Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de kwetsbaarheid van personen die een beroepsopleiding volgen.

Indiener(s)
Viviane Teitelbaum
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 211)

 
Datum ontvangst: 02/03/2020 Datum publicatie: 17/04/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 17/04/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/03/2020 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    In september 2018 werd een studie gepubliceerd die nog door uw voorganger was besteld, een studie over de economische kwetsbaarheid van het Brusselse publiek dat aan beroepsopleidingen deelneemt. De studie werd in opdracht van de Franstalige dienst Bruxelles-Formation uitgevoerd door het onderzoekscentrum Metices van de ULB. Ze slaat op administratieve gegevens uit 2015. Ik vermoed dat er over deze specifieke kwestie van de koppeling tussen beroepsopleiding en economische kwetsbaarheid geen recentere gegevens bestaan en zal me dus baseren op de studie uit 2018, én op het rapport dat view.brussels (het vroegere Brusselse Observatorium voor Werk en Opleiding) hierover opstelde, ook in 2018: ‘Bepaling van de Tewerkstellings- en Opleidingsbehoeften’.

Ik denk dat iedereen zal beamen dat beroepsopleiding, zeker voor de mensen in een moeilijke economische situatie, voor elke Brusselse regering een prioriteit moet zijn. We zijn het onszelf gewoon verplicht aan elke Brusselaar om hem/haar de kans te bieden een geschikte opleiding te volgen die naar een baan leidt. Werk is immers nog altijd dé manier om economisch en sociaal te integreren en de beroepsopleiding is de meest doelmatige toegangspoort naar werk. Het economische weefsel van onze regio bestaat voor een groot stuk uit banen in de dienstensector. Daardoor zijn heel wat inwoners van ons Gewest die minder hoge kwalificaties hebben en die tot de meest kwetsbare groepen behoren, uitgesloten van die economische bedrijvigheid. Aan hen moeten we ook perspectief bieden, en dat doen we door aangepaste beroepsopleidingen voor te stellen. En op dat vlak zijn de resultaten, althans volgens de studie van Metices, onvoldoende en voor verbetering vatbaar.

Ik geef een cijfer dat ons allen zou moeten alarmeren: 46% van de Brusselaars die een beroepsopleiding volgen bij Bruxelles-Formation of een van zijn partnerorganisaties, genieten de verhoogde tegemoetkoming (VT). Dat wil dus zeggen dat hun financiële toestand dusdanig is dat ze flirten met de armoededrempel. Dat cijfer ligt ver boven het gewestelijke gemiddelde. Daarenboven ligt het werkelijke cijfer wellicht nog hoger, want het VT-statuut wordt niet altijd automatisch toegekend door de administratie, waardoor sommige rechthebbenden ongetwijfeld geen gebruik maken van hun recht.

Dit precaire publiek is voor een deel samengesteld uit éénoudergezinnen, wat wil zeggen een verpletterend hoog aandeel van alleenstaande vrouwen met kinderen. Voor de rest vinden we veel nieuwe migranten, jammer genoeg ook veel jongeren en mensen die sociaal geïsoleerd zijn.

Daar komt nog bij de vaststelling dat de cijfers inzake doorstroming naar werk na de opleiding – cijfers die view.brussels voor het jaar 2018 publiceerde - voor Brusselse vrouwen, die sowieso al zwaarder getroffen worden door financiële problemen, werkloosheid, deeltijds en onderbetaald werk, structureel lager liggen dan voor mannen. Bij de mannen zien we al jaren een voorzichtig positieve evolutie, maar bij vrouwen lijken de slaagkansen te stagneren op een laag niveau.

Voor dit achtergestelde publiek, zowel mannen als vrouwen, brengt de opleiding ook bijkomende kosten en praktische problemen met zich mee: eten, transport, kinderopvang. Het hoeft geen betoog dat zulke bijkomende obstakels het normale vormingsproces niet ten goede komen en ook de slaagkansen op tewerkstelling naar beneden halen.

Met al deze vaststellingen in het achterhoofd heeft het begeleidingscomité bij de Metices-studie – bestaande uit vertegenwoordigers van Bruxelles-Formation en van de Franstalige Fédération bruxelloise des organismes d'insertion socioprofessionnelle et d'économie sociale d'insertion (Febisp) – een aantal denksporen naar voren geschoven om het bestaande opleidingsproces te verbeteren en beter af te stemmen op een publiek in een precaire financiële situatie.

Die aanbevelingen geef ik hier graag mee, zij het op niet-exhaustieve wijze:

- Een verhoging van de opleidingsvergoeding.

- Vervroegde uitbetaling van de financiële hulp bij het begin van de opleiding om zo de verplaatstingskosten te helpen dragen.

- Een opgedreven begeleiding van de cursisten tijdens hun opleiding en tijdens de overgang naar werk.

- Voordelige restauratiemogelijkheden voor de stagiairs.

- Meer sensibilisatie- en informatie-inspanningen, opdat de betrokkenen optimaal van hun rechten gebruik zouden kunnen maken.

Mijnheer de minister, ik heb hierover de volgende vragen:

- Heeft Bruxelles-Formation deze aanbevelingen al ter harte genomen? Heeft dat al vruchten afgeworpen?

- Hoe denkt u ervoor te zorgen dat vrouwen even gunstige uitstroomkansen naar werk krijgen als mannen? Het begeleidingscomité stelt bijvoorbeeld voor om de opvang van kinderen tijdens de opleidingssessies te ondersteunen. Ziet u iets in die suggestie?

