Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende toename van cyberpesten tijdens de lockdown.

Indiener(s)
Margaux De Ré
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 194)

 
Datum ontvangst: 17/04/2020 Datum publicatie: 16/06/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 09/06/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
12/05/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De huidige lockdown gaat onvermijdelijk gepaard met een toenemend gebruik van nieuwe technologieën, de sociale netwerken en, meer in het algemeen, het internet.

Het intensieve gebruik (voor degenen die de mogelijkheid hebben) is niet zonder gevolgen voor een reeds bestaand probleem, dat nu groter wordt: het cyberpesten. De toename van cyberpesten is een gevoel dat door veel vrouwen wordt gedeeld en dat trouwens in verschillende media aan bod komt. Zo stelt men bijvoorbeeld een toename vast van "revenge porn" en "fisha"-accounts op de sociale netwerken die intieme beelden van jonge vrouwen zonder hun toestemming verspreiden
1.

Welke acties neemt u daartegen:

- Hebt u kennis van cijfers die de toename van het fenomeen bevestigen?

- Wordt er een bewustmakingscampagne gevoerd?

- Wat doet u nu al om die vorm van intimidatie tegen te gaan?


1 https://www.liberation.fr/france/2020/04/13/revenge-porn-durant-le-confinement-le-cyberharcelement-se-repand_1784831
 
 
Antwoord    Wat betreft cijfers over cybergeweld:

Eén van de neveneffecten van de ‘lockdown’ is dat de risicofactoren voor gendergerelateerd geweld toenemen: het sociaal isolement neemt immers toe, het contact met de hulp- en ondersteuningsorganisaties verloopt moeilijker en de relationele spanningen nemen toe.

Als gevolg hiervan merken hulplijnen zoals 1712, 0800/30.030 en ‘écoute violences conjugales’ een grote toename van het aantal oproepen: ze melden een toename van respectievelijk 70% en 300% van het aantal ontvangen oproepen. Deze cijfers werden herhaaldelijk in detail besproken tijdens de commissie gelijke kansen.

Het is niet mogelijk om dit soort oproepen op te splitsen naar vormen van geweld, aangezien deze lijnen in de eerste plaats bedoeld zijn om te luisteren en ondersteuning te bieden en de feiten niet classificeren volgens wettelijke of strafrechtelijke definities. We weten dus niet precies hoeveel van die oproepen te maken hadden met cybergeweld.

Professionals uit het werkveld geven inderdaad aan dat fenomenen zoals ‘revenge porn’ eveneens meer voorkomen, zoals wordt uitgelegd in het Franse artikel waarnaar u verwijst.

We kunnen het dan ook toejuichen dat er vorige maand in de Kamer een wet is aangenomen die dit gedrag bestraft. Bij de uitvoering ervan is het de IEFH die de bevoegdheid krijgt om met instemming van het slachtoffer een rechtszaak aan te spannen.


Wat betreft sensibilisering:

Zoals u weet, werd in het kader van de Task Force voor gendergerelateerd geweld tijdens de Covid-19-crisis, die bestaat uit het Brussels Gewest, de COCOF, de Federatie Wallonië-Brussel en het Waals Gewest, een sensibiliseringscampagne georganiseerd, waarbij zowel op televisie, radio als sociale netwerken een preventieve boodschap omtrent alle vormen van geweld werd uitgezonden en informatie werd verstrekt over de hulp- en ondersteuningsdiensten die tijdens de ‘lockdown’ beschikbaar blijven.


Wat betreft maatregelen tegen cybergeweld:

Cybergeweld en cyberseksisme maken natuurlijk deel uit van de scope van het Brussels plan ter bestrijding van geweld op vrouwen, dat we momenteel aan het voltooien zijn.

Dit plan voorziet verschillende acties die gericht zijn op deze problematiek. Ik heb het genoegen u deze acties in de loop van de komende weken voor te stellen.

In juni zal ik eveneens, in samenwerking met equal.brussels, een specifieke projectoproep lanceren die Brusselse verenigingen oproept om subsidieaanvragen in te dienen in het kader van de preventie van en de strijd tegen gendergerelateerd geweld. Deze twee vormen van geweld zullen vanzelfsprekend worden opgenomen in de projectoproep.