Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de verbetering van de levenskwaliteit in de stad door openbare en groene ruimten.

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 209)

 
Datum ontvangst: 06/02/2020 Datum publicatie: 11/05/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 07/05/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/03/2020 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Brussel telt meer dan 8.000_hectare groene ruimten, wat de helft is van de oppervlakte van ons gewest! De groene ruimten zijn ongelijk verdeeld, vermits 70% ervan zich in de periferie bevindt, tegenover 10% in het ‘stadscentrum’.

De Brusselaars zijn op zijn zachtst gezegd erg gehecht aan deze groene zones. Elk weekend gaan ze naar het bos of het park om er een aangenaam moment door te brengen met familie of vrienden, om er even uit te zijn, om te sporten, met de kinderen te spelen, hun viervoeter uit te laten ...

Jammer genoeg komt dit onderwerp in de algemene beleidsverklaring van uw regering nauwelijks aan bod. Bij de beleidsverklaring had u het kort over het teruggeven van de openbare ruimte aan de Brusselse bevolking door nieuwe parken aan te leggen. Er is echter niets gezegd over het beheer van de bestaande parken.

Groen is er elk seizoen. Elk seizoen is belangrijk en verdient het hele jaar door de nodige aandacht. Voornamelijk de openbare ruimten en de groene zones moeten van nabij opgevolgd worden. Ze dragen bij aan de verbetering van de levenskwaliteit in de stad. We moeten tegelijk aandacht hebben voor de noden van de wijk, zijn inwoners en de demografische trends.

Tijdens ons bezoek aan Leefmilieu Brussel kregen we te horen dat uw administratie het beheer van verschillende gemeentelijke parken opnieuw onder haar toezicht heeft geplaatst omdat de gemeenten er niet meer in slaagden ze te beheren.

Half september kreeg ik informatie aangaande het beheer van het Ter Kamerenbos. De Stad Brussel, die deze groene zone alleen beheert, zou overwegen om de verantwoordelijkheid ervan aan het gewest toe te vertrouwen.
Volgens de verklaringen van de schepen van Groene Ruimten van de Stad Brussel (mevrouw Jellab) is een beheer door de stad alleen, moeilijk, zowel budgettair als op het vlak van het landschapsbeheer.

Eind november kondigde de Stad Brussel in de pers aan dat ze onderhandelingen hierover met u zou opstarten. Het doel is het beheer van de parken, inclusief het Ter Kamerenbos, te rationaliseren.

Wat mijn partij betreft, de Mouvement réformateur, moet een efficiënt beheer van de groene ruimten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in samenspraak met de bestuursniveaus, de betrokken gemeenten, gepromoot worden. Investeren in het onderhoud en de duurzaamheid van de groene ruimten is voor Brussel cruciaal.

Ik wens u bijgevolg de volgende vragen te stellen:

- Van welke gemeentelijke parken/groene ruimten is het beheer overgegaan naar Leefmilieu Brussel? Wat waren de voornaamste redenen voor deze overdracht?

- Beschikt uw departement over een grondigere analyse (voor- en nadelen) aangaande het verschil tussen een gemeentelijk beheer en een gewestelijk beheer van de Brusselse groene ruimten?

- Bestaat er een structuur, bijvoorbeeld een ‘begeleidingscomité’, waarin de minister/uw kabinet zetelt, alsook de burgemeesters en de schepenen die betrokken zijn bij de kwestie van het beheer van de gemeentelijke/gewestelijke groene ruimten?

o Zo ja, komt het regelmatig bij elkaar? Wie coördineert de vergadering en welke actoren zitten rond de tafel?

o Zo niet, is het niet wenselijk om een dergelijk overlegorgaan op te richten? Dit kan dan samenkomen om te debatteren en vooral om op collegiale wijze beslissingen te nemen over het beheer van deze groene ruimten inzake inrichting, netheid, mobiliteit enz.

- Wat de regionalisering van het Ter Kamerenbos betreft, hebt u onlangs contact gehad met de Stad Brussel en de gemeenten Ukkel en Elsene? Wat waren de belangrijkste conclusies? Is dit dossier de voorbije weken nog geëvolueerd? Bent u voorstander van de regionalisering van het Ter Kamerenbos? Is er een impactstudie uitgevoerd door uw departement? Wat zouden de financiële kosten van een dergelijke overdracht zijn? Beschikt het gewest over voldoende personeel om het Ter Kamerenbos te beheren?
 
