Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende Covid-19, de Europese Green Deal en de Brusselse component van het Nationaal Energie- en Klimaatplan

Indiener(s)
Céline Fremault
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 303)

 
Datum ontvangst: 11/05/2020 Datum publicatie: 16/06/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 15/06/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
15/05/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De huidige gezondheidscrisis is uitermate ernstig en des te ernstiger daar ze zware menselijke, sociale en economische gevolgen heeft voor alle Brusselaars.

In deze context zijn de huidige prioriteiten bij het aanpakken van de crisis duidelijk:
1) levens redden zonder enige uitzondering;
2) de bedrijven en zelfstandigen ondersteunen die getroffen worden door de beperkende maatregelen; en
3) de kwetsbare bevolkingsgroepen van onze samenleving helpen die door de crisis vaak in nog moeilijkere situaties zijn terecht gekomen.

Tegelijkertijd mogen die prioriteiten ons niet beletten om nu al na te denken over het herstelplan "post-Covid-19" en over hoe het zich verhoudt tot onze klimaatdoelstellingen. De relancebeslissingen van morgen zullen belangrijke gevolgen hebben voor onze samenleving en ons leefmilieu in de komende decennia.

Sommigen zien de huidige situatie als een historische kans om onze transitie naar een koolstofneutrale maatschappij te vergemakkelijken - ik kan dit standpunt alleen maar aanmoedigen - maar anderen zijn juist van mening dat onze klimaatdoelstellingen eventjes ‘on hold’ moeten worden gezet wegens de economische crisis ten gevolge van de pandemie.

Het debat lijkt al te zijn begonnen op Europees niveau. Zo hebben we onlangs via de pers vernomen dat Denemarken een brief heeft gericht tot de Europese uitvoerende macht waarin het land bevestigt dat de Green Deal moet dienen als basis voor de transitie van de economie na de crisis ten gevolge van Covid-19, en waarschuwt voor de verleiding van kortetermijnoplossingen die Europa dreigen op te sluiten in een economie die afhankelijk is van fossiele brandstoffen. Op 8 april werd het Deense initiatief gesteund door een tiental lidstaten, maar jammer genoeg niet door België wegens een gebrek aan overeenstemming met het Vlaams Gewest.

In dat verband wens ik u de volgende vragen te stellen:

- Op Europees niveau wat het Deense initiatief en de Green Deal betreft:

o Is er in ons land overleg gepleegd om het Deense initiatief al dan niet te steunen? Zo ja, over welk overleg gaat het dan? Zo neen, hebt u contact opgenomen met de Vlaamse Minister bevoegd voor Klimaat of een lid van haar kabinet om haar standpunt te begrijpen en het te trachten te wijzigen?
o Wat waren de juiste standpunten van de deelgebieden en de federale overheid op 8 april laatstleden? Zijn die standpunten sindsdien veranderd? Is er nog hoop dat België het initiatief zal steunen?

- Op Brussels niveau wat de gewestelijke component van het Nationaal Energie-en Klimaatplan betreft, het belangrijkste instrument voor onze transitie naar een koolstofneutrale maatschappij:

o Hebt u al een duidelijk beeld van de gevolgen van Covid-19 voor de uitvoering van het plan? Zal de pandemie het plan in het gedrang brengen wegens een gebrek aan begrotingsmiddelen? Of mogen we daarentegen hopen dat het plan een "pijler van de relance” zal worden, wetende dat de massale renovatie van gebouwen of de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen arbeidsintensieve sectoren zijn?
 
 
Antwoord    1)

Alle energie- en klimaatgerelateerde kwesties die een gecoördineerd Belgisch standpunt op Europees niveau vereisen, zoals eventuele steun voor het Deense initiatief, volgen het klassieke coördinatieproces, hetzij binnen de plenaire vergadering van het Energieoverleg Staat-Gewesten (ENOVER), het Coördinatiecomité Internationaal Milieubeleid (CCIM) of de directie-generaal Europese Zaken en Coördinatie (DGE).

De DGE heeft een procedure gelanceerd om het Belgische standpunt over instemming met de Deense brief te kennen.

Het Vlaams Gewest heeft zich uitgesproken tegen een Belgische instemming.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft te kennen gegeven voor deze instemming te zijn.


2)

Met betrekking tot de standpunten van de entiteiten over de brief van Denemarken bevestigen wij u de volgende elementen:

- Het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wilden de Deense brief medeondertekenen en hebben dit duidelijk kenbaar gemaakt aan de CCPE en de DGE, kort na ontvangst van de brief bij de Permanente Vertegenwoordiging van België bij de Raad van de Europese Unie.
- Het Vlaams Gewest heeft op 8 april, toen België zich moest uitspreken, verklaard niet in staat te zijn de vraag te beantwoorden of het volledig kon instemmen met de inhoud van de brief. We beschikken niet over precieze informatie over de moeilijkheden binnen de Vlaamse executieve die deze blokkade zouden kunnen rechtvaardigen.
- Gezien het standpunt van Vlaanderen heeft de DGE snel besloten dat België zich niet kon aansluiten bij de medeondertekenaars van de brief.

Naast de brief in kwestie (en opgemerkt moet worden dat het momentum van medeondertekening ongetwijfeld voorbij is), vestig ik uw aandacht op het feit dat de inhoudelijke discussie over het belang van de Green Deal of sommige onderdelen ervan voor het Europese economische herstel na COVID-19 wordt voortgezet binnen de Raad van de EU en in het bijzonder binnen de Raad Vervoer, Telecommunicatie en Energie (TTE), met de actieve deelname van België.

Dit blijkt uit de steun van ons land voor en zijn bijdrage aan de conclusies van de informele TTE-Raad, die op 27 april langs elektronische weg is gehouden en waarin het belang van de Green Deal voor een snel Europees herstel (
the road to recovery) inderdaad is bekrachtigd.


3)

Het is nog te vroeg om de gevolgen van de COVID-crisis, die nog aan de gang is, voor de uitvoering van het NEKP te kennen.

De Brusselse regering heeft op donderdag 7 mei 2020 beslist het Gewest een relance- en herontwikkelingsplan te bezorgen in het licht van de COVID-19-crisis, dat onder meer zal worden gevoed door een diagnose van de gewestelijke administraties - gecoördineerd door Perspective. De werkzaamheden voor de opmaak van het plan zijn gestructureerd in drie assen:

- een as gewijd aan de economische, sociale en ecologische transitie, met inbegrip van de werkgelegenheid;
- een as gewijd aan de versterking van het welzijns- en gezondheidssysteem;
- een as gewijd aan alles wat te maken heeft met de ruimtelijke, milieu- en mobiliteitsdimensie.

Dit plan zal moeten voldoen aan de transversale klimaat- en biodiversiteitsdoelstelling zoals beschreven in de preambule van de Gewestelijke Beleidsverklaring.