Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de klimaatplannen van de openbare vastgoedmaatschappijen

Indiener(s)
Mathias Vanden Borre
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 175)

 
Datum ontvangst: 06/04/2020 Datum publicatie: 05/05/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 05/05/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
06/04/2020 Ontvankelijk p.m.
05/05/2020 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    De cvba “De Brusselse Woning” is ontstaan uit de fusie van De Brusselse Haard en GEBRUWO. Volgens de website beheert zij meer dan 3.800 sociale woningen in Brussel. Zij staat daarbij, zoals alle OVM’s, onder de voogdij van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM). Volgens diezelfde website heeft “De Brusselse Woning” de roeping om behoorlijke woningen te huur aan te bieden aan een prijs die afgestemd is op de inkomsten van een bevolkingsgroep die moeilijk toegang krijgt tot de private huurwoningmarkt.

Uit een toelichting van 5 maart is gebleken dat De Brusselse Woning een eigen klimaatplan heeft uitgewerkt om zo 44% van het patrimonium te renoveren naar BEN-woningen (bijna energie-neutrale woningen). Het gehele klimaatplan vereist een budget van maar liefst 74 miljoen euro. Van dat bedrag wordt 37 miljoen euro bijgedragen door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het resterend bedrag kan geleend worden tegen gunstige rentevoeten bij de ECB, dixit dhr. Godrie. Op die manier zouden de woningen van De Brusselse Woning kunnen gerekend worden bij de “beste” in heel België, aldus nog de directeur-generaal.

Ik had dan ook graag een aantal vragen gesteld met betrekking tot de klimaatplannen van de 16 OVM’s alsook van de BGHM:

1. Kan u een overzicht bezorgen van de actuele staat van de EPC-scores van het volledige patrimonium van alle OVM’s, en dit uitgesplitst per OVM?;

2. Hoeveel woningen van voormeld patrimonium voldoen aan de wettelijke minimumeisen inzake energieprestaties? Hoeveel woningen hebben nood aan een ‘beperkte’ renovatie? Hoeveel woningen hebben nood aan ‘ingrijpende’ renovatie?;

3. Is er een globaal klimaatplan dat de individuele klimaatplannen van de OVM’s verzamelt? Zo neen, is dit niet noodzakelijk?;

4. Zijn er concrete doelstellingen voor de individuele klimaatplannen per OVM? In de beleidsnota wordt nogal vaag vermeld dat de Regering zich ertoe verbindt om alle sociale woningen in “een behoorlijke staat van verhuur” te brengen (waarbij vooral werken voor de verbetering van de energieprestatie van het sociale woningenbestand moeten worden gefaciliteerd).

5. Wat is het totaalbudget voor de renovatie van het gehele sociale woningenbestand? Wat is het budget per OVM?;

6. Kan de staatssecretaris meer toelichting verschaffen over de uitvoeringstermijnen van de verschillende klimaatplannen?
 
 
Antwoord    De EPB-resultaten van de OVM’s op 31.12.2019 kunt u terugvinden in bijlage 1 en 2.

Wat betreft uw vraag over het aantal woningen die voldoen aan de energieprestatievereisten: er zijn geen wettelijke minimumvereisten inzake energieprestaties voor de huurwoningen. Theoretisch gezien is er dus, op basis van dit wettelijke criterium, geen specifieke behoefte aan zware of lichte renovaties.

In het kader van renovatieprojecten:

- De OVM’s nemen de EPB-vereisten in acht bij projecten waarvoor er een stedenbouwkundige vergunning moet worden aangevraagd;
- De OVM’s nemen ook de aanvullende vereisten in acht van de BGHM, die voorschrijft dat de maximale warmtedoorgangscoëfficient van de EPB-wanden moet worden gerespecteerd als er geen stedenbouwkundige vergunning is.

Wat betreft het type van renovatie, wordt er zelden enkel om energieredenen een renovatie uitgevoerd. Werken worden om verschillende redenen uitgevoerd, zoals omwille van verouderde dakonderdelen of om veiligheidsredenen.

De BGHM zal in bewoonde woningen zo veel mogelijk kiezen voor ‘lichte renovaties’.

De keuze voor een zware renovatie zal gemaakt worden nadat er een uitgebreidere diagnose werd gesteld, omdat dit een grotere impact heeft op het vlak van kosten en leegstand.

Deze meerjarige vastgoedstrategie wordt met de OVM’s besproken in het kader van de strategische plannen.

In bijlage 3 wordt het aantal woningen vermeld waarvoor er werken aan de gang zijn of overwogen worden die een impact zullen hebben op de energieprestaties van de woningen.

Deze woningen zijn verdeeld in 3 categorieën: totaalrenovaties, renovaties aan de buitenschil (dak, raamwerken, enz.), HVAC-renovatie (verwarming enz.).

De OVM’s hebben geen specifieke klimaatplannen ontwikkeld, met uitzondering van De Brusselse Woning, die een extra financiering van de stad Brussel heeft gekregen voor de realisatie ervan.

In de operationele doelstelling nr. 1 van de oriëntatienota 2019-2024, voorziet de regering in de oprichting van een “onder coördinatie van de
door Leefmilieu Brussel geleide Task Force Climat [om] meetbare of becijferde hefbomen en doelstellingen [te] omschrijven die aan het Parlement zullen
worden voorgelegd in het kader van de begroting voor 2021 ”.
 
Operationele doelstelling nr. 3 van deze nota beoogt het opstellen van een vierjarenplan dat gericht is op de vermindering van het energieverbruik. Dit plan wordt momenteel uitgewerkt door de BGHM en er werd hiervoor reeds 50 miljoen euro uitgetrokken.

In 2010 werd er al een energiestrategie opgestart en er werden reeds verschillende projecten overwogen, uitgevoerd of gepland.

Op dat stuk speelde de BGHM een voortrekkersrol vóór de wetgeving van 2015. Tussen 2014 en 2018 werden er strengere vereisten opgelegd, zoals de lage-energiestandaard bij totaalrenovaties.

Er zijn veel voorbeeld- en proefprojecten gestart om de toepassing van deze eisen zoveel mogelijk uit te testen en te bevorderen. Deze projecten hebben als test gediend op het gewestelijke niveau om de EPB-eisen in 2015 en de toepassingsfasen van deze vereisten aan te passen (zoals de renovatie van de gevels van Florair 1 en 2 in Jette).

De BGHM voorziet in haar bestek ook in de naleving van de PEB-vereisten per onderdeel, ook als daar geen stedenbouwkundige vergunning voor nodig is. Daardoor kan er een betere algemene energieprestatie worden bereikt.

Bovendien kan de BGHM door het Europese subsidieprogramma Elena vooruitgang boeken in de vooronderzoeken.

Wat het totale budget voor de renovatie van het sociale woningenbestand betreft, voorzag het vierjarenplan 2018-2021 in 300 miljoen euro, waarvan de helft in terugvorderbare voorschotten en de andere helft in subsidies.

Wat betreft de theoretische budgettaire behoeften voor de toekomst, maakt de diagnose van het Technisch Kadaster het mogelijk om een ruwe schatting te maken van de kosten voor de vervanging van defecte onderdelen.

Het globale budget wordt op 292.875.403 € geraamd. Uiteraard kan dit bedrag nog aanzienlijk toenemen, afhankelijk van de uitvoering en de omvang van de werken, met name in het kader van totaalrenovaties.

In bijlage 4 vindt u de details per OVM.

Wat betreft de uitvoering van het openbare klimaatplan en de coördinatie ervan, verwijs ik u naar mijn collega de heer Alain Maron, minister van Leefmilieu.