Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de gezondheid van de bomen in het Dudenpark in Vorst, het omhakken van de bomen en de gevolgen ervan voor de biodiversiteit.

Indiener(s)
Ingrid Parmentier
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 205)

 
Datum ontvangst: 02/02/2020 Datum publicatie: 28/04/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 27/04/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/03/2020 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    De gemeente Vorst heeft een zeer bosrijk verleden. Het Dudenpark in die gemeente is daar de getuige van en het is een ware groene long in de stad.

Het park was vroeger een deel van het Heegdebos, dat in de middeleeuwen deel uitmaakte van de benedictijnerabdij van Vorst. Vandaag behoort het park tot de Koninklijke Schenking, maar in 2006 werden het beheer en het herstel van de site aan Leefmilieu Brussel
1 toevertrouwd.
 
Op de website van Leefmilieu Brussel
2 staat het Dudenpark beschreven als een bijna zuiver beukenbos, wat wil zeggen dat er naast de beuk amper andere boomsoorten te vinden zijn. Daar lezen we ook dat de botanische rijkdom van het park anderzijds ook ligt in zijn ondergroei van grasachtige gewassen en kruiden, die werkelijk uniek zou zijn voor die kant van Brussel. Op de site staat weliswaar ook dat de beschikbare gegevens al van enige tijd geleden dateren en dat fauna en flora van het park momenteel worden geïnventariseerd, opdat men gerichte beschermingsmaatregelen zou kunnen nemen. Ik vermeld er nog bij dat talloze vogel- en vleermuissoorten een onderkomen vinden in de oude bomen van het park.
 
Toch werden de laatste maanden tientallen van die oude bomen in het Dudenpark gekapt, hoofdzakelijk beuken
3. Op vraag van de gemeente Vorst heeft Leefmilieu Brussel geleide bezoeken aan het park georganiseerd om zo aan publiek en omwonenden het waarom van die kappingen uit te leggen. Volgens Leefmilieu Brussel waren de kappingen noodzakelijk omdat de bomen aan het einde van hun levenscyclus gekomen waren (verschillende bomen zijn meer dan tweehonderd jaar oud). Bovendien waren heel wat van die oude bomen verzwakt door de grote droogte in de zomer van 2018, waardoor kruinen afbraken. Verder was de algemene gezondheidstoestand van de bomen er in de loop der tijd op achteruitgegaan doordat de grond aan hun voet intensief werd belopen door de bezoekers van het park en soms inzakte.
 
Mijnheer de minister, ik heb hierover een aantal vragen:
 
- Welke onderzoeksmethodes werden toegepast om de gezondheidstoestand van de bomen vast te stellen? Op welke expertise werd een beroep gedaan?
 
- Hebben de kapplannen louter de veiligheid van het publiek op het oog (risico op vallende takken of op stormhout), of zijn er andere redenen, bijvoorbeeld omdat men meer ruimte en licht in het park wil brengen om zo jonge bomen te kunnen aanplanten of om open plekken te creëren om recreatieve of landschappelijke redenen, dit alles volgens het beheersplan voor het park?
 
- Er bestaat inderdaad een gevaar van afbrekende kruinen. Maar kan men dan niet beter de dode takken in het bovenste stuk van de kruin wegzagen in plaats van meteen de hele boom te kappen?
 
- Neemt men maatregelen om te beletten dat de bodem rond de resterende bomen ook te veel wordt vertrappeld? Hoe zal men de nieuw aangeplante bomen beschermen?
 
- Stervende en dode bomen zijn heel interessant voor allerlei fauna en zwammen. Wil men daarom niet overwegen om dood hout te laten liggen en om voldoende boomstompen te laten staan? Zijn er in het park zones waar weinig of geen publiek komt en waar men dus stervende of dode bomen kan laten gedijen?
 
- Hoe ver staat het met de inventaris van de fauna en flora van het park? In welke mate zijn allerlei interessante soorten in het park afhankelijk van de aanwezigheid van voldoende beuken?
 
- Als men oude bomen kapt, verdwijnen ook de holten die nuttig zijn voor vogels, vleermuizen en andere holendieren. Men zou de pijn kunnen verzachten door nestkasten te hangen of andere schuilplaatsen voor die dieren aan te brengen. Wordt dat overwogen?
 
- Is er in het beheersplan voor het park voorzien in een grotere verscheidenheid van de soorten? Wordt daarbij rekening gehouden met het aanpassingsvermogen van die soorten aan klimatologische veranderingen en met het behoud en de ontwikkeling van meer biodiversiteit in het park?
 
- Zal Leefmilieu Brussel, in samenwerking met de gemeente Vorst, geleide bezoeken aan het park blijven organiseren om de gebruikers en omwonenden van het park te informeren over het nut van de beheersmaatregelen?