- En tot slot: komt er een vervolg op deze studie van Bruxelles-Formation naar de beroepsopleiding van kwetsbare groepen? De Metices-studie, gebaseerd op cijfers van 2015, is binnen de publicaties van Bruxelles-Formation momenteel nog steeds de enige die aandacht aan dit specifieke probleem schenkt. Ondertussen, vijf jaar later, is de situatie op het terrein ongetwijfeld geëvolueerd.
 
 
Antwoord    Het studieverslag “Bestaansonzekerheid van personen in beroepsopleiding in het Brussels Gewest in 2015” werd in 2017 en 2018 gerealiseerd door het onderzoekscentrum METICES van de ULB en de Dienst Studies en Statistieken van Bruxelles Formation.

In juni 2018 heeft het Beheerscomité van Bruxelles Formation de diensten opgedragen om de verschillende vastgestelde acties te onderzoeken om een operationeel document op te stellen. In februari 2019 werd een reeks van 16 maatregelen geformaliseerd in de vorm van een plan ter bestrijding van de bestaansonzekerheid van stagiairs in opleiding, gericht op het verbeteren van de financiële situatie van stagiairs en de begeleiding van gebruikers in precaire situatie.

Deze 16 maatregelen hebben betrekking op

- de financiële voordelen van de stagiairs en het welzijn tijdens de opleiding;
- de begeleiding van de stagiairs en de beveiliging van hun traject ;
- de informatieverstrekking aan de stagiairs;
- het inzicht in de vraagstukken rond armoede in opleidingen;
- het opleidingstraject;
- psychosociale ondersteuning en begeleiding.

Het regeerakkoord van de Brusselse Franstalige regering 2019-2024 voorziet in haar hoofdstuk "het recht op kwalificatie gedurende het hele leven concreet vorm te geven” om een ​​beleid te ontwikkelen dat gericht is op het garanderen van gelijke toegang en behoud in opleiding en prioritaire steun te verlenen aan kwetsbare groepen zoals eenoudergezinnen en werkzoekenden zonder uitkering.

In 2019 maakte het publiek-publieke verdrag tussen Actiris en Bruxelles Formation en de daarvoor door mijn voorganger Didier Gosuin, minister van Beroepsopleiding, ter beschikking gestelde middelen het volgende mogelijk:

- twee voltijdse equivalenten aanwerven bij Bruxelles Formation: één voor het veiligstellen van loopbaantrajecten en de andere voor de oprichting van een netwerk van actoren ter bestrijding van de bestaansonzekerheid van stagiairs.

- Vanaf 1 september 2019 werd een euro per uur toegekend aan alle stagiairs in opleiding en dit overeenkomstig de voorwaarden van het besluit 2019/570 van 16 mei 2019. Deze wordt nu toegekend aan deeltijds werkende werkzoekenden die ingeschreven zijn bij Actiris, aan werkzoekenden sinds minder dan 12 maanden en aan de werklozen die reeds minder dan 12 maanden een vergoeding ontvangen en een beroepsopleidingsovereenkomst hebben ondertekend.

- Sinds 1 januari 2019 zijn er gratis beroepsopleidingen voor werkzoekenden die zich inschrijven voor opleidingen waarmee toegang kan worden verkregen tot het statuut van bedrijfsleider of leerlingen in EFP.

- Tegelijkertijd werden de oproepen tot partnerschappen van Bruxelles Formation ter ondersteuning van inclusieve opleidingsprojecten ter verbetering van de veiligheid van de trajecten door overbruggingen en richtingen te bevorderen versterkt. Hierdoor konden in 2019-2020 17 nieuwe projecten worden gelanceerd en 460 opleidingsplaatsen worden voorzien.

Zoals ik reeds heb uitgelegd, zijn voor het opleidingsinkomen van 4 euro per uur juridische analyses, analyses van operationele haalbaarheid en dienovereenkomstige begrotingsmiddelen nodig.

Daarom raad ik aan om in twee fasen te werken: een indexering van de euro per uur, wat een compensatie van € 1,80 / € 2 mogelijk zou maken. En dan, afhankelijk van de analyses, het fiscale aspect,… zal de kwestie van het opleidingsinkomen aan 4 € worden aangepakt.

In het Franstalig Brussels regeringsakkoord van worden eenoudergezinnen en werkzoekenden zonder uitkering als prioritair publiek aangeduid.

Tot op heden bestaan ​​er, afgezien van toegang tot de kinderdagverblijven van Actiris, geen specifieke maatregelen op het gebied van ondersteuning van de kinderopvang tijdens het opleidingsproces.

Ook al zal de studie “Précarité du public en formation professionnelle en Région Bruxelloise en 2015” niet als zodanig worden geactualiseerd; het is de bedoeling om deze aan te vullen met twee andere studies voor een beter begrip van de trajecten en leefomstandigheden van stagiairs die een opleiding volgens bij Bruxelles Formation en bij haar partners.

De eerste studie is een kwalitatief onderzoek in twee fasen gericht op het beter begrijpen van de hindernissen en hefbomen binnen het traject van stagiairs in opleiding. Er vonden al veertig interviews plaats met stagiairs die afstudeerden na een voorkwalificerende opleiding. Andere interviews met stagiaires die afstuderen na kwalificerende opleidingen en alfa- en FLE-opleidingen zullen in een tweede fase worden gehouden. De resultaten van deze studie zullen eind 2020 (voor de eerste fase) en in 2021 (voor de tweede fase) beschikbaar zijn.

De tweede studie zal een kwantitatieve telefonische studie zijn die in 2021 zal worden uitgevoerd met een veel grotere steekproef en een vragenlijst van het type dat gebruikt wordt voor de SILC-enquêtes van de Europese Unie ("Enquête naar inkomsten en levensomstandigheden"). De inhoud en praktische details zijn nog niet vastgelegd.