot 10 landen met een belangrijke delegatie van zakenmannen en -vrouwen. In 2020 was, zoals u weet, de Democratische Republiek Congo voorzien, maar ook Senegal, Zuid-Afrika, Rwanda, Ethiopië, Liberia en Sierra Leone.

Tijdens die verplaatsingen krijgt elke onderneming een individueel programma op maat van ontmoetingen die worden georganiseerd door onze economische en handelsattachés (EHA). Het Brussels Gewest beschikt er over drie ten zuiden van de Sahara: in de DRC, Kenia en sinds 2018 in Senegal, waarmee in totaal acht landen bestreken worden. Dankzij een intergewestelijk akkoord kunnen de Brusselse ondernemingen ook een beroep doen op 4 Vlaamse of Waalse EHA’s die samen 24 landen van dat subcontinent bestrijken.

Voor elke prospectie- of deelnamereis voor een beurs in subsaharaans Afrika kunnen de micro-, kleine en middelgrote Brusselse ondernemingen een verzoek tot financiële steun indienen bij Brussel Economie en Werkgelegenheid.

Gelet op zijn beperkte middelen en in het kader van de internationale aanbevelingen richt het Brussels Gewest zijn inspanningen voor ontwikkelingssamenwerking op een beperkt aantal regio’s in de wereld, met name: De regio Rabat-Salé-Kénitra, de stadsprovincie Kinshasa, de stad Chennai en het district Paramaribo.



Zoals mijn oriëntatienota verduidelijkt, wil ik tijdens deze legislatuur de capaciteit van onze partners inzake stedelijke veerkracht versterken. Elk van de initiatieven die worden opgestart in uiteenlopende thema’s, zoals duurzame economische ontwikkeling, nieuwe informatie- en communicatietechnologieën en Smart Cities, sociaaleconomische inschakeling door cultuur, de strijd tegen klimaatverandering en gelijke kansen, zullen ertoe strekken de stedelijke veerkracht van onze partners te verbeteren. Het doel is dus om onze verschillende acties in te schakelen binnen een gezamenlijk en samenhangend kader.

Gelet op de beperkte middelen wil ik de inspanningen van het BHG op de twee partnerregio’s richten, namelijk Kinshasa en Rabat, en op de afstemming van de verschillende initiatieven binnen het gezamenlijke kader van stedelijke veerkracht.

Door de beperkte middelen, zowel financiële als menselijke, kan er momenteel geen Brussels beleid voor ontwikkelingssamenwerking worden opgestart in een derde Afrikaanse regio of stad.

We moeten wel opmerken dat de minister van Klimaattransitie en Leefmilieu via Leefmilieu Brussel ontwikkelingssamenwerkingsprojecten in Afrika steunt, gefinancierd door het klimaatfonds. Er wordt een diepgaande denkoefening gevoerd om de synergiëen tussen Brussels International en Leefmilieu Brussel tijdens de rest van de legislatuur te bevorderen, in het bijzonder via de projectoproep Zuid.

Balans vanuit het oogpunt van de gouvernementele samenwerking: De steun van het BHG voor zijn Afrikaanse partners wordt omkaderd door samenwerkingsovereenkomsten.


Wat de stadsprovincie Kinshasa betreft, omvat de raamovereenkomst die in 2016 werd ondertekend de volgende domeinen: opbouw van de administratieve en institutionele capaciteiten, IT, cultuur als toenaderingsmiddel, gender.

Verschillende projecten werden aangevat. Op het vlak van IT is er bijvoorbeeld de inhuldiging van een digitruck (met computers uitgeruste semimobiele vormingsklas) in Kinshasa in augustus 2016 en de ondertekening van een samenwerkingsprotocol in juli 2016 tussen het CIBG en de educatieve provincies van Kinshasa om technische scholen uit te rusten met wifi. In het domein van de sociaaleconomische inclusie en van dialoog via cultuur heeft het BHG steun geboden aan de ontwikkeling van verschillende producties van de KVS en van de vzw ‘Connexion’, die samenwerken met Congolese artiesten uit Kinshasa en met artiesten van de Congolese diaspora.

