Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het nieuwe Natuurplan en de maatregelen tegen de klimaatverandering in het Brussels Gewest.

Indiener(s)
Gladys Kazadi
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 229)

 
Datum ontvangst: 21/02/2020 Datum publicatie: 11/05/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 07/05/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/03/2020 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    De krant Libération schonk op 2 februari 2020 aandacht aan de milieuvoorstellen van de Parijse burgemeester Anne Hidalgo.

De afgelopen jaren zijn er in Parijs 20.000 bomen geplant en 100 hectare groene ruimte (inclusief stadslandbouw) aangelegd, maar de burgemeester heeft nog grootsere plannen voor de komende jaren. Wat zij wil, is in feite een grootschalige vergroening van de wijken van de Franse hoofdstad.

Om dat te bereiken, wil mevrouw Hidalgo "tientallen groene voetgangersstraten, in alle arrondissementen" aanleggen. Er wordt gras gezaaid, zodat deze straten "een groot groen parcours door Parijs zullen vormen". Een andere ambitie van de burgemeester zijn de stadsbossen en "een honderdtal stedelijke 'tiny forests' - een dertigtal bomen en grasveld - op kleinere percelen van 200 m2 in elk arrondissement, zoals je die ook ziet in Tokio." Ze wil 170.000 bomen in zes jaar tijd planten, "overal waar dat maar kan". Tot slot wil ze ook een boomplantactie waarbij ouders een jonge boom planten bij de geboorte van elk kind.

Laten we er even aan herinneren dat België in 2019 drie zware hittegolven heeft gekend. Zo was dinsdag 27 augustus de warmste dag die ooit in België werd gemeten, met een temperatuur van 39,7 °C in Ukkel. Die periodes van grote hitte - die in de toekomst wellicht frequenter, langer en intenser zullen worden - raken de steden meer dan de landelijke gebieden of de nabijgelegen wouden. Dat komt door het effect van de "hitte-eilanden" in de stad.

Naast het probleem van de aanpassing aan de klimaatopwarming zijn steden in grote mate verantwoordelijk voor de uitstoot van broeikasgassen, in de eerste plaats door de concentratie aan activiteiten en door de verkeersstromen die daardoor worden veroorzaakt. 53,4% van de wereldbevolking leeft in de steden. Tegen 2050 zou dat 60% zijn.

Dat zijn allemaal alarmsignalen die nog maar eens de noodzaak tonen dat steden een ambitieus antwoord moeten bieden aan de klimaatuitdagingen die nu spelen.

Mijnheer de minister, het aantal groene ruimtes uitbreiden is een efficiënte manier om de opwarming van het gewest tegen te gaan. Zoals het ook in het Brusselse Natuurplan 2016-2020 staat, is een vergroening, zeker door middel van bomen, hét middel bij uitstek om stedelijke omgevingen gezond en aangenaam te houden. Bomen bieden meer bepaald:

- klimaatregeling en een tempering van extreme weersomstandigheden, dankzij schaduw, verdamping en beschutting tegen de wind;

- de opslag van koolstofdioxide (CO2), het belangrijkste broeikasgas veroorzaakt door menselijke activiteit, in groeiende bomen.

Ik zou u graag volgende vragen stellen:

- Hoe staat het met de goedkeuring van het nieuwe Brusselse Natuurplan?

- Steunt u initiatieven die, zoals hierboven beschreven, inzetten op een krachtige vergroening van de steden? Hoe staat het in dat opzicht met de aanleg van groene straten en "pocket parks" waarvan in de algemene beleidsverklaring melding wordt gemaakt?

- Op welke manier moedigt het Brussels Gewest nu al de beplanting van straten en openbare ruimte aan? Welke middelen worden daarvoor vrijgemaakt, binnen de begroting en binnen het aanbod van Leefmilieu Brussel?

- Hoe denkt u de steun uit te breiden naar burgers die hun woonomgeving willen vergroenen? Is er een kader voor dat soort initiatieven? Op welke manier? Wilt u nieuwe initiatieven ook financieel ondersteunen?

In de commissie van 16 oktober 2019 kreeg u een vraag over de vergroening van Brussel. Toen kondigde u aan dat er verschillende maatregelen zouden worden ingevoerd. Ik zou willen weten hoe het daarmee vlot en ik wil u de volgende vragen stellen:

- Een informatiebrochure om het grote publiek te wijzen op het belang van aanplantingen langs de straten was gepland voor begin dit jaar. Hoe staat het ermee?

- Waren er ook andere tools voor de gemeenten in de maak? Worden die al gebruikt?

- Heeft Leefmilieu Brussel al een workshop voor de gemeenten georganiseerd om ervaringen uit te wisselen over de bestaande initiatieven en methodes?
 
 
Antwoord    1.

