Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de specifieke procedures en maatregelen bij de brandweerdienst om de risico's op ziektes en oversterfte bij brandweerlieden en andere betrokken partijen te beperken.

Indiener(s)
Vincent De Wolf
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 128)

 
Datum ontvangst: 18/02/2020 Datum publicatie: 23/04/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 17/04/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/03/2020 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Het beroep van brandweerman of -vrouw houdt risico's in. Tijdens interventies stellen brandweerlieden zich elke dag opnieuw bloot aan gevaren. Er zijn risico's op lichamelijk letsel, inademing van schadelijke stoffen en andere bronnen van vervuiling.

Aan die kwestie is een reeks onderzoeken gewijd. Daarin worden mogelijke oplossingen aangedragen om nog beter de risico's in te perken van aantasting door rook en de chronische effecten die daaruit voortvloeien voor brandweerlui en andere hulpverleners tussen rook- en verbrandingsresten. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor het personeel dat de individuele beschermingspakken moet schoonmaken en ontsmetten.

Tot de al bekende risico's behoren zich jammer genoeg kankers, en voor deze beroepsgroep meer in het bijzonder kankers aan luchtwegen en longen. Andere ernstige ziekten, zoals hart- en vaatziekten en chronische longaandoeningen, worden veroorzaakt door acute intoxicaties, zoals CO-vergiftiging en asfyxie.

Gezien de situatie beval de FOD Binnenlandse Zaken, via het Federaal Kenniscentrum voor de Civiele Veiligheid, in 2017 nieuwe medische en wetenschappelijke expertise met betrekking tot de gevolgen van rookinademing op de gezondheid van brandweerlui. Daarna zouden de van kracht zijnde maatregelen versterkt kunnen worden. De federale overheidsdienst riep ook de hulp in van de afdelingshoofden om preventieve maatregelen in te voeren. Die golden niet alleen voor de interventies zelf, maar handelden ook over de essentiële voorzorgsmaatregelen bij het reinigen en opbergen van kleding en bij het onderhoud van apparatuur.

Onlangs heeft de Brusselse brandweer (DBDMH) de brandpakken vervangen door het zogenaamde 'nationale interventiepak voor de Belgische brandweerdiensten', aanbevolen door de FOD Binnenlandse Zaken en beantwoordend aan de Europese normen. Toch blijven er nog verschillende maatregelen te nemen voordat de elementaire voorschriften inzake hygiëne en veiligheid na de interventie in de Brusselse kazernes nageleefd zijn.

In de hoofdzetel van de Brusselse brandweer wordt bijvoorbeeld een deel van de brandpakken altijd schoongemaakt in een open ruimte, niet beveiligd en niet uitgerust voor een ontsmettingsbehandeling. Ook het onderhoud van de blusapparatuur, zoals de brandweerspuiten en -slangen, gebeurt in omstandigheden die buitengewoon moeilijk zijn voor het operationeel personeel, te weten in een souterrain en zonder noemenswaardige bescherming. Dat gebrek aan specifieke maatregelen verhoogt onvermijdelijk het risico op ziekten en oversterfte bij het brandweerpersoneel.

De vorige regering, zich bewust van die tekortkomingen, riep een werkgroep 'Desinfectie' in het leven. Die moest aanbevelingen formuleren om de situatie in het Brussels Gewest te verbeteren. Daarover nadenken is essentieel, maar het is vooral belangrijk om te weten welke dringende maatregelen de regering heeft genomen om ervoor te zorgen dat de procedures worden nageleefd.

Mijnheer de staatssecretaris, ik zou u daarom graag de volgende vragen stellen:

- Hoe vordert het met de werkgroep 'Desinfectie' die tijdens de vorige regeerperiode in het leven werd geroepen? Welke tekortkomingen werden er vastgesteld in de Brusselse kazernes? Welke aanbevelingen zijn er geformuleerd?

- Wat kunt u ons vertellen over de specifieke maatregelen om de risico's op ziekten te verkleinen bij brandweerlieden en andere hulpverleners bij de uitoefening van hun werk? Welke externe dienstverleners helpen het personeel van de DBDMH bij het ontwikkelen van procedures rond hygiëne en veiligheid?

- Wat zijn, binnen de renovatieplannen van de kazernes, de maatregelen die zullen worden genomen om de ruimtes geschikt te maken voor de ontsmetting van brandbluspakken en ander materiaal? Kunt u, meer in het bijzonder, de stand van zaken schetsen in de kazerne aan de Helihavenlaan?

- Meer in het algemeen, wat doet de DBDMH met de medische en wetenschappelijke expertiserapporten die de FOD Binnenlandse Zaken heeft besteld?
 
 
Antwoord    1. A) De DBDMH heeft in 2017 twee werkgroepen opgericht: de eerste groep behandelt noden, evolutie van de praktijken, enz. inzake decontaminatie, hoofdzakelijk gericht op brand. Deze werkgroep heeft een procedure voor decontaminatie na brand uitgewerkt, die momenteel op poten wordt gezet.

