Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de meetstations voor de luchtkwaliteit.

Indiener(s)
Julien Uyttendaele
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 284)

 
Datum ontvangst: 23/04/2020 Datum publicatie: 16/06/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 11/06/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
24/04/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Het Brussels Gewest beschikt over 13 meetstations voor de luchtkwaliteit HYPERLINK https://www.irceline.be/nl/luchtkwaliteit/metingen/ waarvan het beheer is verdeeld over Leefmilieu Brussel (9), het Europees Parlement (2) en Engie (1) (in Vorst voor de centrale van Drogenbos).

Niet al die stations meten de concentratie van stikstofdioxide en sommige kunnen de concentratie van fijn stof niet meten.

In een rapport uit 2014 staat bovendien dat het meetsysteem in real time - dat nochtans een dynamisch beeld geeft van het verschijnsel van luchtverontreiniging en de mogelijkheid biedt om de bevolking relatief snel te informeren over de ontwikkeling van de luchtkwaliteit - nog niet voor alle verontreinigende stoffen wordt gebruikt (om technologische of financiële redenen).

In Brussel registreerde het station Kunst-Wet in 2008 een zeer hoog jaargemiddelde voor NO
2 (101 µg/m3). Het station werd in 2009 gesloten vanwege werkzaamheden, maar toen de werkzaamheden waren afgerond (in 2016), rapporteerde het station nog steeds geen officiële gegevens aan de Commissie.

Hoewel het station niet leek te voldoen aan de Europese voorschriften voor het meten van achtergrondvervuiling, had het de verdienste dat het betrouwbaardere aanwijzingen gaf over de directe blootstelling van de stadsgebruikers. Mijn fractie heeft altijd gepleit voor een verdichting van de metingen “in situ”, naast het door Europa voorgeschreven meetnet.

De pers meldt ook dat de meetstations van Belliard en Kunst-Wet niet zouden worden goedgekeurd. In dat geval zouden de metingen van die stations niet in aanmerking worden genomen bij de beoordeling van de vervuiling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

De cijfers van die stations zijn echter opvallend. Volgens de Intergewestelijke Cel voor het Leefmilieu (Ircel), toonden de laatste gevalideerde gegevens in Kunst-Wet (in 2018) 56 µg/m³ en in Belliard (2016) 54 µg/m³. Bovendien blijkt uit de niet-gevalideerde gegevens van 2019 dat de grenswaarden (respectievelijk 52 en 46 µg/m³) aanhoudend en significant worden overschreden.

Bijgevolg:

- Kunt u mij bevestigen dat die twee meetstations niet zijn goedgekeurd? Zo ja, wat zijn de redenen daarvoor?

- De metingen die door die twee stations worden verzameld, hebben echter de verdienste dat ze de werkelijke blootstelling van de stadsgebruikers "in situ" weerspiegelen. Wordt er dus rekening mee gehouden?

- Zijn er naast de verplichte achtergrondvervuilingsmetingen plannen om het netwerk van permanente meetstations "in situ" uit te breiden?

- Zo ja, wat zullen zij dan meten, wat zal het uitroltempo zijn en waar zullen zij komen?
 
 
Antwoord    1)

Net zoals voor de andere stations van het telemetrisch netwerk in het Brussels Gewest, worden ook alle door de stations Kunst-Wet (41B001) en Belliard (41B008) verzamelde gegevens jaarlijks aan de Europese Commissie doorgegeven in het kader van de verplichte rapportering.

In tegenstelling tot de andere stations van het telemetrische netwerk, worden deze gegevens echter niet in aanmerking genomen in het kader van de evaluatie van de naleving van de in de richtlijnen 2008/50/EG en 2015/1480/EG vastgestelde normen.

De reden hiervoor is de locatie van deze twee stations die niet voldoen aan het criterium voor de situering op microschaal.