Het Natuurplan bestrijkt de periode 2016-2020. Er heeft al een evaluatie na de helft van de looptijd plaatsgevonden en op 3 december 2019 heeft Leefmilieu Brussel een evaluatie na 4/5e van de looptijd uitgevoerd ten overstaan van meer dan 200 personen die de openbare sector, de verenigingen en de burgers vertegenwoordigen. De uitgevoerde balans en de video die voor de gelegenheid is gemaakt om verslag uit te brengen over de in dit stadium uitgevoerde acties, zijn als bijlage bij dit antwoord gevoegd. Het Natuurplan omvat 126 maatregelen en, tot op heden, is 59% van de acties in uitvoering en zijn 9 acties afgerond. Gezien de ambitie en het grote aantal acties dat het Natuurplan bevat, is van bij zijn goedkeuring voorzien in de mogelijkheid om het plan te verlengen. Wij zijn van plan om dat te doen om twee redenen. De eerste is om zich te concentreren op de uitvoering van de lopende acties en de acties waarmee nog geen begin is gemaakt, in plaats van in dit stadium tijd te investeren in het schrijven en goedkeuren van een nieuw plan. De huidige klimaatsituatie en de achteruitgang van de biodiversiteit tonen immers aan dat er dringend concrete acties moeten worden ondernomen, vooral in stedelijke gebieden. De tweede houdt verband met het feit dat mijn administratie het passend acht om het Natuurplan en het gewestelijk programma voor de reductie van pesticiden op termijn samen te voegen, om het aantal plannen en programma's niet te vermenigvuldigen. Het gewestelijk programma voor de reductie van pesticiden bestrijkt immers de periode 2018-2022. Er is voorgesteld om de uitvoering van het Natuurplan te verlengen, zodat het einde van de twee plannen samenvalt. Concreet wil mijn administratie dus vanaf 2021 beginnen met de validatieprocedure van het nieuwe plan, om het in 2022 door de regering te laten goedkeuren en vanaf januari 2023 ten uitvoer te leggen.


2.

Het huidige Natuurplan ondersteunt volledig een kwaliteitsvolle vergroening binnen de stad, niet alleen om de burgers opnieuw in contact te brengen met groen, maar ook om ervoor te zorgen dat deze vergroening volledig ten goede komt aan de versterking van het Brusselse ecologische netwerk.

Op gewestelijk niveau blijft mijn administratie nieuwe groene ruimten inrichten met bijzondere aandacht voor de zones met een gebrek aan groene ruimten, waar de problemen met hitte-eilanden zich concentreren. Denken we maar aan de vele projecten voor groene ruimten die momenteel lopen, waaronder die van de Ninoofsepoort, het Zennepark, de Materialenkaai, Max aan de Zenne, het Kleine-Zennepark, enz.

Het Natuurplan heeft ook een hele reeks maatregelen genomen om de kwalitatieve vergroening van de omgeving van gebouwen aan te moedigen. Deze vertegenwoordigen 42% van de gewestelijke groene ruimten. Daarom wordt prioriteit gegeven aan de vergroening van deze ruimten, waarbij uiteindelijk met zoveel mogelijk gewestelijke en plaatselijke partners een partnerschapsovereenkomst zal worden gesloten. Voorbeelden hiervan zijn de proefprojecten die samen met Citydev zijn uitgevoerd op het gebied van de vergroening van economische-expansieparken (Erasmus Zuid en Ganshoren), de vergroening van de omgeving van nieuwe woningen die door Citydev zijn gebouwd in het kader van de stadsvernieuwing, het partnerschap met de BGHM op het gebied van de vergroening van bepaalde sociale woningen, het partnerschap met de Haven van Brussel voor de vergroening van hun eigen ruimten, maar ook de begeleiding van de concessiehouders van de Haven voor een ecologischer beheer van hun zakelijke aanpak, zonder de proefprojecten te vergeten die momenteel worden uitgevoerd met de zogenaamde kwetsbare groepen, waaronder scholen en kinderdagverblijven in partnerschap met respectievelijk Perspective Brussels en ONE/Kind en Gezin, in het kader van het programma voor de vergroening van speelplaatsen.

Wat de reflectie over de vermenigvuldiging van de stadsbossen in het Brusselse gewest betreft, maakt dit beleid deel uit van de huidige reflectie over de versterking van het Brusselse ecologische netwerk, met als doel ontwikkelings- en verbindingszones te bevorderen om een echte ecologische herverbinding van de habitats en de soorten mogelijk te maken. De studie die gericht is op het definiëren van ecologische doelstellingen voor dit ecologische netwerk wordt momenteel afgerond. Vijf wijken die representatief zijn voor de Brusselse stadstypologieën zijn in de testfase opgevolgd. De maatregelen die gericht zijn op het behoud van bomen en herbeplanting maken hier natuurlijk deel van uit. Het is echter aangewezen om niet systematisch te ijveren voor de herbebossing van alle ruimten die nog beschikbaar zijn in ons gewest, omdat de open ruimten zoals braakliggende terreinen, randen en de landbouwzone van Neerpede net zo waardevol zijn en het Gewest deze ook wil behouden. De strategie voor de versterking van het ecologische netwerk zal dus dit evenwicht moeten bewaren en de instandhouding van alle soorten habitats moeten bevorderen.

