Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het recente vandalisme tegen Brusselse taxichauffeurs.

Indiener(s)
Hicham Talhi
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 190)

 
Datum ontvangst: 10/02/2020 Datum publicatie: 19/05/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 12/05/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/03/2020 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Recente persartikels hebben melding gemaakt van vandalisme waarvan de taxichauffeurs van ons gewest het slachtoffer zijn. Volgens Sam Bouchal, woordvoerder van Brussels Taxi Fed, werd sinds november vorig jaar in Brussel bijna één taxi om de twee dagen vernield. Volgens hem is de schade aan de taxi’s bedoeld om het materiaal te vernietigen en niet om een diefstal te plegen in het voertuig zelf. De gepleegde feiten omvatten gebroken ruiten, schade aan de carrosserie, afgerukt boordmateriaal (taximeter en printer), enz.

Meneer de minister-president, kunt u deze cijfers bevestigen? Is er een politieonderzoek aan de gang om deze gebeurtenissen, die alleen maar lijken toe te nemen, grondig te onderzoeken? Hebt u contact met vertegenwoordigers van de sector? Worden er behalve een onderzoek ook preventieve maatregelen door uw regering overwogen om de rust binnen de sector te herstellen? Zo ja, welke?
 
 
Antwoord    De sector van het bezoldigd personenvervoer krijgt concurrentie van nieuwe spelers. De pers berichtte onlangs over een paar voorvallen, die u niet ontgaan zijn. Het is aan de Minister van Justitie of aan de Minister van Binnenlandse Zaken om te laten weten of er al dan niet een gerechtelijk onderzoek naar deze problemen loopt. Ik heb daarover dus geen informatie.

Er is een collectieve inspanning nodig om de sereniteit in de sector van het bezoldigd personenvervoer te laten terugkeren. Ik ben daar als Minister-President bevoegd voor. Om dat mogelijk te maken, hebben we nood aan een aangepast reglementair kader dat afgestemd is op de gebruikers, hun comfort en de dienstverlening die hen geboden wordt.

We werken verder om dat doel te bereiken en ik ben er zeker van dat we er door goed samen te werken in het belang van iedereen in zullen slagen om tot een vergelijk te komen waarin alle betrokkenen zich kunnen vinden.