Richtlijn 2008/50/EG, bijlage III, punt C, lid 5 waarin de criteria voor de situering op microschaal van de bemonsteringsbuizen worden vastgesteld, bepaalt immers het volgende: "voor alle verontreinigende stoffen moeten de verkeersgerichte bemonsteringsbuizen ten minste 25 m van de rand van grote kruispunten en niet meer dan 10 m van de wegrand verwijderd zijn":

- het station Kunst-Wet (41B001) ligt op minder dan 25 m van een groot kruispunt en voldoet dus niet aan het voornoemd criterium. Het is representatief voor de zeer lokale verontreiniging nabij het kruispunt in de buurt waarvan het zich bevindt, maar niet voor de luchtkwaliteit in de omgeving.
- Het station Belliard (41B008) ligt ook op minder dan 25 m van het verkeerslicht op het kruispunt van de Ardennestraat en de Belliardstraat. De metingen op deze locatie worden dus beïnvloed door stoppend en vertrekkend verkeer.

De keuze van de locatie van het meetstation Kunst-Wet werd gemaakt in 1992, i.e. 7 jaar vóór de goedkeuring van Richtlijn 1999/30/EG, met als doel de luchtvervuiling door het verkeer te bestuderen.

De resultaten van dit meetstation geven zeer interessante informatie over dit onderwerp, maar kunnen niet worden geïnterpreteerd als een indicatie van de algemene of gemiddelde luchtkwaliteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Het doel was om, dankzij de evolutie van de concentraties op middellange termijn, een beter beeld te krijgen van de invloed van het verkeer op de luchtkwaliteit en het mogelijke gunstige effect van de emissiebeperkingsmaatregelen.

Wat het station Belliard (41B006) betreft, werd deze locatie weerhouden door het Europees Parlement dat in het kader van zijn uitbatingsvergunning verplicht is een "observatorium voor de luchtkwaliteit" in te richten.


2)

De metingen die in deze twee stations worden verzameld, zijn representatief voor de concentraties die worden gemeten op een zeer druk kruispunt in het Brussels Gewest.

De representativiteit van de metingen is dus zeer lokaal en beperkt zich uitsluitend tot de omvang van het kruispunt.

Bijgevolg kunnen deze stations niet als representatief worden beschouwd voor de permanente blootstelling van de bevolking.

Het is immers onwaarschijnlijk dat een individu gedurende een aanzienlijke periode van de dag aan dergelijke waarden zou worden blootgesteld.

Over het algemeen, worden stations die te dicht bij kruispunten liggen - zoals de stations Kunst-Wet en Belliard - niet in aanmerking genomen voor de beoordeling van de luchtkwaliteit.

Hun zeer beperkte representativiteit voldoet namelijk niet aan het in Richtlijn 2008/50/EG (bijlage III, punt B, lid 1.a) vastgesteld criterium voor de situering op microschaal van de bemonsteringsbuizen volgens hetwelke de bemonsteringspunten met het oog op de bescherming van de menselijke gezondheid zich op een zodanige plaats dienen te bevinden dat gegevens worden verkregen over “de gebieden binnen zones en agglomeraties waar de hoogste concentraties voorkomen waaraan de bevolking rechtstreeks of onrechtstreeks kan worden blootgesteld gedurende een periode die in vergelijking met de middelingstijd van de grenswaarde(n) niet verwaarloosbaar is”.


3)

Zoals voorzien in de ABV, zal het netwerk van meetstations de komende jaren worden uitgebreid om tegemoet te komen aan de bekommernissen van de Brusselaars door, overeenkomstig de situeringscriteria van de EU-richtlijnen, de luchtvervuiling te meten op plaatsen waar deze het grootst is.

Het is ook de bedoeling om de impact en dus het belang van de invoering van autoluwe stadsgebieden in onze stad te bestuderen.

Deze instructies werden overgemaakt aan mijn administratie die momenteel de nodige administratieve procedures aan het doorlopen is om geschikte locaties te vinden en de nodige overheidsopdrachten voor de installatie van deze stations voor te bereiden.


4)

Zie antwoord op vraag 3.