Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de niet voedselgerelateerde verspilling.

Indiener(s)
Gladys Kazadi
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 233)

 
Datum ontvangst: 28/02/2020 Datum publicatie: 04/05/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 29/04/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/03/2020 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Volgens een recente studie van het kledingmerk LabFresh zouden de Belgen binnen Europa de grootste verkwisters van kleding zijn. In 2016 zou de Belg gemiddeld maar liefst 14,8 kg kleding hebben weggegooid.

Die informatie werd opgepikt door verschillende media. Radiozender La Première boog zich over de zaak en concludeerde dat de cijfers met een korrel zout moeten worden genomen. Meer dan de helft van het textielafval in België komt namelijk niet van particulieren. LabFresh neemt het textiel dat de huishoudens weggooien, samen met het afval dat door de hele economische sector wordt gegenereerd.

De informatie van LabFresh behoeft dus nuance, maar ze toont toch duidelijk aan dat de textielindustrie enorm vervuilend is. Ze zou verantwoordelijk zijn voor 2% van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen.

Mijnheer de minister, geconfronteerd met deze problematiek had ik van u graag enkele verduidelijkingen gekregen:

- Beschikt u over studies en/of projecties over de omvang van het probleem, toegespitst op het Brussels Gewest?

- In welke maatregelen en op welke manier wordt de problematiek behandeld in het Gewestelijk Lucht-Klimaat-Energieplan en in wat daaruit voortvloeit?
 
 
Antwoord    1)
De impact van de textielconsumptie op het milieu is onmiskenbaar, zoals de recente studie van de Europese Commissie over textiel in de Europese circulaire economie (2019 - https://www.eea.europa.eu/themes/waste/resource-efficiency/textiles-in-europe-s-circular-economy) onlangs nog aantoonde. Volgens bestaande wetenschappelijke studies is de geglobaliseerde textielindustrie in haar huidige vorm onhoudbaar geworden, omwille van zijn grote ecologische voetafdruk, die steeds groter wordt. Zo zouden kleding, schoeisel en huishoudtextiel de vierde meest gulzige sector zijn wat materialen- en waterverbruik betreft, na voeding, gebouwen en transport. Een vermindering van de textielconsumptie en textielverspilling is dus uitermate belangrijk.

Binnen het Brussels Gewest nemen overheid en privéactoren al een aantal jaren een reeks maatregelen om te proberen de toename van de ecologische voetafdruk van onze textielconsumptie af te remmen.

Het Observatorium voor hergebruik (
https://www.res-sources.be/wp-content/uploads/2020/02/Observatoire_2019_GP_web-compress%C3%A9.pdf), gepubliceerd door Ressources (de federatie van sociale en circulaire ondernemingen die actief zijn in de sector van hergebruik van goederen en materialen), vermeldt dat in 2018 de textielbedrijven die lid zijn van Ressources 4.739 ton textielafval inzamelden. Dankzij die gescheiden inzameling wordt het aandeel afgedankt textiel in het huishoudelijk afval verminderd en neemt het hergebruik in België of in het buitenland, de recyclage en de energieterugwinning toe. De sociale economie is een belangrijke speler in de herwaardering van de textielstroom die na de gescheiden inzameling een direct hergebruik mogelijk maakt dankzij zijn tweedehandswinkels overal in het Brussels Gewest. De steun van de overheid aan de sociale economie beperkt zich niet tot financiële steun. Het Gewest zet zich immers actief in om de door de sociale economie behandelde stromen te verhogen, door de toegang tot de verschillende ingezamelde stromen waaronder textiel te verbeteren, in het bijzonder met specifieke maatregelen in het kader van het Gewestelijk programma voor circulaire economie (GPCE).


2)
In het Gewestelijk lucht-klimaat-energieplan wil hoofdlijn 6 duurzame consumptie bevorderen. Die duurzame consumptie heeft betrekking op alle stromen, met inbegrip van textiel. De visie van die hoofdlijn stelt dat we, om de milieu-impact van onze consumptie te verminderen, enerzijds moeten werken op het vlak van de geconsumeerde producten, maar anderzijds moet ook het verbruik zelf worden verminderd.

Daarom beantwoorden de acties van het Gewest in het kader van de textielstroom aan die tweeledige aanpak van vraag en aanbod.

Enerzijds ondersteunt het Gewest met verschillende acties het aanbod van hergebruikt en gerecycleerd textiel. Sinds 2016 heeft de projectoproep BeCircular 8 bedrijven en start-ups financieel ondersteund (Het gaat om de winnaars van beCircular: Wear a Story, Factory Shopping, Tale Me, Isatio, Coucou shop, Happinest, Bonjour Maurice en Made By des Petits Riens) die innovatieve en circulaire oplossingen bieden om de stroom van textielafval te verminderen. Het aanbod van tweedehandswinkels is op die manier professioneler geworden, nieuwe consumptiemodellen zoals kledingverhuur werden getest en nieuwe productiemodellen werden ontwikkeld. Dit voor een aanbod dat zowel bestemd is voor het grote publiek (B2C) als voor bedrijven (B2B). Het stimuleren van het aanbod gaat ook gepaard met de opleiding van jonge ontwerpers in ecodesign via de opdrachten van het MAD (het Brussels centrum voor mode en design)), dat eveneens door het Gewest wordt gesubsidieerd.

Anderzijds streeft het Gewest naar een transformatie van de consumptiemethoden en moedigt het aan om te kiezen voor gerecycleerde en hergebruikte producten in plaats van nieuwe producten. De steun aan projecten zoals Transformathèque en zijn tutothèque of de upcycling naailessen van Cadavre exquis helpen om de Brusselaars bewust te maken van textielverspilling. Ook het systematisch opnemen van het textielthema in belangrijke Zero Afval-acties zoals het Zero Afval Salon draagt bij tot de sensibilisering van de consument voor de milieu-impact van de textielstroom.

Tot slot toont de Zero Afval Barometer van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dat tweedehands kopen steeds meer ingeburgerd raakt, want 48% van de ondervraagde Brusselaars zegt tweedehands te kopen. Maar er is nog werk aan de winkel, want 25% van de Brusselaars zegt het nooit te doen en denkt dat het de moeite niet waard is. De regering zal dus haar acties voortzetten om de vraag en het aanbod van duurzamere consumptiemethoden te stimuleren.