Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de tekorten op de lopende rekening van de OVM's

Indiener(s)
Mathias Vanden Borre
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 180)

 
Datum ontvangst: 18/03/2020 Datum publicatie: 05/05/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 05/05/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
09/04/2020 Ontvankelijk p.m.
05/05/2020 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    Op 5 maart jl. heeft de heer Lionel Godrie, directeur-generaal van de openbare vastgoedmaatschappij (hierna: OVM) “De Brusselse Woning”, een uiteenzetting gegeven voor de commissie Huisvesting in het parlement. Tijdens deze uiteenzetting werden een aantal markante zaken vermeld, waarover ik u dan ook een aantal vragen zou willen stellen (die overigens niet beperkt zijn tot “De Brusselse Woning” maar alle OVM’s betreffen).

De cvba “De Brusselse Woning” is ontstaan uit de fusie van De Brusselse Haard en GEBRUWO. Volgens de website beheert zij meer dan 3.800 sociale woningen in Brussel. Zij staat daarbij, zoals alle OVM’s, onder de voogdij van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM). Volgens diezelfde website heeft “De Brusselse Woning” de roeping om behoorlijke woningen te huur aan te bieden aan een prijs die afgestemd is op de inkomsten van een bevolkingsgroep die moeilijk toegang krijgt tot de private huurwoningmarkt.

Ik heb tijdens de uiteenzetting vastgesteld dat er op heden sprake is van een deficit op de lopende rekening van de OVM “De Brusselse Woning” ten belope van maar liefst
21 miljoen euro. Volgens dhr. Godrie zou het gaan om een historische schuld. Daarnaast zou ook het personeelskader van “De Brusselse Woning” uitgebreider zijn dan dat van vergelijkbare OVM’s (met onder meer 9 directeurs) maar dit is gerechtvaardigd, aldus de algemeen directeur.

De directeur weigerde tenslotte toelichting te geven over de taalkennis van het personeelsbestand. Aangezien de toelichting volledig in het Frans verliep, de directeur geen Nederlands begreep en ook de PowerPoint-presentatie eentalig in het Frans was opgesteld (nergens een woord Nederlands te bespeuren), doet dit alvast het ergste vermoeden.

Ik had u hieromtrent dan ook graag de volgende vragen gesteld:

1. Hoe verklaart de staatssecretaris de enorme tekorten op de lopende rekening van “de Brusselse Woning”?;

2. Gelieve een overzicht van de totale schuld per OVM te bezorgen;

3. Welke initiatieven neemt de staatssecretaris om deze schuldenberg(en) weg te werken? Is er een globaal schuldenplan voor alle OVM’s?;

4. Gelieve een overzicht van de taalkennis van het personeelsbestand van alle OVM’s te bezorgen, aan de hand van officiële diploma’s en of certificaten. Kan de staatssecretaris bevestigen dat alle OVM’s zowel functioneel als wat betreft de interne diensten volledig tweetalig zijn samengesteld? Zo niet, welke acties onderneemt de staatssecretaris om dit aan te pakken?
5. Gelieve een overzicht te bezorgen van de personeelsbezetting per loonschaal van alle OVM’s;

6. Welke redenen rechtvaardigen precies dat het personeelskader van “De Brusselse Woning” uitgebreider is dan dat van vergelijkbare OVM’s? De redenen hiervoor werden immers niet gepreciseerd door de directeur-generaal.
 
 
Antwoord    Wat betreft het tekort op de lopende rekeningen van de Brusselse Woning: dat is het gecumuleerde resultaat van het tekort van de Brusselse Haard (-21.568.277 € en 2015) en van Lorebru (-6.898.442 € en 2015) na hun fusie.

De belangrijkste reden voor dit tekort is dat er vroeger werd gebruikgemaakt van een financiering via de lopende rekening (gewone rekening-courant). Hierdoor is er een tekort op de rekening-courant van de OVM ontstaan. Sinds enkele jaren is deze beheermethode evenwel veranderd en wordt de financiering via de rekening-courant niet meer toegepast.

Sinds 2010 is de prioriteit van de OVM om de volledig verschuldigde annuïteit terug te betalen, die het gevolg is van de door de BGHM toegekende begrotingskredieten voor de investeringswerken voor het vastgoedpatrimonium. De terugbetaling is noodzakelijk om het evenwicht te behouden, of beter gezegd om een toename te voorkomen van het tekort op de lopende rekeningen van de BGHM. Tussen 2015 en 2018 is het tekort gedaald van -28.466.719 euro naar -22.240.493 euro, wat neerkomt op een daling met 22%.

Wat betreft het overzicht van de tekorten op de lopende rekeningen: op 31.12.2018 waren er 7 maatschappijen met een tekort op de rekening-courant:

· DE ANDERLECHTSE HAARD: -7.674.286,16 €;
· BRUSSELSE WONING: -22.240.492,63 €;
· BINHÔME: -9.580.911,25 €;
· ZUIDERHAARD: -3.018.288,92 €;
· De GW van ST-JOOST: -2.727.880,78 €;
· DE MODERNE WONING: -5.242.349,74 €;
· EVERECITY: -11.157.663,60 €.

Wat betreft de vermindering van het tekort op de lopende rekeningen van de OVM’s, heeft de BGHM verschillende stimulansen ingevoerd.

