Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende intimidatie op straat in Brussel.

Indiener(s)
Margaux De Ré
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 227)

 
Datum ontvangst: 16/04/2020 Datum publicatie: 25/05/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 19/05/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
24/04/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Gevallen van seksuele intimidatie in de straten van Brussel lijken in intensiteit te zijn toegenomen tijdens deze "lock-down light", merkt de vereniging DaarDaar op in een recent artikel.1

Het probleem van intimidatie op straat is weliswaar niet recent in onze hoofdstad, maar het probleem van de tienvoudige intensiteit ervan in deze crisistijd is wel recent en verdient al onze aandacht.

Voor u als Staatssecretaris voor Gelijke Kansen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest lijken de kwesties van veiligheid en het veiligheidsgevoel van vrouwen in onze straten mij van cruciaal belang, zeker in tijden van gezondheidscrisis.

Daarom wil ik u in dit verband vragen naar de volgende punten:

- Wordt er overleg gevoerd met uw collega’s van de regering om dit multidimensionale probleem te verhelpen?

- Blijven agenten zoals gemeenschapswachten naast de politie ook patrouilleren? Zijn ze op dit probleem geattendeerd, vooral nu?

- Worden dezelfde politiemiddelen voor dit soort toezicht ingezet in deze tijden van lockdown, of zijn die beperkt in vergelijking met gewoonlijk?

- Welke regelingen worden meer in het algemeen getroffen om dit probleem in Brussel op te lossen?


1 https://daardaar.be/rubriques/societe/harcelement-en-rue-bruxelles-territoire-des-machos/
 
 
Antwoord    De vragen met betrekking tot equal.brussels vallen onder de bevoegdheid van mevrouw Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Wat uw vraag betreft in verband met de politiemiddelen die ingezet worden om toezicht uit te oefenen op het verschijnsel van straatintimidatie, heeft Covid-19 niet gezorgd voor een daling van het aantal patrouilles op het terrein noch van de mogelijkheden waar politieambtenaren over beschikken om inbreuken die met intimidatie verband houden vast te stellen.