Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het beroep bij de Raad van State tegen het uitvoeringsbesluit van de lage-emissiezone (LEZ) en de luchtverontreiniging door vrachtwagens en moto's.

Indiener(s)
Ingrid Parmentier
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 255)

 
Datum ontvangst: 16/03/2020 Datum publicatie: 03/06/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 03/06/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
18/03/2020 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    In de pers is gewezen op de mogelijke gevolgen van het beroep dat is ingesteld bij de Raad van State tegen het besluit van 25 januari 2018 betreffende het instellen van een lage-emissiezone (LEZ), dat vrachtwagens van meer dan 3,5 ton vrijstelt van de toegangsbeperkingen.

De vorige Brusselse regering had deze vrijstelling voor vrachtwagens gerechtvaardigd op grond dat zij al onderworpen zijn aan de kilometerheffing (Viapass), waarvan het bedrag varieert naargelang van de Europese emissienorm van het voertuig (euronorm).

De auditeur van de Raad van State is van mening dat de vorige Brusselse regering het verschil in behandeling tussen personenwagens en vrachtwagens onvoldoende heeft gemotiveerd. Daardoor is dit besluit volgens de auditeur in strijd met het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel.

De LEZ geldt momenteel niet voor motor- en bromfietsen. Uit een studie van de International Council on Clean Transportation blijkt dat weinig wordt gecontroleerd hoeveel deze voertuigen vervuilen, maar dat ze zeer vervuilend zijn.

Mijn vragen zijn de volgende:

- Wordt een wijziging van het besluit voorbereid, met name om rekening te houden met de verplaatsingsmoeilijkheden van personen met een beperking of de situatie van kleine zelfstandigen voor wie een voertuig een onmisbaar werkinstrument is, maar die niet de middelen hebben om een nieuw voertuig te kopen?

- Is de niet-toepassing van de LEZ op vrachtwagens daadwerkelijk gerechtvaardigd in het licht van de vervuiling die ze veroorzaken? Verbetert het vrachtwagenpark voldoende om de Brusselse doelstellingen inzake luchtkwaliteit te halen?

- De vervuiling door tweewielers met verbrandingsmotor hoeft niet meer te worden aangetoond. In het kader van de bijdrage van het Brussels Gewest aan het Nationaal Energie- en Klimaatplan (NEKP) is bepaald dat de toegang tot de LEZ vanaf 2022 verboden wordt voor de meest vervuilende. Welke technische of reglementaire wijzigingen zijn nodig om dat te kunnen doorvoeren? Is de studie van Leefmilieu Brussel over de samenstelling van dat voertuigenpark reeds gestart, die was gepland voor 2020? Waarover gaat die studie precies en heeft ze al resultaten opgeleverd?
 
 
Antwoord    1)

Er bestaan vandaag afwijkingen in het kader van de LEZ voor aangepaste voertuigen van personen met een handicap. De Regering heeft begin mei op mijn suggestie een voorstel ter herziening van het LEZ- besluit goedgekeurd dat als doel had de voertuigen van PBM met een verhoogde tegemoetkoming voor
geneeskundige zorgen op te nemen in de afwijkingen. Dit is een belangrijke stap voorwaarts die ons zowel toelaat de regels van onze LEZ af te stemmen op die van andere gelijkaardige Belgische zones (Gent, Antwerpen) als een meer rechtvaardige transitie naar een ‘zero- emissie’ wagenpark te verzekeren en daar ben ik blij om!

We moeten ook voldoende aandacht schenken aan de situatie van kleine zelfstandige ondernemers. Voor professionelen die een voertuig nodig hebben, kwam deze kwestie aan bod in een studie van Leefmilieu Brussel uit 2017. Deze studie had betrekking op de nodige begeleidende maatregelen in het kader van de LEZ en heeft benadrukt dat (heel) kleine bedrijven zich kwetsbaarder voelden dan de grote bedrijven naar aanleiding van de LEZ. De studie bevatte ook een lijst met voertuigen voor professionele doeleinden waarvoor een afwijking aangewezen was (verhuurbedrijven van oldtimers, voertuigen bestemd voor markten en beurzen, foodtrucks, enz.).