Artikel 58 van de beheersovereenkomst van niveau 2 - 2017-2022 voorziet in de schrapping van de interesten op rekening-courant. Daarin wordt het volgende bepaald: “100% van de jaarlijkse debetinteresten op een negatieve rekening-courant worden door de BGHM bij wijze van aanvullende stimulansen teruggestort op voorwaarde dat:

- de OVM haar tekort op rekening-courant in vergelijking met het vorige boekjaar verminderd heeft;
- het balansresultaat van de OVM gelijk of verbeterd is in vergelijking met vorige boekjaar;
- de OVM al haar in artikel 45 bepaalde verplichtingen is nagekomen inzake de stortingen op haar rekening-courant ”.

Ten tweede heeft de BGHM in het kader van de stimulansen die verband houden met de verwezenlijking van de opdrachten van de beheersovereenkomst, een indicator ingevoerd voor de verbetering van het saldo op rekening-courant BGHM met ten minste 3%.

Voor OVM’s met een negatief saldo:

- Als de OVM een stijging van 3% of meer registreert, krijgt de maatschappij 100% van de stimulans voor deze indicator;
- Als de stijging tussen 0 en 3% ligt, krijgt de OVM de pro rata door de toepassing van de regel van 3;
- Als het saldo op de rekening-courant van de OVM verslechtert, krijgt de OVM geen stimulans voor deze indicator.

De follow-up door de BGHM van de strategische plannen van de OVM’s, en meer bepaald de follow-up van de de KPI's en de kasmiddelenplannen, zorgen ook voor een controle van de tekorten op de lopende rekeningen van de OVM’s.

Bovendien zal de BGHM, naar aanleiding van de evaluatievergaderingen eind 2019 zoals bepaald in artikel 56 van de beheersovereenkomst 2017-2022, bekijken of het mogelijk is om de lopende rekeningen van de OVM’s die daarop een tekort hebben, te consolideren. De bedoeling is om deze tekorten op lange termijn om te zetten in schulden.

Wat betreft het overzicht van de talenkennis van het personeel van alle OVM’s aan de hand van officiële diploma's of certificaten: de BGHM beschikt niet over deze informatie.

De op 18 juli 1966 gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken zijn van toepassing op de sociale huisvestingsmaatschappijen, behalve wat de organisatie van de diensten, de rechtspositie van het personeel en de door dit laatste verkregen rechten betreft (advies 25.140 du 15 december 1994).

Wat de Brusselse Woning betreft, staat de ontwikkeling van taalvaardigheden centraal in het opleidingsplan.

Zo heeft de maatschappij in de loop van 2019 Nederlandse taalcursussen georganiseerd die de personeelsleden vrijwillig tijdens de werkuren naar rato van 2 uur per week konden nemen.

Op dit moment zijn 8 van de 78 administratieve personeelsleden perfect tweetalig, zijn 6 van hen in staat om een vloeiend gesprek te voeren en hebben 15 van hen een SELOR-taalbrevet.

Alle Nederlandstalige huurders worden in hun moedertaal opgevolgd en ook alle publicaties van de Brusselse Woning zijn tweetalig.

Wat de personeelsbezetting per loonschaal van alle OVM’s betreft, beschikt de BGHM niet over gegevens per loonschaal, maar wel over macrogegevens uit de sociale balansen die door de Nationale Bank van België worden gepubliceerd. Bijgevoegde tabel geeft het aantal vte’s van elke maatschappij weer, samen met de gemiddelde personeelskosten per vte.

Het personeelskader van de Brusselse Woning telde op 1 januari 2019 128 met eigen middelen betaalde werknemers (74 bedienden en 54 arbeiders), en ook 5 leden van de DMBSH, één werknemer met een artikel 60-overeenkomst van het OCMW, 13 medewerkers van de Mission Locale en één werknemer met een artikel 60-overeenkomst via Multijobs.

We mogen niet vergeten dat van alle OVM’s de Brusselse Woning over het grootste patrimonium beschikt, wat de behoefte aan personeel verklaart.

De fusie van de maatschappijen De Brusselse Haard en LOREBRU is ook deels een verklaring voor het grote personeelsbestand, aangezien de overeenkomst na de staatshervorming voorschreef dat de fusies geen personeelsverlies mochten inhouden.

De voorbije jaren heeft de OVM meer mensen met een technischer profiel voor gespecialiseerde functies aangeworven, zoals een vastgoedmakelaar voor sociale woningen, een projectbeheerder, een voorraadbeheerder, een ingenieur bijzondere technieken, een beheercontroleur, enz. Ook de professionalisering van de sector verklaart het personeelskader van de OVM De Brusselse Woning, dat een grote technische regie met uiteenlopende beroepen heeft.

Bovendien heeft de Brusselse Woning ook een belangrijk project opgezet voor de energierenovatie van zijn patrimonium. Dit project impliceert dat er voldoende middelen beschikbaar moeten zijn voor de projectbeheerders, ondanks het feit dat het project deels werd opgezet via de delegatie van het opdrachtgeverschap, teneinde enkel de knelpuntfuncties van dit project, dat 6 jaar zal duren, intern te laten vervullen.

Om het personeelskader te verklaren, moet er ook rekening gehouden worden met parameters zoals de staat van het gebouwenbestand, waarvoor er meer interventies van de OVM nodig zijn dan bijvoorbeeld voor het gebouwenbestand van Woluwe.

Ten slotte heeft de Brusselse Woning ervoor gekozen om op de meeste van haar terreinen conciërges en wegwerkers in dienst te houden om de gemeenschappelijke delen en de omgeving van de gebouwen netjes te houden.