 
Antwoord    Leefmilieu Brussel heeft de afgelopen 3 jaar het beheer van 9 gemeentelijke parken overgenomen, te weten:

- In 2017: het Marie-José-park, het Albertpark en het park van Lijn 28 in Sint-Jans-Molenbeek, en het Bospark in Anderlecht;

- In 2018: het Sint-Vincentpark in Evere, het Tercoignepark in Watermaal-Bosvoorde, het Sauvagèrepark in Ukkel en de semi-natuurlijke Gouddalsite in Sint-Lambrechts-Woluwe.

- In 2019, nam Leefmilieu Brussel het beheer over van de Kauwberg in Ukkel, een groene ruimte van 30 ha die al bijna 20 jaar niet meer goed werd beheerd.

Deze overname van het beheer van de gemeenteparken door het Gewest heeft 3 doelstellingen:

1) de versterking van de veiligheid (in het kader van de aanslagen van 2016);
2) het waarborgen van een kwaliteitsvol beheer, zowel in biologisch als sociaal opzicht;
3) het integreren van al deze parken in de gewestelijke visie van het groen en blauw ecologische netwerk en het speelpleinnetwerk.

Deze regionalisering van het beheer van de gemeenteparken heeft het dus mogelijk gemaakt om coherentie te brengen in het beheer, de activiteiten, de openingsuren, het straatmeubilair, enz. Het heeft het ook mogelijk gemaakt de nodige middelen te rationaliseren door middel van verschillende synergiën en schaalvoordelen: centralisatie van de uitrusting, betere verdeling van het personeel, centralisatie van de onderaannemingsopdrachten, enz.

Dit heeft echter geleid tot een overdracht van de kosten voor het beheer van de gemeenten naar het Gewest. Het beheer van de 8 overgedragen parken in 2017 en 2018 brengt naar schatting jaarlijks 3 miljoen euro aan beheerskosten met zich mee, ofwel gemiddeld 375.000 euro per jaar per park.

Bij de overname van het beheer werkte Leefmilieu Brussel in nauw overleg samen met elke betrokken gemeente, met name om inzicht te krijgen in de werking van de parken, de gewoontes van het publiek, de geschiedenis van het beheer en om de respectievelijke verantwoordelijkheden van de gemeente en het Gewest vast te stellen.

Momenteel wordt de opvolging van het beheer van deze parken bilateraal uitgevoerd tussen de gemeenten en het Gewest, in functie van de behoeften. Het voorstel om een "begeleidingscomité" op te richten dat alle gemeenten en het Gewest op technisch en eventueel beleidsvlak samenbrengt, is interessant. Het zou het met name mogelijk maken om een gemeenschappelijke visie op het beheer van de groene ruimte te consolideren.

Het lijkt a priori logisch dat het Gewest het beheer van het Ter Kamerenbos overneemt: dit park van 106 ha trekt een breed publiek aan; het wordt begrensd door 4 Brusselse gemeenten en ligt in het verlengde van het Zoniënwoud dat zelf door LB wordt beheerd.

Voor een kwaliteitsvol beheer van deze groene ruimte zijn echter aanzienlijke middelen nodig.

Op mijn verzoek heeft Leefmilieu Brussel een eerste raming opgemaakt:

- De jaarlijkse personeelskosten worden geraamd op 1,1 miljoen euro.
- De werken voor het landschapsbeheer worden geraamd op 1.345.000 euro voor de eerste 2 jaar en 645.000 euro voor de volgende jaren.
- De kosten met betrekking tot de verschillende gebouwen, infrastructuren en meubilair moeten nog worden gedekt.

We hebben het dus over aanzienlijke financiële middelen.

Dit dossier is het onderwerp geweest van voorbesprekingen met de vertegenwoordigers van de stad. We zullen een duidelijker zicht hebben na afloop van de huidige crisis, wanneer we opnieuw een meerjarige begrotingsvisie zullen kunnen bepalen.