Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende beheer van begrafenissen en lijkbezorging tijdens de Covid-19-pandemie.

Indiener(s)
Dominique Dufourny
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 234)

 
Datum ontvangst: 15/04/2020 Datum publicatie: 12/05/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 12/05/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
16/04/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De coronapandemie heeft wereldwijd minstens 60.000 doden veroorzaakt, van wie bijna driekwart in Europa volgens een balans die werd opgemaakt door AFP. In België werden de afgelopen 24 uur 140 nieuwe overlijdens geregistreerd, wat het totaal op 1.283 brengt.

De afdeling Wetgeving van de Raad van State heeft de strekking van de gewestelijke bevoegdheid verduidelijkt in haar advies 38.135/VR, waarin met name wordt gesteld dat "[artikel 6, § 1, VIII, eerste lid, 7°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 aldus geredigeerd is dat aan de gewesten de volledige bevoegdheid is verleend om eigen regels inzake de begraafplaatsen en de lijkbezorging uit te vaardigen […]. […] zijn de gewesten bevoegd om bepalingen van allerlei aard inzake de begraafplaatsen en de lijkbezorging vast te stellen, ongeacht of die bepalingen aangelegenheden betreffen die op de datum van inwerkingtreding van de bijzondere wet van 13 juli 2001 geregeld werden bij of krachtens de voornoemde wet van 20 juli 1971, dan wel of ze aangelegenheden betreffen die toen onder een andere wetgeving ressorteerden of die toen nog niet in een wetgevend kader waren opgenomen”.

Bovendien kan Covid-19, zoals de pers heeft gemeld, blijkbaar drie dagen overleven in menselijke resten. Dat doet vragen rijzen over de begrafenissen en de lijkbezorging.

Gelet op de moeilijke context, wens ik u de volgende eenvoudige vragen te stellen:

1. Beschikken de funeraria en crematoria over voldoende ontsmettend materiaal om hun lokalen voldoende te reinigen?

2. Zijn er maskers beschikbaar voor de medewerkers van de funeraria en crematoria? Zo neen, wanneer zullen die maskers dan beschikbaar zijn voor de medewerkers?

3. Wordt er, tot slot, op het terrein een afwezigheid vastgesteld van vaststellende artsen die de crematie toestaan?
 
 
Antwoord    De aangelegenheden die de funeraria en het crematoria betreffen, zowel wat het ontsmettingsmateriaal als de bescherming van het personeel betreft, vallen onder de bevoegdheid van de federale overheid.

Over de kwestie van een tekort aan controleartsen die toestemming geven voor de crematie, heb ik tot nog toe geen officiële informatie ontvangen.

Ik heb de vraag ook aan mijn administratie gesteld, maar deze heeft eveneens geen weet van bijzondere problemen.

Te uwer informatie kan ik u overigens reeds de verklaring geven die opgenomen is in de algemene omzendbrief betreffende “de begraafplaatsen en de lijkbezorging” die binnenkort naar de gemeenten zal worden verstuurd.

De verspreiding van deze omzendbrief werd uitgesteld om voorrang te geven aan de communicatie van aanbevelingen die specifiek te maken hebben met de pandemie, en aldus geen verwarring te stichten bij de gemeenten.

Normalerwijze zouden de gemeenten zich geen zorgen moeten maken over een eventuele “afwezigheid” van een beëdigd geneesheer, omdat ze een beroep kunnen doen op een beëdigd geneesheer van een andere gemeente.

Hoewel het weinig logisch kan lijken dat de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats van overlijden die bevoegd is om het verlof tot crematie af te leveren (artikel 26, §1, van de ordonnantie), het kan uitreiken op basis van een tweede vaststelling opgesteld door een beëdigd geneesheer die hij niet zelf mandateerde, vloeit evenwel uit de parlementaire documenten van de ordonnantie voort dat deze tweede vaststelling kan worden uitgevoerd door
een arts van de plaats van overlijden, van de woonplaats van de overledene of van de plaats waar het lichaam zich bevindt, zolang het een beëdigd geneesheer betreft. De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente van het overlijden kan dus het verslag van de tweede arts van een andere gemeente gunstig ontvangen om een crematievergunning uit te reiken.