Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende sporen van het coronavirus in het afvalwater.

Indiener(s)
Julien Uyttendaele
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 297)

 
Datum ontvangst: 10/04/2020 Datum publicatie: 16/06/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 11/06/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
05/05/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Er werden sporen van ribonucleïnezuur (RNA) afkomstig van het coronavirus aangetroffen in stalen van het afvalwater in Vlaanderen, die werden genomen door Aquafin (verantwoordelijk voor de waterzuivering in het noorden van het land). Alle stalen zijn positief getest op het coronavirus.

Als het RNA blijft bestaan nadat het virus zijn besmettelijke lading heeft verloren, verstrekken die bevindingen ons informatie over de verspreiding van het virus, maar niet over het besmettingsaspect.

Na zuivering werden geen enkel spoor van het virus meer gevonden in het water.

Die bevindingen liggen in de lijn van de verwachtingen en zijn vergelijkbaar met wat is vastgesteld in Nederland, waar het virus werd aangetroffen in het afvalwater in Tilburg en in de zuiveringsinstallaties.

De aanwezigheid van het virus in het afvalwater kan worden opgespoord, vergt weinig middelen en geeft een vrij betrouwbaar overzicht.

In dat verband had ik u graag de volgende vragen gesteld:

- Wordt er, eventueel in samenwerking met de academische sector, een soortgelijke analyse van het afvalwater in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest uitgevoerd?

- Zijn er sporen van het virus gevonden in het afvalwater in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Zo ja, zijn er dan nog sporen na de zuivering?

- Beschikt u sindsdien over gegevens over het besmettelijke karakter van de eventuele sporen?
 
 
Antwoord    1)
Volgens de BMWB is er geen enkele analyse van dit type uitgevoerd, noch in het waterzuiveringsstation Brussel-Zuid, noch in de waterzuiveringsinstallatie Brussel-Noord.

Aangezien de veiligheid van haar personeel en haar onderaannemers een prioriteit is, heeft de BMWB van bij het begin van de pandemie, na publicaties van de WHO en uitwisselingen met haar partners (VEOLIA, SEDE, enz.) en Belgische collega's (Leefmilieu Brussel, AQUAFIN, SPGE) over dit onderwerp, beslist het voorzorgsbeginsel toe te passen en ervan uit te gaan dat er sporen van COVID-19 aanwezig zijn in het afvalwater dat haar installaties binnenstroomt. Voor de BMWB had het dus maar weinig zin om de hoeveelheid aanwezig COVID-19-RNA te analyseren. In overleg met de bedrijfsarts heeft de BMWB echter de beschermingsmaatregelen voor het personeel versterkt om het contact met het afvalwater te beperken, vooral in de aanwezigheid van aerosols (bijv. het reinigen van apparatuur).

De opvolging van de evolutie van de pandemie in België via de analyse van de aanwezigheid van RNA bij de ingang van de zuiveringsinstallaties is vermeld in enkele recente persartikels. De BMWB zal uiteraard meewerken aan deze opvolging als er door de instanties die de pandemie controleren, een protocol wordt voorgesteld en ingevoerd dat het mogelijk maakt de resultaten te integreren en te vergelijken.


2)
Zoals hierboven vermeld, is er hieromtrent geen analyse uitgevoerd, maar er zijn heel waarschijnlijk wel RNA-sporen van COVID-19 te vinden in het afvalwater dat in de Brusselse installaties toekomt. De BMWB heeft beslist ervan uit te gaan dat dergelijke sporen inderdaad in het afvalwater aanwezig zijn om de nodige maatregelen voor haar personeel te kunnen nemen. De aanwezigheid is dus niet geverifieerd.


3)
Net als bij de ingang van de installatie zijn er geen analyses uitgevoerd op RNA-sporen van COVID-19 in het gezuiverde water bij de uitgang van de installatie in het Brusselse gewest. De weinige informatie die over dit onderwerp beschikbaar is, bevestigt echter de resultaten van de studie die u aanhaalt, namelijk dat er na de behandeling geen sporen in het gezuiverde water zouden achterblijven.


4)
Met betrekking tot de besmettelijkheid van RNA-sporen van COVID-19 in het afvalwater, acht de bedrijfsarts het risico van besmetting via deze wijze van overdracht zeer laag.