Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de centralisatie van de aanvragen voor een sociale woning.

Indiener(s)
Joëlle Maison
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 170)

 
Datum ontvangst: 16/03/2020 Datum publicatie: 05/05/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 05/05/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
18/03/2020 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    In het Brussels Gewest beheren heel wat operatoren sociale woningen of woningen met sociaal doeleinde: de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM), de openbare vastgoedmaatschappijen (OVM’s), het Woningfonds, de sociale verhuurkantoren (SVK’s), de gemeenten, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW’s) enz. Omdat ze niet kunnen wachten, probeert een aantal kandidaat-huurders die op de wachtlijsten van de OVM’s staan, hun kansen te vergroten om sneller aan een woning met sociaal doeleinde te geraken door tegelijk een aanvraag in te dienen bij een of meer andere vastgoedoperatoren.

Aangezien de betrokken kandidaat-huurders verschillende plaatsen innemen op de wachtlijsten van de verschillende operatoren en de omvang van het sociaal woningpark sterk varieert van operator tot operator, is het uiterst moeilijk om de wachttijd van deze gezinnen in te schatten en uit te maken welke operator hun eerst een woning zal kunnen voorstellen. Bovendien betekent de opvolging van verschillende aanvraagdossiers bij verschillende operatoren (OVM’s, SVK’s, gemeenten, Woningfonds enz.) een administratieve last die bijzonder zwaar kan uitvallen voor de aanvrager.

In de oriëntatienota die als bijlage gevoegd is bij de algemene toelichting bij het ontwerp van initiële begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het jaar 2020 verduidelijkt de regering dat zij alle wachtlijsten van de kandidaat-huurders wil centraliseren bij één operator.

Graag stel ik u de volgende vragen:

- Beschikt u over statistieken betreffende het aantal Brusselse gezinnen die momenteel zijn ingeschreven op de wachtlijsten van de OVM’s en die tegelijk een aanvraag voor een sociale woning (of een woning met sociaal doeleinde) hebben ingediend bij een andere operator, of het nu gaat om een SVK, gemeente, OCMW of het Woningfonds?

- Hoever staat de reflectie van de gewestregering over de invoering van een gecentraliseerd administratief beheer van de inschrijvingen voor een sociale woning? Welke initiatieven heeft de Brusselse regering genomen om de centralisering van de verschillende wachtlijsten voor een sociale woning voor te bereiden? Hebt u contacten gehad met de vertegenwoordigers van alle operatoren die sociale woningen of woningen met sociaal doeleinde verhuren in het Brussels Gewest, over het voorstel van de Brusselse regering om de wachtlijsten bij één operator te centraliseren? Heeft de gewestregering overigens reeds de operator aangewezen die belast wordt met het gecentraliseerde administratieve beheer van de aanvragen voor een sociale woning? Zou de centralisering van de inschrijvingen de verschillende operatoren besparingen kunnen opleveren, omdat minder personeelsleden nodig zijn om de administratieve dossiers van de kandidaat-huurders te verwerken?

- Heeft de gewestregering de mogelijkheid onderzocht dat er één procedure en één inschrijvingsformulier worden uitgewerkt voor alle vastgoedoperatoren die sociale woningen verhuren? Heeft de Brusselse regering de mogelijkheid geanalyseerd om voor alle operatoren dezelfde procedure van schrapping uit het wachtregister in te voeren?

- Wanneer een Brussels gezin een aanvraag voor een sociale woning (of woning met sociaal doeleinde) indient bij de operator belast met de centralisering van de aanvragen, zal het dan automatisch worden ingeschreven als kandidaat-huurder op de wachtlijsten van alle operatoren of zal het veeleer een of meer operatoren moeten selecteren, waarbij het zijn voorkeuren opgeeft?

- Wil de gewestexecutieve uitsluitend het beheer van de inschrijvingen centraliseren, waarbij de verschillende wachtlijsten voor de diverse operatoren blijven bestaan, of is het doel van de regering veeleer alle wachtlijsten samen te voegen tot één lijst met alle kandidaat-huurders die een sociale woning wensen in het Brussels Gewest?

- Bestaat uw doelstelling alleen erin de inschrijvingen te centraliseren of hebt u ook beslist om tijdens deze regeerperiode maatregelen te treffen die leiden tot een harmonisering van de criteria voor de toekenning van de woningen en de berekeningswijzen van de huurprijzen, die de verschillende operatoren met een sociaal woningpark toepassen?
 
 
Antwoord    Wat betreft de mogelijke cijfers met betrekking tot de meervoudige inschrijvingen van kandidaat-huurders bij verschillende huisvestingsoperatoren, wordt er momenteel geen kruising van gegevens uitgevoerd. Dat is de reden waarom er in de gewestelijke beleidsverklaring in een centralisatie van inschrijvingen wordt voorzien.

De Brusselse Huisvestingscode en het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende de regels die van toepassing zijn op de woningen die door openbare vastgoedbeheerders en door de sociale verhuurkantoren te huur worden gesteld, bepalen de verplichting voor de gemeenten en de sociale verhuurkantoren om een register van kandidaat-huurders bij te houden. De wetgeving bepaalt echter niet dat dit register moet worden meegedeeld aan het Gewest, of dat het aan een bepaald model moet voldoen.

In het inschrijvingsformulier van de BGHM wordt niet gevraagd aan de kandidaat-huurders of ze ook bij een andere openbare huisvestingsoperator zijn ingeschreven.

Wat betreft de invoering van een gecentraliseerd administratief beheersysteem voor de inschrijvingen en de modaliteiten ervan, werd er samen met Brussel Huisvesting en de BGHM een onderzoek gestart om de modaliteiten te bepalen van een kruising van verschillende wachtlijsten in hun huidige hoedanigheid.

Er zal echter een herziening van de Brusselse Huisvestingscode nodig zijn om tot een behoorlijke vorm van centralisatie te komen.

Deze doelstelling zal worden uitgewerkt in het kader van het noodplan voor een sociaal huisvestingsbeleid en het werk zal zich in de best mogelijke omstandigheden na de lockdownperiode voortzetten.