Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de staat van de grafmonumenten op de begraafplaatsen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Indiener(s)
Geoffroy Coomans de Brachène
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 138)

 
Datum ontvangst: 16/03/2020 Datum publicatie: 26/05/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 26/05/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
18/03/2020 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    In haar algemene beleidsverklaring benadrukt de regering dat ze haar beleid inzake bescherming en restauratie van het Brusselse erfgoed wil voortzetten.

Toch kan men alleen maar vaststellen dat al te veel grafzerken en -stenen er verwaarloosd bijliggen. In een aanzienlijk deel van de gevallen is de familie van de overledene verantwoordelijk voor het onderhoud en de restauratie, maar dat geldt niet voor de eeuwigdurende concessies op de Brusselse begraafplaatsen.

Al te vaak kiezen gemeenten ervoor om simpelweg niet te investeren in nochtans broodnodige restauraties, waardoor die begraafplaatsen in een vaak deplorabele staat verkeren. Het zou dan ook wenselijk zijn dat de regering de staat van de grafmonumenten in de gaten zou houden en een uitputtende inventaris van de graven zou aanleggen om de noodzakelijke en dringende restauraties beter in kaart te brengen.

Onder Brusselaars en toeristen is er veel interesse en nieuwsgierigheid voor dat uitzonderlijke funeraire erfgoed.

Mijnheer de staatssecretaris, om die redenen zou ik u graag de volgende vragen stellen:

1. Hoe werden de verschillende subsidievormen voor de begraafplaatsen aan de gemeenten geëvalueerd: wijkcontracten, stadsvernieuwingscontracten, driejaarlijkse investeringsdotatie (2019-2021) en gemeentelijk driejarig investeringsprogramma (GDIP 2019-2021)?

2. Heeft er overleg met de gemeenten plaatsgevonden opdat het gewest nog beter zou kunnen bijdragen aan de restauratie van de grafmonumenten?

3. Neemt het gewest maatregelen om de gemeenten aan te moedigen "begraafplaatsconservators" aan te stellen naar het voorbeeld van Brussel-Stad? Dat helpt om deze plaatsen vol herinnering en vol geschiedenis beter te omkaderen, te bewaren, in stand te houden en naar waarde te schatten.

4. Neemt het gewest maatregelen om te beginnen met een exhaustieve lijst van alle historische grafstenen, -zerken en -monumenten die een opvolging en een up-to-date beschrijving verdienen, alsook een monitoring van de herstellingen die er de komende jaren aan zitten te komen?

5. Neemt het gewest maatregelen om een bezoekersparcours uit te stippelen om de bekendste begraafplaatsen van de hoofdstekken te ontdekken - of te herontdekken - aan de hand van beroemde mensen die er een graf of asurne hebben?
 
 
Antwoord    De vragen 2 en 3 hebben slechts beperkte betrekking op URBAN, en vooral op de minister-president in zijn bevoegdheden op het gebied van "Erediensten" :

2) en 3) De diensten van URBAN zijn actief in contact en voortdurend beschikbaar ter ondersteuning van de gemeenten die initiatieven ontwikkelen om de erfgoedaspecten van hun begraafplaatsen te beheren en te valoriseren. Vanuit URBAN kan een financiële ondersteuning voor restauratieprojecten enkel voor beschermde goederen.

4) De standaardwerken inzake geïnventariseerd funerair erfgoed in het Brussels Hoofdstedelijke Gewest betreffen de twee publicaties van Cécilia Vandervelde;
La Nécropole de Bruxelles. Etude de l’architecture et de la sculpture funéraires, des symboles et des épitaphes. Inventaire, Bruxelles, 1991, die de begraafplaats van Brussel in Evere betreft, en Les champs de repos de la Région bruxelloise. Etude de l’architecture et de la sculpture funéraires, des symboles et des épitaphes. Inventaire, Bruxelles, 1997, met betrekking tot de overige begraafplaatsen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Deze publicaties zijn opgevat als overzichtswerken waaruit telkens een beredeneerde inventaris volgt. De verschillende invalshoeken zijn voor elke begraafplaats grotendeels dezelfde, nl. ereperken, militairen, burgemeesters, notabelen (adel), belangrijke (lokale) persoonlijkheden, epigrafie, symboliek en al naargelang de vertegenwoordiging op elke begraafplaats thematische invalshoeken grotendeels toegespitst op tendensen in architectuur en beeldhouwkunst. Tevens is er een glossarium in opgenomen.

5) Verschillende gemeentebesturen hebben initiatief genomen om een gids te publiceren met betrekking tot hun begraafplaats. Zo zijn er gidsen beschikbaar – meestal verdeeld via de gemeentebesturen of te bekomen op de begraafplaats zelf voor de gemeente begraafplaatsen van Elsene, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Gillis en Brussel Stad (voor Evere en Laken). In elke van deze gidsen wordt de aandacht gevestigd op de kenmerkende elementen van de begraafplaats in kwestie.
Er is momenteel een pedagogisch dossier in voorbereiding met betrekking tot de begraafplaatsen in Brussel, naar het voorbeeld van dat met betrekking tot de Eerste Wereldoorlog (14-18. Beelden vertellen).