Helaas heeft de politieke instabiliteit in de Democratische Republiek Congo en Kinshasa de uitvoering van deze overeenkomst met de plaatselijke overheden in het gedrang gebracht. De afgelopen maanden is het Brussels Gewest in die regio vooral actief geweest door steun te geven aan het maatschappelijk middenveld (zie volgend punt: de niet-gouvernementele samenwerking). Niettemin ben ik optimistisch voor de toekomst. Zo werden zowel de bilaterale betrekkingen tussen België en de DRC als de aangegane contacten tussen de gouverneur van de stad Kinshasa en ikzelf, alsook tussen onze respectieve administraties, recent hervat. In dat opzicht wil ik de hartelijke ontmoeting van midden september tussen de Congolese president Tshisekedi, minister-president Vervoort en ikzelf benadrukken. Als gevolg van die ontmoeting wordt, zoals u vermeldt, van 28 september tot 2 oktober een Brusselse missie voorzien in de DRC.

In het kader van de RRSK (regio Rabat-Salé-Kénitra) bestaat sinds 2001 een raamovereenkomst. Dat is in de loop van de jaren aangevuld met verschillende bijzondere regelingen, in het bijzonder op de gebieden van (1) interculturele uitwisseling, (2) de inclusie van personen met een handicap (3) leefmilieu (4) territorialiteit en informatica (territoriaal observatorium) (5) toerisme en culturele promotie en (6) werk.

Balans vanuit het oogpunt van de niet-gouvernementele samenwerking: Het betreft projecten van het maatschappelijk middenveld, gesubsidieerd door Brussels International:

Sinds 2013 lanceert Brussels International elk jaar een projectoproep voor de financiering van ontwikkelingsprojecten in de ‘Zuid’-landen die door middenveldorganisaties worden uitgevoerd. De oproep staat uitsluitend open voor projecten in de partnerregio’s van de DRC en dus in het bijzonder in Kinshasa en in de regio Rabat-Salé-Kénitra.

Het is onmogelijk om u de individuele evaluatie te omschrijven van de ongeveer 70 projecten die sinds 2014 in het kader van dat beleid werden gefinancierd. Ik nodig u uit om de verschillende jaarrapporten van de Brusselse ontwikkelingssamenwerking te raadplegen. De acties die werden ondernomen, worden transparant gepubliceerd in het jaarrapport van ontwikkelingssamenwerking, dat elk jaar ten laatste op 31 mei wordt bezorgd aan het parlement en een maand later aan het grote publiek, de media en de partners.

Zoals verduidelijkt in mijn oriënteringsnota, is de doelstelling om meer transversale missies te organiseren inzake competenties door bijvoorbeeld de academische, culturele of toeristische wereld te betrekken in de buitenlandse missies. Dat zal met name het geval zijn tijdens de Brusselse missie in Kinshasa, die ertoe strekt om projecten inzake cultuur, ontwikkelingssamenwerking en de academische wereld op te nemen.

Sinds het begin van de vorige legislatuur hebben het Brussels Gewest en de gemeenten inzake internationale solidariteit een informatie-uitwisseling en een coördinatie aangevat. De administratie deelt regelmatig informatie mee aan Brulocalis zodat het Gewest en de gemeenten op de hoogte zijn van hun respectieve initiatieven.

In het kader van de begrotingsaanpassing heb ik gevraagd om het budget te verhogen opdat ook de gemeenten via het SOLIRIS-netwerk ondersteund worden.

Overeenkomstig de kaderordonnantie voor de Brusselse ontwikkelingssamenwerking van 27 juli 2017 heb ik Brulocalis geraadpleegd in verband met de opstelling van de oriëntatienota over internationale betrekkingen.

Via hun ngo’s kunnen de universiteiten reageren op de projectoproepen van Brussels International. De administratie zou in dat geval een beroep kunnen doen op de expertise van de universiteiten.

De missie die u vermeldt werd inmiddels geannuleerd maar noch mijn aanwezigheid noch die van eender welk ander regeringslid werd daar voorzien. We hebben namelijk besloten om onze inspanningen te richten op de missie naar de DRC in september.

Daarvoor wordt geen Brusselse vertegenwoordiging voorzien in Kinshasa maar verschillende projecten worden onderzocht om projecten met de diasporaverenigingen in Brussel te ontwikkelen in het kader van de 60ste onafhankelijkheidsverjaardag van de DRC.