De tweede werkgroep richt zich op kanker en werkt samen met de werkgroep decontaminatie, op verzoek van die laatste.

Deze multidisciplinaire groep (arbeidsgeneesheer, ergonoom, officiers, sociale partners, dienstarts...), opgericht door kolonel du Bus de Warnaffe, vergadert maandelijks om een stand van zaken te geven over de situatie en de noden inzake het risico op kanker bij de Belgische brandweerlieden.

Begin 2019 werd een eerste actieplan opgesteld. Dat plan was gevalideerd door het comité voor preventie en bescherming op het werk. Verschillende elementen werden al doorgevoerd, zoals de decontaminatieprocedure na brand (ontwikkeld met de werkgroep decontaminatie), de aankoop van nieuwe handschoenen en beschermkappen, het ontwerp van een decontaminatiecontainer, richtlijnen voor de aankoop van nieuwe wasmachines...

Een aangepaste en verfijnde tabel met daarin de beroepsmatige blootstellingen aan gevaarlijke stoffen, bacteriologische stoffen, enz. wordt op vraag van de korpschef opgesteld. Die tabel zal een eerste gegevensoverzicht met het oog op een latere studie over het risico op kanker bij de brandweerlieden van de DBDMH mogelijk maken.

Als afsluiter van het eerste deel van zijn werk heeft de groep kanker in 2019 een symposium georganiseerd. Europese (ANSES, Belgische Stichting tegen Kanker...) en Canadese (Québec...) sprekers hebben er hun praktijken inzake decontaminatie en risicopreventie van kanker uiteengezet. Ook de schoonmaaktechnieken van de uitrustingen van de brandweerlieden werden in detail belicht. De gebreken van bepaalde technieken werden uitgebreid besproken en uitgelegd. De oplossingen voor die gebreken werden uitvoerig voorgesteld.

Het BHG en de DBDMH hebben met de delegaties van andere landen en experts buiten de Belgische landsgrenzen standpunten uitgewisseld over de risicopreventie van kanker bij de Belgische brandweerlieden. De synthese van het symposium van november jongstleden heeft het voorwerp van een ‘panel’ uitgemaakt. Daarin hebben betrokkenen uit verschillende disciplines maar ook uit diverse geografische gebieden zich kunnen uitspreken. Dat internationale gezelschap heeft zijn waardering geuit over de sterke technische kennis van de sprekers die door de DBDMH uitgenodigd waren.

Wat betreft de toekomstige decontaminatienoden voor de nieuwe kazernes, heeft de cel menselijke factoren in het eerste kwartaal van 2019 een voorstudie uitgevoerd over de decontaminatienoden bij het ontwerp en/of herinrichting van de bestaande kazernes. Een niet-volledige lijst van aandachtspunten bij het ontwerp van zones en het traject voor decontaminatie werd uitgewerkt. De dienst infrastructuur werkt momenteel aan de voortzetting van het project.


1.B) De ruimtes van de bestaande voorposten en van de generale staf werden niet specifiek ontworpen om zogenaamd propere, vuile en overgangszones te voorzien met betrekking tot de richtlijnen voor decontaminatie van het personeel, voertuigen, uitrusting en interventiekledij.

De lokalen zijn dus dikwijls deels ongeschikt voor verbeteringen en voor decontaminatie. Er is bijvoorbeeld geen sas en geen verwijdering van bepaalde werkzones, geen spoelruimte voor de interventievoertuigen, geen volledig decontaminatiecircuit voor de interventiekledij en evenmin een geschikte berging en decontaminatiedouches.

Momenteel zijn er aanpassingsprojecten aan de gang voor de voorposten en de generale staf (zie antwoord vraag 3).


2. Verschillende Europese studies hebben aangetoond dat er geen betrouwbare gegevensbank is inzake gezondheid in het algemeen en in het bijzonder inzake het beroepsmatige risico op kanker bij brandweerlieden, met inbegrip van België en met name bij de DBDMH.

Bij gebrek aan een relevante en eenvormige standaardgegevensbank is het moeilijk om wetenschappelijke studies te voeren over het beroepsmatige risico op kanker en op oversterfte bij brandweerlieden. Dit probleem overstijgt zelfs onze landsgrenzen...
Op lokaal niveau besteedt de DBDMH, via de opdrachten voor de preventie-instanties, bijzondere aandacht aan de preventie van het beroepsmatige gezondheids- en veiligheidsrisico in het kader van de codex over het welzijn en van de bepalingen inzake civiele veiligheid.

De hiërarchische operationele lijn verzekert de naleving van de procedure voor decontaminatie na brand, opgericht door de werkgroep decontaminatie. Deze procedure heeft het voorwerp uitgemaakt van interne bewustmaking. De DBDMH heeft ook materiaal, uitrusting, voertuigen, enz. aangekocht om de operationele uitvoering van die procedure te verzekeren.

