Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de verwijdering van asbest uit schoolgebouwen van het Gemeenschapsonderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Indiener(s)
Cieltje Van Achter
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 225)

 
Datum ontvangst: 02/03/2020 Datum publicatie: 07/05/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 07/05/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/03/2020 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Het ondoordachte gebruik van asbest als bouwmateriaal in talloze woningen, bedrijfs- en schoolgebouwen gedurende de 20ste eeuw is achteraf een grote vergissing gebleken. Op vandaag dragen we immers de nefaste gevolgen hiervan: ik verwijs naar de talloze gevallen waar asbest onherstelbare schade aangericht heeft in de levens van burgers.

Recent is dit thema terug komen bovendrijven naar aanleiding van de berichtgeving in verschillende media over de problematiek van asbest in schoolgebouwen. Uit die berichtgeving blijkt dat er in bijna acht op de tien schoolgebouwen van het Gemeenschapsonderwijs in Brussel nog asbest aanwezig is (gebaseerd op een rondvraag van persagentschap Belga). De betrokken scholen vragen dan ook meer overheidssteun om het asbest te kunnen verwijderen. 

Volgens mevr. Karin Struys, woordvoerster van de Scholengroep Brussel, besteedt de scholengroep jaarlijks ongeveer 70.000 euro aan kleine renovatiewerken voor het verwijderen van asbest. Het probleem is evenwel dat de scholengroep hiervoor slechts voor een beperkt gedeelte aanspraak maakt op overheidssubsidies.

In Vlaanderen daarentegen kunnen scholen rekenen op geld van de gewestelijke afvalstoffenmaatschappij OVAM om het asbest te verwijderen. De Vlaamse overheid voorziet de volgende ondersteuning bij de verwijdering van asbest:

1. Via de
OVAM kan een school/scholengroep van een tussenkomst van 50% van de verwijderingskosten of de risicobeheersmaatregelen in afwachting van verwijdering genieten. De school/scholengroep moet deze subsidie aanvragen via een formulier op de website van de OVAM. De OVAM prefinanciert de werken en bezorgt een factuur, verminderd met het door haar gesubsidieerd bedrag aan de scholengroep.

2. Van de resterende 50% van de kosten voor risicobeheersmaatregelen of kosten verwijdering kan, via ondersteuning door
AGION (het agentschap voor infrastructuur in het onderwijs), nog eens 60% (secundair onderwijs) of 70% (basisonderwijs) gerecupereerd worden voor werken die betrekking hebben op de heraanleg van verwijderde asbestmaterialen door gelijkwaardige materialen binnen de bestaande subsidievoorwaarden en -procedures. Bij AGION kunnen scholen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wel een aanvraag indienen.

Deze middelen van OVAM zijn evenwel niet beschikbaar voor de Nederlandstalige scholen in Brussel. Het beheer van afvalstoffen is immers een Gewestbevoegdheid, zodat het Vlaamse Gewest (en haar entiteiten) in principe niet mag optreden in de andere gewesten. Er is dan ook een oproep van het Gemeenschapsonderwijs in Brussel aan het gewest om, bv. via Leefmilieu Brussel, extra subsidies vrij te maken voor de Nederlandstalige GO!-scholen in het Gewest.

Graag had ik u hieromtrent de volgende vragen gesteld:

- Wat is het standpunt van de minister inzake deze wijdverspreide problematiek van asbest in 80% van de schoolgebouwen van het Gemeenschapsonderwijs in Brussel? Was de minister op de hoogte van dit hoge percentage?;

- Heeft de minister een zicht op de asbestproblematiek in alle andere scholen in het Gewest?;

- Is de minister bereid om aan de oproep van het Gemeenschapsonderwijs in Brussel tegemoet te komen en, bv. via Leefmilieu Brussel, extra subsidies vrij te maken voor asbestverwijdering in de scholen in het Gewest? Of is de minister van mening dat de scholen dit probleem maar zelf, met eigen middelen, moeten oplossen?
 
 
Antwoord    – Wat is het standpunt van de minister inzake deze wijdverspreide problematiek van asbest in 80% van de schoolgebouwen van het Gemeenschapsonderwijs in Brussel? Was de minister op de hoogte van dit hoge percentage?

Leefmilieu Brussel heeft de voorbije jaren verschillende studies laten uitvoeren om de kennis van het asbestprobleem op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te vergroten.

Deze studies hebben met name aangetoond dat de kans op het vinden van asbest in een gebouw in Brussel 80 tot 90% bedraagt. Deze waarschijnlijkheid is vergelijkbaar met die in de andere gewesten van het land. Dit betekent niet dat 80 tot 90% van de gebouwen een gezondheidsrisico inhoudt. Asbest vormt inderdaad een gezondheidsrisico als het afbreekt en zich in de lucht verspreidt.

We beschikken dus momenteel over een algemeen zicht op de hoeveelheid asbest die nog aanwezig is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, maar niet over een precieze inventaris per type gebouw. Het is dus waarschijnlijk dat de scholen geen uitzondering vormen op de situatie.

Het asbestprobleem in de scholen moet serieus en professioneel worden aangepakt. Indien de aanwezigheid van asbest een bewezen risico vormt voor de gezondheid van kinderen en personeel, moet de inrichtende macht alle nodige maatregelen nemen om hen te beschermen en de gevaarlijke materialen te verwijderen.

Ik heb Leefmilieu Brussel gevraagd om actiepistes uit te werken om eigenaars en vakmensen beter te kunnen begeleiden bij het verwijderen van asbest uit gebouwen. Mijn doel is hen te kunnen voorzien van de informatie en begeleiding die zij nodig hebben om de risicobeoordeling en de asbestverwijderingswerken uit te voeren.


– Heeft de minister een zicht op de asbestproblematiek in alle andere scholen in het gewest?

Leefmilieu Brussel beschikt niet over een specifieke inventaris voor de scholen in ons gewest. De verantwoordelijkheid voor het opstellen van een asbestinventarisatie ligt bij de werkgever (toepassing van de federale wet op de bescherming van werknemers).

Ik herinner er ook aan dat de bevoegdheid voor schoolgebouwen bij de gemeenschappen ligt.


– Is de minister bereid om aan de oproep van het Gemeenschapsonderwijs in Brussel tegemoet te komen en bv. via Leefmilieu Brussel, extra subsidies vrij te maken voor asbestverwijdering in de scholen in het gewest? Of is de minister van mening dat de scholen dit probleem maar zelf, met eigen middelen, moeten oplossen?

Asbestbeheer is een collectieve verantwoordelijkheid waarbij elke speler zijn of haar rol moet spelen. Door zijn regelgeving zorgt het Gewest voor een veilig asbestbeheer tijdens asbestverwijderingswerven of bij de afgifte van milieuvergunningen. De verantwoordelijkheid voor het beheer ligt ook bij de eigenaren van gebouwen waarin gevaarlijk asbest wordt aangetroffen.

Om de eigenaars en dus ook de inrichtende machten van de scholen te begeleiden, werkt Leefmilieu Brussel aan een asbeststrategie voor het gewest. Deze gewestelijke strategie zal gericht zijn op het informeren en begeleiden van particulieren en professionals voor een veilig en doeltreffend asbestbeheer. Op dit moment staat de kwestie van financiële steun, met name via subsidies, niet op de agenda.