Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het ontbreken van een integraal asbestplan.

Indiener(s)
Jan Busselen
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 223)

 
Datum ontvangst: 14/02/2020 Datum publicatie: 11/05/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 07/05/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/03/2020 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Uit de asbestinventaris van Scholengroep Brussel (het gemeenschapsonderwijs in Brussel) blijkt dat het aantal schoolgebouwen met asbest groot is. In ongeveer 80 procent van de scholen en gebouwen van de Scholengroep Brussel van het GO!-onderwijs is vandaag nog asbest aanwezig.

Voor het vrije net zijn er geen cijfers bekend.

Asbest kent natuurlijk geen taalgrens. Asbest is ongezond voor alle kinderen. Ook langs Franstalige kant wordt het percentage aan asbest in de scholen geschat op minstens 70%, volgens een artikel van 28 maart 2018. In datzelfde artikel stelt de toenmalige minister van Onderwijs Marie-Martine Schyns dat er bij de Fédération Wallonie-Bruxelles geen centraal asbestinventaris bestaat.

Dat is een verontrustende vaststelling, want asbest is een kankerverwekkende stof.

Het risico dat kanker ontstaat door het inademen van losse asbestvezels is hoog. Dat kan na lange tijd leiden tot longkanker, longvlies-, of buikvlieskanker. De tijd speelt daarbij een rol. in die zin zouden net jongeren niet op jonge leeftijd mogen blootgesteld worden aan plaatsen waar er asbest aanwezig is en waar het risico op het inademen van asbestvezels groot is. Asbest is een gevaarlijke stof die geen plaats zou mogen hebben op plaatsen waar kinderen regelmatig verblijven.

In de media verklaarde Karin Struys, woordvoerster van de Scholengroep Brussel dat ‘een planning voor het aantal asbestverwijderingswerken niet vast ligt. Bij risico wordt uiteraard meteen een verwijdering uitgevoerd en in geval van kleine en grote renovatiewerken wordt, bij aanwezigheid ervan, asbest verwijderd’. Maar de verwijdering van asbest verloopt tergend traag. De scholengroep kan slechts deels, 50 procent via GO!, aanspraak maken op subsidies. Ze genieten niet van de extra financiële steun van OVAM (Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij ), die scholengroepen in Vlaanderen wel kunnen krijgen.

Langs Franstalige kant heb ik spijtig genoeg te weinig informatie gevonden omtrent de maatregelen waar scholen een beroep op kunnen doen om asbest te verwijderen, want het verwijderen van asbest draagt een kost met zich mee die scholen individueel niet kunnen betalen.

Maar naast het inventariseren van de aanwezigheid van asbest in overheidsgebouwen, meer bepaald in scholen, is de vraag of er de ambitie bestaat om asbestvrij te zijn tegen een bepaalde datum.

In Vlaanderen is het Actieplan Asbestafbouw van kracht. Met dat plan streeft de Vlaamse Regering, die we moeilijk kunnen zien als een regering met een sterk duurzaam programma, naar een asbestveilige leefomgeving via de invoering van een asbestinventaris en een gefaseerde verwijdering van risicovolle asbesttoepassingen tegen 2034 en 2040.

Bij deze mijn vragen:

- Heeft u de ambitie om Brussel asbestvrij te maken tegen een bepaalde datum?

- Werkt u aan een plan om een globaal overzicht te hebben van alle aanwezige asbest in de gebouwen en infrastructuur? Zo ja, hoe ziet dat plan er uit? Wat zijn uw prioriteiten?

- Kan leefmilieu Brussel nu al zorgen voor financiële ondersteuning van de verwijdering van asbest in scholen? Zo ja, wat is het bedrag dat u ervoor uittrekt? Om welke ondersteuning gaat het?
 
 
Antwoord    Heeft u de ambitie om Brussel asbestvrij te maken tegen een bepaalde datum?

Momenteel zorgt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor een doeltreffend beheer van de opvolging van asbestverwijderingswerven door erop toe te zien dat de emissies van vezels beperkt blijven tot een niveau dat een optimale bescherming van de bevolking garandeert. Gezien de uitdagingen waarmee het Gewest wordt geconfronteerd op het vlak van stadsvernieuwing in het kader van de energietransitie, wordt het echter noodzakelijk om een globale visie op de preventie van het asbestprobleem aan te nemen. Dat is wat ik van plan ben te doen.

Bovendien heeft een kosten-batenanalyse van Leefmilieu Brussel aangetoond dat het noch economisch noch voor de gezondheid voordelig is om een beleid van snelle asbestverwijdering te voeren. De studie beveelt aan om te kiezen voor een preventiebeleid dat gebaseerd is op een progressieve inventarisatie, die een ‘veilig beheer’ van asbest mogelijk maakt om elk risico voor de gezondheid en het milieu te vermijden. Het doel is dus om een ‘asbestveilig’ gewest te worden.


Werkt u aan een plan om een globaal overzicht te hebben van alle aanwezige asbest in de gebouwen en infrastructuur? Zo ja, hoe ziet dat plan eruit? Wat zijn uw prioriteiten?

Leefmilieu Brussel werkt momenteel aan een strategie voor een veilig beheer van asbest op het gewestelijke grondgebied. Het doel van deze strategie is de informatie, instrumenten en begeleiding te bieden die particulieren en bedrijven nodig hebben om het asbestprobleem te beheren. Aangezien deze strategie momenteel wordt opgesteld, kan ik andere elementen nog niet bevestigen.


Kan Leefmilieu Brussel nu al zorgen voor financiële ondersteuning van de verwijdering van asbest in scholen? Zo ja, wat is het bedrag dat u ervoor uittrekt? Om welke ondersteuning gaat het?


Momenteel zijn er geen plannen om Leefmilieu Brussel financiële steun te laten verlenen aan scholen die asbestverwijderingswerken willen uitvoeren.

Ik herinner eraan dat de bevoegdheid voor schoolgebouwen bij de gemeenschappen ligt.