De werkgroep kanker buigt zich transversaal en diepgaand over de goede praktijken, aan te brengen verbeteringen die het beroepsmatige risico op kanker bij de brandweerlieden van de DBDMH kunnen terugdringen. Het in 2019 vastgelegde actieplan voor die groep gaat ook in 2020 voort, in het bijzonder voor de analyse van de noden inzake de opvolging van het medisch toezicht ten opzichte van het risico op kanker, de inrichting van toekomstige kazernes...

De arbeidsgeneesheer (Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk) vervult een belangrijke eerstelijnsrol inzake gezondheid en veiligheid op het werk. De samenwerking en het overleg met federale instanties zoals de FOD Volksgezondheid, de FOD Werkgelegenheid en Arbeid en de FOD Binnenlandse Zaken gebeuren ook regelmatig, op basis van de uitnodiging van die instanties en/of deelname aan werkgroepen. Tijdens het symposium van november 2019 heeft de EDPB zijn visie uiteengezet, in het bijzonder over het belang van de deelname aan externe werkgroepen en van het daaraan verbonden delen van ervaringen.

In functie van de meer specifieke noden heeft de DBDMH, op grond van de in voege zijnde bepalingen, een beroep gedaan op andere belanghebbenden, zoals Leefmilieu Brussel, enz.

De wereldwijde actualiteit is momenteel gericht op de verspreiding van het coronavirus, zowat overal op de planeet.

Op vraag van de korpschef heeft de DBDMH proactief een eerste schatting gemaakt van de risico-evolutie, onder andere via de ziekenwagendienst, de cel menselijke factoren en de communicatiedienst van de DBDMH.

Er werd een reeks vergaderingen gehouden met de FOD Volksgezondheid en de Gewestelijke Veiligheidsraad om de te volgen strategie en de toe te passen aanbevelingen te bepalen, gelet op de Belgische en Brusselse situatie. De DBDMH heeft zijn maatregelen aangepast in functie van de vergaderingen om een zo doeltreffend en relevant mogelijke preventiestrategie aan te houden. De ingevoerde maatregelen hebben zowel betrekking op de brandweerlieden als op het administratief en technisch personeel:

  Herinnering aan de affiches in de gebouwen
ð Herinnering aan de hygiënemaatregelen: grondig handen wassen,...
ð In real time bijwerken van de dienstnota’s van de informatie op intranet
ð Oprichting van interne referentiestructuren in functie van die kwesties om zo goed mogelijk om te gaan met vragen/bezorgdheden/verzoeken tot informatie/...
ð Samenwerken met de arbeidsgeneesheer, al naargelang de noden en de evolutie van de situatie

Het doel is om een samenhang te verzekeren in de gedragslijn, zoals gevraagd door de bevoegde overheden, en om de eenvormigheid van de bevelvoering en communicatie te versterken.

De situatie en de evolutie ervan worden operationeel opgevolgd door de ziekenwagendienst en algemeen opgevolgd door de cel menselijke factoren, in samenwerking met de dienst communicatie van de DBDMH. De vragen en antwoorden zullen in een FAQ worden gegoten. Het personeel zal toegang hebben tot die FAQ.


3. Nieuwe machines (industriële wasmachine, reinigingsmachines voor accessoires zoals riemen, helmen, enz. en droogcabine) werden besteld en worden in de loop van 2020 geleverd. Die machines kunnen sneller en in goede omstandigheden meer kledij wassen en drogen. Ze zijn groter dan de huidige machines. Projecten ter uitbreiding en herinrichting van de wasruimtes worden momenteel dus bestudeerd in alle voorposten en de generale staf. Die projecten omvatten de creatie van ‘vuile’ en ‘propere’ wandelpaden, net als een ontsmettingszone van het DGH-materiaal en, wanneer mogelijk en als de post op middellange termijn behouden wordt, gangen met decontaminatiedouches op het gelijkvloers.

Vanaf mei 2020 worden die projecten geleidelijk aan uitgevoerd (overheidsopdracht voor de aanduiding van de onderneming voor de werkzaamheden is lopende).

Wat Helihaven betreft, wordt de huidige wasruimte in een eerste fase op een eenvoudige manier uitgebreid en heringericht om zo snel mogelijk plaats te kunnen bieden aan de nieuwe machines en om pannes te vermijden. Een vollediger project voor een decontaminatiezone met wasruimte, DGH-ontsmettingszone en douchegangen voor de mannen wordt onderzocht en zal aansluitend worden uitgevoerd.

Er moet ook worden opgemerkt dat alle renovatie- en bouwprojecten van voorposten afgescheiden decontaminatieruimtes voorzien.


4. In 2018 heeft de DBDMH deelgenomen aan een onderzoek van de FOD Binnenlandse Zaken, via het kenniscentrum. De DBDMH heeft de feedback ervan ontvangen en maakt momenteel deel uit van een werkgroep kanker van het KCCE via, onder andere, de cel menselijke factoren en de sociale partners.

Sinds 2017 heeft de DBDMH de oprichting van zijn werkgroep kanker voorbereid, nog voordat de enquête van het KCCE gelanceerd werd.

Ook de werkgroep decontaminatie werd opgericht, meer bepaald om zich op de kwesties van operationele interventies te richten.