Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het aandeel studentenkoten binnen het totaal aan Brusselse wooneenheden.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 211)

 
Datum ontvangst: 01/04/2020 Datum publicatie: 03/06/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 03/06/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
02/04/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Recent mocht ik Mevrouw de Staatssecretaris reeds ondervragen omtrent enkele aspecten van de studentenhuisvesting binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat in absolute aantallen toch als de grootste studentenstad van het land gezien mag worden. Via deze weg probeer ik dan ook een beter en completer beeld te schetsen van de omvang van de studentenhuisvesting binnen ons Gewest.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Welk aandeel (zowel in absolute als in relatieve cijfers) van het totale aantal van Brusselse wooneenheden bestaat vandaag de dag uit studentenkoten (of in bredere zin andere voorzieningen voor studentenhuisvesting)?

- Welke evolutie kan u duiden in deze cijfers? Op welke manier verklaart u een mogelijke afname of toename aan studentenhuisvestingsfaciliteiten die hieruit kan blijken?

- Op welke manier onderzoekt u of dit aandeel studentenkoten in een correcte verhouding staat tegenover het totale aantal van Brusselse wooneenheden? Welk beleid voert u hieromtrent om zo een evenwichtige balans te bekomen en/of behouden?
 
 
Antwoord    Brussel geniet erkenning als de eerste studentenstad van België, met vandaag ruim 100.000 studenten en 52 betoelaagde instellingen van het hoger onderwijs. Het vraagstuk van de studentenwoningen in ons Gewest is complex. Om deze complexiteit aan te pakken, moet worden geput uit meerdere informatie- en gegevensbronnen, en dat binnen een zeer specifieke context.

Als economische aantrekkings- en kennispool trekt het Gewest heel wat studenten aan die gedomicilieerd blijven bij hun ouders in de omliggende provincies en zelfs verderaf. Ze pendelen daardoor wekelijks, en soms dagelijks, en verblijven/wonen hierdoor voor een deel op ons grondgebied.

Er bestaat geen gemeenschappelijke deler van wat men de « klassieke woning » noemt en de « studentenwoning ». Er bestaan verscheidene typologieën van studentenwoningen, zoals de universitaire residenties, kamers bij een eigenaar, gezamenlijk gehuurde appartementen, studentenkoten enz. wat de vergelijking van de informatie bijzonder moeilijk of zelfs onmogelijk maakt.

Op basis van die elementen kan ik u de volgende antwoorden verstrekken op uw vragen:

Het huidige aantal woningen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bedraagt 580.000 eenheden
1 .

Een extrapolatie van de cijfers uit de enquête « Panorama de la vie étudiante à Bruxelles: pratiques urbaines et rapport à la ville », die werd uitgevoerd tussen 2013 en 2015, raamt dat 35.500 studenten een « studentenwoning » of een persoonlijke woning betrekken
2 ;

Van deze 35.500 studenten betrekt 32 % een gedeelde huurwoning en 21 % een individuele studio van het type « studentenkot »: daarmee is de markt van de « studentenwoningen » gespreid over heel het Brusselse woningenbestand;

Ook op te merken valt dat:

· een « label studentenwoning » is gecreëerd tijdens de vorige legislatuur. Volgens Brussel Huisvesting hebben sinds het label in januari 2018 in het leven is geroepen slechts 1.006 dit gekregen: vandaag gaat het vooral om residenties onder beheer van de ULB en van de vzw Brik;


· Een andere beleidsmaatregel die is ingevoerd, is de « studentenhuurovereenkomst », maar hiervoor is er, opnieuw op grond van de gegevens van Brussel Huisvesting, nog geen representatieve en betrouwbare gegevensbank.. Slechts 30 % van de verhuurde woningen zijn geregistreerd en de invoer gebeurt door de huurder of de verhuurder, zonder administratieve controle. Ook moet worden opgemerkt dat in de studentenhuurovereenkomst de gezamenlijk gehuurde studentenwoonsten met een collectieve huurovereenkomst niet zijn vervat. 

Het tweede onderzoek « Panorama van het studentenleven… », dat wordt uitgevoerd door perspective.brussels loopt momenteel nog en moet de raming van het aantal studenten dat een « studentenwoning » betrekt, bijstellen. De resultaten worden verwacht tegen de zomer 2020.

Het Overzicht van de Huisvestingsvergunningen bij perspective.brussels is een betrouwbare bron om de evolutie van de vastgoedmarkt vast te stellen aan de hand van het aantal uitgereikte stedenbouwkundige vergunningen. Wij stellen een toename vast van het netto aantal toegestane studentenwoningen in het Gewest (productie van nieuwe gemeenschapswoningen), in de wetenschap dat meer dan 90% hiervan effectief wordt uitgevoerd (cfr. tabel):

Jaar

studentenkamer

“klassieke” woning

2013

600

4000

2014

740

4300

2015

1420

5000

2016

180

5100

2017

390

4100

2018*

170

2600



Opgelet: het Overzicht van de Huisvestingsvergunningen verrekent de studentenwoning in aantal eenheden (kamers) en niet in aantal woongehelen; « klassieke » woningen worden verrekend per wooneenheid, ongeacht het type woning (studio, 1 of 4 kamers of meer…);

Een mogelijke verklaring voor deze toename van het aantal vergunningsaanvragen kan zijn dat de vastgoedmarkt de vraag groot en groeiend acht en sinds een aantal jaar een « investeringsproduct » heeft ontwikkeld dat succes heeft bij investeerders.

Het Actieplan 2020-2025 van de Cel studentenleven van perspective.brussels voorziet in de invoering van een « monitoring van de studentenhuisvesting ». Dit eerste vijfjarenplan van deze jonge cel, die het resultaat is van overleg met de sector via haar expertisecomité, is door de Regering goedgekeurd op 6 februari van dit jaar en stelt dat de monitoring en de diagnose van de studentenhuisvesting een centrale tool blijkt te zijn voor de ontwikkeling van nieuw beleid.

Het actieplan van de Cel Studentenleven bepaalt als doelstellingen voor de monitoring van de studentenhuisvesting: de vraag en de typologie van de woningen in het BHG die bestemd zijn voor studenten opvolgen en analyseren, met inbegrip van een cartografietool, om de strategische besluitvorming te verbeteren in de snel veranderende context van de sector, van consolidatie van het aanbod op de privémarkt, en van de noodzaak om de bestaande sociale en tarifaire mix te verbeteren. »
3

Als voorbeeld van stedelijke programmering kunnen wij nog verwijzen naar het feit dat het Richtplan van Aanleg voor de strategische pool Kazernes van Elsene - Usquare in studentenwoningen voorziet waaraan de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting een operationele invulling moet geven.


1 Cijfer gepubliceerd door et Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA) van perspective.brussels :
http://bisa.brussels/themas/ruimtelijke-ordening-en-vastgoed?set_language=nl#.XsJX_5mxU2w ; rubriek « Residentiële en niet-residentiële gebouwenparken, tabel 11.2.2.1
2 De persoonlijke woning geldt voor studenten die de ouderlijke woning hebben verlaten maar hun verblijf niet zien als een « studentenwoning », hetzij omdat ze eigenaar zijn, hetzij omdat ze er duurzaam zijn gevestigd (voor deeltijdse studenten bijvoorbeeld).
3 Actieplan CSL 2020-2025, p.14