1 https://environnement.brussels/fiche/parc-duden
2 https://environnement.brussels/fiche/parc-duden
3 https://www.bruzz.be/samenleving/het-echt-nodig-om-zoveel-bomen-te-kappen-het-dudenpark-2020-01-29
 
 
 
 
Antwoord    Het volledige fytosanitaire onderzoek van de bomen in Dudenpark werd uitgevoerd door de gespecialiseerde firma Eurosense Belfotop bvba tussen september 2017 en maart 2018 en bestond uit een inventarisatie en een visueel onderzoek van 4004 bomen. In mei 2019, na de zomerdroogte van het voorgaande jaar, werden 76 oude beuken opnieuw onderzocht door hetzelfde bedrijf. De gezondheidstoestand van bomen wordt beoordeeld volgens de VTA (Visual Tree Assessment) objectiveringsmethode die internationaal in het vakgebied gebruikelijk is.

De recente en lopende
kapoperaties die u noemt, zijn dan ook gebaseerd op de aanbevelingen van de twee fytosanitaire studies en op het richtschema dat de vernieuwing van de bospercelen van het Dudenpark stuurt. Zoals u al zei, is het doel inderdaad de veiligheid - met andere woorden, het voorkomen van ongelukken die worden veroorzaakt door vallende zieke en/of gevaarlijke bomen. Het doel is ook de geleidelijke vernieuwing van het oude beukenbos in het park.

Naast de verjonging van de bomen in het park is de vernieuwing bedoeld om de algemene gezondheid van het bosbestand te herstellen en de soorten en structuren te diversifiëren; de algemene stabiliteit van de bomen moet worden vergroot en de biologische diversiteit moet worden verbeterd.

Er is een schema voor de
verjongingskap opgesteld. Het strekt zich uit over 13 jaar en is begonnen in 2016.

Ter aanvulling op de natuurlijke regeneratie zijn er ook
aanplantingen. Met het oog op de stationaire geschiktheid en diversificatie van soorten zijn potentiële lijsten met soortenkeuzes opgesteld, met inachtneming van de historische en landschappelijke aspecten en rekening houdend met de verwachte effecten van de aangekondigde klimaatveranderingen.

Wat de
kroonreductie betreft, voorziet Leefmilieu Brussel in verschillende behandelingen, gaande van het onderhoud van de beuk in zijn geheel, tot het snoeien van dode takken, het snoeien van gesteltakken, het toppen of het volledig kappen van de boom. Het toppen veroorzaakt echter wonden waarvan de boom maar moeilijk herstelt, waardoor de boom binnen vijf jaar afsterft.

De
bodemverdichting rond oude bomen is een verzwarende factor. Er zijn twee beschermingsgebieden voor het oude beukenbos ingesteld, gematerialiseerd door hoge hekken, om het publiek uit de buurt te houden en vooral om er grote hoeveelheden dood hout (nog rechtopstaand of op de grond liggend) te behouden. Lage hekken (1,2 m hoog) worden ook gebruikt om de jonge aanplantingen te beschermen.

Grote hoeveelheden
dood hout worden rechtopstaand en op de grond bewaard in de vorm van dode stammen, gekapt stamhout of gekapte takken, om de fauna en flora die van dit type omgeving afhankelijk zijn, te bevorderen.

In 2008 is een studie uitgevoerd om de fauna en flora van het park te
inventariseren. Deze studie richt zich op een inventarisatiefase en de ontwikkeling van beheerdoelstellingen.

De regeneratie van de bomen in het Dudenpark is onvermijdelijk omdat ze deel uitmaken van de natuurlijke cyclus van het bos. De fauna en flora zullen in verschillende mate worden beïnvloed en deze regeneratie moet worden gezien als een
kans om de structuren van het huidige bosbestand te diversifiëren, om licht te brengen onder het dichte bladerdak van de beuken, en om de aan te planten soorten te diversifiëren. Deze maatregelen zijn duidelijk bevorderlijk voor de verbetering van de veerkracht van de vegetatie van het park in het licht van de voorspelde klimaatveranderingen en voor de ontwikkeling van een andere biodiversiteit als aanvulling op die van het beukenbos.

Het gebruik van
nestkasten wordt niet beschouwd als een effectief middel om de avifauna binnen het gebied te behouden. Het wordt eerder gezien als een didactisch instrument.

Het Dudenpark bevindt zich in een overgangsfase en Leefmilieu Brussel heeft sinds juni 2019 negen informatiesessies voor het grote publiek georganiseerd. Leefmilieu Brussel zal deze
begeleiding de komende maanden en jaren voortzetten.