Schriftelijke vraag betreffende de betalingsgraad van het parkeergeld.
- Indiener(s)
- Alexia Bertrand
- aan
- Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 338)
| Datum ontvangst: 12/03/2020 | Datum publicatie: 19/05/2020 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 19/20 | Datum antwoord: 13/05/2020 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 25/03/2020 | Ontvankelijk | p.m. | ||
| 13/05/2020 | Bijlage aan het antwoord | p.m. | Bijlage |
| Vraag | In 2019 heeft het parkeeragentschap Parking.brussels negen miljoen voertuigcontroles uitgevoerd. Die controles hebben geleid tot de vaststelling van maar liefst 700.000 retributies. De betalingsgraad van die retributies kan echter variëren tussen de gemeenten en tussen de deelsectoren, wat uiteraard gevolgen heeft voor de inkomsten van het parkeeragentschap en de gemeenten. Daarom wil ik u de volgende vragen stellen: - Wat is de betalingsgraad van de retributies per gemeente in 2019 en voor de voorbije maanden van 2020? Kunt u uw antwoord opsplitsen per gemeente? Welke deelsectoren zijn het meest getroffen? Wat verklaart die verschillen? |
| Antwoord | Om een getrouwe weergave op te maken van de betalingsgraad van de parkeerretributies moet een voldoende lange termijn worden gehanteerd ten opzichte van het onderzochte boekjaar. De invorderingsprocedures (herinneringen, inschakelen van een deurwaarder enz.) houden immers niet op aan het einde van het desbetreffende boekjaar, en de resultaten qua inningen blijven tot drie jaar erna evolueren. Daarom moet het jaar 2018 worden bekeken, eerder dan 2019 en het eerste kwartaal van 2020, om de betalingsgraad per gemeente te evalueren. In 2018 bedroeg het gemiddelde percentage oninvorderbare retributies voor de gemeenten die het parkeerbeheer uitbesteed hadden aan parking.brussels zo'n 34 %. Er waren daarbij sterke verschillen tussen de gemeenten onderling, zoals onderstaande tabel aantoont. Die verschillen zijn, hypothetisch gesproken, te verklaren door de verschillende sociaaleconomische profielen van de betrokken gemeenten (inkomens- en solvabiliteitsniveau van de bevolking, aandeel van in het buitenland ingeschreven voertuigen ...) |