Alle andere voertuigen voor professionele doeleinden moeten dus beantwoorden aan de toegangsvoorwaarden van de LEZ om te vermijden dat de milieu-impact van de zone in het gedrang komt. Deze criteria worden evenwel geleidelijk aan ingevoerd en gaan gepaard met overgangsperiodes waarbij waarschuwingen worden gegeven aan de bedrijven met de desbetreffende voertuigen.

Om kleine bedrijven te begeleiden in het kader van deze ambitieuze transitie, werd door Brussel Economie en Werkgelegenheid een ‘LEZ-premie’ in het leven geroepen die bestemd is voor de micro- en kleine bedrijven die actief zijn in bepaalde activiteitensectoren, zoals omschreven in het besluit van 11/10/2018. Dit is een premie ter vervanging van een lichte bedrijfswagen (categorie N1) die niet langer mag circuleren in het BHG.

De premie vertegenwoordigt 20% van de toegelaten uitgaven en bedraagt maximum 3000€ per vervangen voertuig (premie voor maximum 3 voertuigen per bedrijf).

Voor alle informatie over deze premie, ga naar:
http://werk-economie-emploi.brussels/nl/premie-lez?inheritRedirect=true, evenals de website van de Lage-emissiezone (www.lez.brussels).

Nu deze premie bijna 2 jaar bestaat, zullen Leefmilieu Brussel en Brussel Economie en Werkgelegenheid een evaluatie opmaken om zich ervan te vergewissen dat ze aan de noden beantwoordt. Dit wordt deze zomer voorzien. Volgens de gegevens van Brussel Economie en Werkgelegenheid waren er op 01/04/2020:

- 80 voorafgaande aanvragen
- 24 definitieve aanvragen
- 20 beslissingen
o 10 weigeringen
o 10 toekenningen voor een totaalbedrag van 22.774,92 EUR


2)

In het kader van het lucht-klimaat-energieplan 2016-2021, had de vorige Regering een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de nodige maatregelen voor betere milieuprestaties op basis van de euronormen. Dit voor de vrachtwagens enerzijds (via de Viapass kilometerheffing), en de lichte vracht en bussen anderzijds (via de LEZ).

Uit de eerste resultaten blijkt dat deze 2 instrumenten efficiënt bijdragen tot de vernieuwing van het park.

De Regering heeft in de Algemene Beleidsverklaring evenwel blijk gegeven van veel ambitie om te strijden tegen de luchtvervuiling en de klimaatverandering. De diesel- en benzine-uitstap en de hervorming van de autotarifiëring zijn hier twee voorbeelden van. Het is precies in dat kader dat de Regering zal bekijken welke maatregelen voor gemotoriseerde voertuigen nodig zijn of moeten uitgebreid worden, zware vrachtvoertuigen en gemotoriseerde tweewielers inbegrepen.

Er wordt op heden een studie op vraag van Leefmilieu Brussel, Brussel Mobiliteit en Brussel Economie en Werkgelegenheid gevoerd, die als doel heeft de impact van het diesel-/benzineverbod op verschillende aspecten te bestuderen (leefmilieu, energie, mobiliteit, economie,…). Deze studie moet uitmonden in een roadmap voor de uitvoering van deze transitie en zal ook de nieuwe mijlpalen van de LEZ voor 2025-2035, de vooruitzichten voor de tweewielers en vrachtwagens inbegrepen, definitief vastleggen en rechtvaardigen. De resultaten van dit onderzoek worden tegen eind dit jaar verwacht.


3)

U hebt gelijk: tweewielers met thermische motoren liggen in grote mate aan de basis van de uitstoot van luchtvervuilende stoffen.

We voorzien deze zomer een specifieke studie over dit soort voertuigen om de samenstelling van het huidig park, de beschikbare technologieën en de manier waarop voorzien wordt hun milieuprestaties te laten evolueren, op een objectieve manier te analyseren. Dit wordt ook een operationeel onderzoek naar de kwaliteit van de milieugegevens in de databank van DIV en de dekking van het ANPR-cameranetwerk (lezen van de achterste kentekenplaat) zodat een efficiënte controle mogelijk wordt.

De Regering zal aan de hand van deze analyses en door middel van nieuwe bakens in het LEZ-besluit een roadmap voor een geleidelijke decarbonisatie van de voertuigen invoeren.