Op gemeentelijk niveau ondersteunen we ook de gemeenten bij de uitwerking van hun toekomstige natuurontwikkelingsplan door expertise te leveren die gericht is op de basisdiagnose van de gemeente en door te helpen bij het opstellen van dit vijfjarenplan voor de natuur. Deze toekomstige gemeentelijke natuurontwikkelingsplannen zullen worden geënt op de toekomstige klimaatplannen, waarvan de ontwikkeling op het niveau van de gemeenten ook zal worden ondersteund met gewestelijke financiële middelen.

Naast deze planning zal de uitvoering van concrete acties op gemeentelijk niveau ook worden voortgezet via de projectoproepen ‘Agenda 21’. Sinds 2016 is aan de gemeenten niet minder dan 630.000 euro gegeven voor 26 geselecteerde projecten die gericht zijn op het vergroenen van de gemeenten.

Voor de vraag over de vergroening van straten verwijzen we naar vraag 3.


3.

Naast de acties die in het antwoord op vraag 2 worden beschreven en die de gemeenten in staat stellen om ruimten, waaronder wegen, via de Agenda 21 te vergroenen, is mijn administratie ook actief in verschillende werkgroepen en initiatieven die nauw verband houden met de vergroening van wegen, met name de herziening van het typebestek voor wegen - een echt referentiedocument voor alle wegenwerken. Deze werkgroepen worden aangestuurd door Brussel Mobiliteit en mijn administratie is betrokken bij de groepen die werken rond de vergroening van wegen. In verband met Brussel Mobiliteit wil ik ook onze uitstekende samenwerking onderstrepen, omdat er tot nu toe voor meer dan 15 hectare aan wegen laattijdig maaien wordt toegepast. Tot slot vermelden we ook de studie ‘Streetbees’ die we momenteel uitvoeren om de impact van het type bestrating van de trottoirs op wilde bestuivers te bestuderen. Deze studie zou ook moeten leiden tot een nieuwe reflectie en veranderingen in de herstel- en renovatiepraktijken van de trottoirs.


4.

Sinds meerdere jaren steunt het Gewest
burgerinitiatieven voor de vergroening van wijken (waaronder straten) via de oproep ‘Vooruit met de wijk’, onderdeel ‘Natuur en biodiversiteit’ (groene wijken). Sinds de start van het Natuurplan eind 2016 zijn er nu 54 projecten geselecteerd die elk een budget van 3000 euro hebben ontvangen of zullen ontvangen om de vergroening van wijken en straten te bevorderen. De volgende oproep zal ongeveer half mei worden gelanceerd, voor een toekenning aan het einde van dit jaar, onder voorbehoud van een gunstige afloop van de huidige crisis. De projecten die aan het einde van de oproep van 2019 werden geselecteerd, worden momenteel gelanceerd. Dit jaar zullen we ook een meer ambitieus project ondersteunen dat gericht is op het creëren van een parkstraat in een testfase, om een stap verder te gaan, zoals voorzien in het Natuurplan. We hopen dit parkstraatconcept ooit te kunnen veralgemenen.

De gemeenten vergemakkelijken ook dit burgerproces van vergroening van gevels en trottoirs door middel van de in vraag 5 besproken vergroeningsvergunning.


5.

Heel wat gemeenten hebben inderdaad het vergroeningsproces van wegen op gang gebracht, waarbij ze zich hebben laten inspireren door de in Parijs toegepaste vergroeningsvergunning en dit proces hebben gekoppeld aan activiteiten om de omwonenden te sensibiliseren voor de inheemse flora op de trottoirs. Momenteel hebben 5 gemeenten, namelijk Sint-Gillis, Elsene, Vorst, Schaarbeek en de Stad Brussel, een procedure voor een vergroeningsvergunning ingevoerd. We hebben besloten van hun ervaring gebruik te maken om te proberen de praktijk te veralgemenen naar alle andere gemeenten. In dit opzicht is de brochure ter bevordering van het tuinieren op straat net klaar en we zullen deze binnenkort verspreiden om zoveel mogelijk burgers bewust te maken van de voordelen van de natuur in de stad. Vervolgens zullen in 2020 andere acties worden uitgevoerd om deze praktijken te veralgemenen, waaronder een workshop die de gemeenten samenbrengt om goede praktijken uit te wisselen, een modelvergunning, enz. Deze initiatieven zijn gepland, maar nog niet uitgevoerd.

Meer in het algemeen is deze sensibilisering ook een van de speerpunten van het Natuurplan, aangezien sinds 2016 niet minder dan 57 subsidies voor een totaalbedrag van 1.725.000 euro zijn uitgekeerd aan verenigingen voor het uitvoeren van monitorings- en sensibiliseringsacties voor de Brusselse actoren.